Simulteren (the verb formerly known as multitasking) is een onbegrepen kwaal. Een kwaal, jawel. En onbegrepen ook. Ooit werd het simulteren geroemd en zou het een vereiste zijn om ons staande te houden in onze aandachtversnipperende maatschappij, maar al snel werd het verguisd. Simulteren zou een postmoderne mythe zijn. Het zou een excuus zijn om alles slecht te doen en niets echt te doen.
Iets wat mannen niet kunnen (poepen met een iPad op schoot telt niet!) heeft sowieso natuurlijk weinig kans om een alom geprezen eigenschap te blijven. Zo ging het nogal snel van: mannen kunnen niet simulteren, via vrouwen kunnen het ook niet, naar niemand zou het moeten willen kunnen en als je het doet leer je het maar beter gauw af.
Maar, lieve monotask-goeroes, simulteren is niet dat je meerdere dingen tegelijk kúnt doen, het is dat je niet ánders kunt dan meerdere dingen tegelijk. Ik kan niet fietsen als ik niet telefoneer, het is me nog nooit gelukt de deur uit te gaan zonder tegelijkertijd iets te vergeten en ja, ik bekijk de roosschilfers op je schouders terwijl ik met je praat. En nu ik deze woorden typ, vordert mijn breiwerk gestaag en zing ik hardop mee met 'I'm sorry' van Nellie McKay (die trouwens lijkt te kunnen pianospelen en zingen tegelijk). Verder staat de tv aan, loopt het bad over en staat er om onbegrijpelijke redenen een paard in de gang.
Gelukkig heeft de simulteerder elektronische hulpmiddelen tot haar beschikking. Als het weekend is en er moeten belangrijke dingen gedaan worden, moest ik de afgelopen jaren dus afwassen en een film of serie kijken, stofzuigen en A History of the World in 100 Objects beluisteren en rennen en Evy's orders opvolgen.
Mijn relatie met de roemruchte Amerikaanse radioshow/podcast This American Life begon ook zo. Verhalen voor bij het afwassen, rennen, stofzuigen en fietsen. Al gauw ook voor bij het douchen, ontharen, opruimen en treinreizen.
Maar er gebeurde iets vreemds. Bij mijn hardlooprondes raakte ik de weg kwijt en rende door onbekende verre steden, tijdens het afwassen staarde ik tientallen minuten lang naar een bord dat ik in mijn verweekte handen hield. De belangrijke dingen die gedaan moesten worden, lukten niet meer. De stofzuiger ging uit en ik schoof een stoel aan bij mijn laptop. Het scherm op zwart. En maar staren. En luisteren.
Naar het kind dat van huis wegloopt om bij zijn lievelingssci-fi-auteur te wonen, de pretparkbaas die zich in het water laat gooien, de vrouw die door een haai werd aangevallen of de jongen die verliefd werd op een politieagente. Het zijn niet alleen de spectaculaire verhalen, het is ook het kleine tragikomische leed, zoals David Sedaris die de kerstman helpt. This American Life is meeslepend op een manier waarop slechts audio dat kan zijn. Wat je hoort, gaat zich in je hoofd afspelen en zo wordt je concentratie volledig gegijzeld. Volledig.
Het heeft me niet van mijn onbegrepen kwaal afgeholpen, maar het heeft alles draaglijker gemaakt. Nu ga ik even met mijn breiwerk het badwater opdweilen en oh ja, dat paard uit de gang halen. En ondertussen hoogstwaarschijnlijk, tegen beter weten in, This American Life luisteren.