Halverwege mijn Tom Cruise-weekend, vraagt mijn vriendin of het geluid wat zachter mag.
Ik zeg: ‘Nee. Aan dit geluid wordt niet getornd. The Firm kijk je op volle sterkte, of je kijkt hem niet.’
Omdat wij een gezonde relatie hebben, bied ik haar later op de avond mijn excuses aan door te vragen of ze ook vindt dat Gary Busey een soort lightversie van Nick Nolte is.
Ze ligt in bed. Ze zucht.
‘Moet jij niet schrijven of zo?’
Ik knik. ‘Ja schat. Maar niet tijdens een Tom Cruise-weekend.’
Mijn vriendin begrijpt gelukkig veel. Om 1 uur ’s nachts beginnen aan Days of Thunder, alleen maar omdat Cruise’ personage in die film Cole Trickle heet – een van de belachelijkste namen ooit in de geschiedenis van Hollywood.
Een Tom Cruise-weekend is een vlucht. Net als een Bill Murray-weekend of een Clint Eastwood-weekend. Een terugkeer naar de tijd waarin er geen vaderlijke verantwoordelijkheid lag te slapen in het kamertje naast mijn keuken, en ik eigenhandig kon proberen het bruto product van de provincie Ketama te verdubbelen.
De tijd waarin mijn bank doorligplekken kreeg van mij.
‘Mijn oude leventje is dood,’ zei ik op de eerste verjaardag van mijn zoon. ‘Ik zal het moeten begraven.’
Mijn buurman nam een hap van zijn slagroomtaart en knikte zoals hij dat doet wanneer hij vindt dat ik onzin verkoop.
‘Je oude leventje? Bedoel je die winterslaap van een decennium? Dat leventje kende je zo langzamerhand toch wel?’
Ik overwoog mijn zaak te bepleiten. De overgang van mijn lege, overzichtelijke domein naar de permanente chaos van een gezin. De slapeloze nachten. De pure angst. De gedachte dat wanneer hij het huis uitgaat, ik zo ongeveer met korting het Rijksmuseum in mag.
Maar Piet heeft drie kinderen. Ik hoef bij hem nergens mee aan te komen. Bovendien had hij zijn aandacht al weer verlegd naar de andere kant van de kamer, naar de borsten van mijn tante Marijke. Hij kreunde voldaan. ‘Lekkere taart hoor.’
Piet had gelijk. Dat oude leventje kende ik nou wel. Ervoor in de plaats kwam een Ierse liefde en een jongetje dat sprekend op mijn babyfoto’s lijkt. Hij heeft inmiddels ook negenendertig keer hetzelfde boek gelezen – niet Fear and loathing in Las Vegas maar Kikker is Kikker.
Heimwee naar dagen die voorbij zijn is niet rampzalig. Het is een verlangen naar de geborgenheid van het bekende. Maar zodra het onbekende bekend wordt, wanneer je eraan gewend bent, verandert heimwee in herinnering en weet je dat je vooruit kunt kijken.
Nu ben ik ervan overtuigd dat een jankende baby nooit went. Maar de aandrang om letterlijk plukken haar uit je hoofd te trekken, verdwijnt. Misschien kan ik dat een teken van gewenning noemen. En misschien is dat de reden dat ik tegenwoordig genoeg heb aan één Tom Cruise-weekend per kwartaal, en speelt mijn leven zich daarom wat minder onder het dak van mijn schedel af, maar meer daar buiten waar het licht is.
‘Wie is Gary Busey?’ gaapt mijn vriendin.
Ik wil haar vertellen over Point Break maar besluit daar maar mee te wachten tot aan mijn Keanu Reeves-weekend.
Voor vandaag heeft ze genoeg begrepen.