The Tallest Man On Earth is de opvallende artiestennaam van Kristian Mattson. Hij is met zijn één meter vijfenzeventig zeker niet de langste persoon ter wereld, maar misschien wel ooit uitgeroepen tot reus van de Zweedse provincie Dalarna, waar hij vandaan komt. Twee jaar geleden debuteerde The Tallest Man On Earth met het album Shallow Graves. Nu is daar een vervolg op gekomen, getiteld The Wild Hunt. Beide platen zijn van hetzelfde muzikale laken een pak. Als je de ene mooi vindt, dan vind je die andere vast en zeker ook prachtig. En als je de andere niet uit kan staan, bespaar dan de moeite en laat die ene maar zitten.
Rauwer en romantischer dan de muziek van The Tallest Man On Earth is nagenoeg onmogelijk. Kristian’s stem en gitaar, heel soms vergezeld van een banjo of piano, dat is het enige waar die muziek uit bestaat. En waarom zou het ook meer moeten zijn? Goede folk heeft geen fratsen nodig. En die stem van Kristian is wel zo ongelooflijk schel en nasaal, het dwingt je óf naar hem te luisteren, óf hem in elkaar te timmeren. Maar ook het schijnbare anachronistische karakter van deze muziek werkt voor sommigen misschien wat provocerend. Want behoort een artiest met een door God gegeven talent niet een beetje te vernieuwen? Kan hij zonder een spoortje van ironie een traditie omarmen, zonder er iets ‘hips’ of ‘geks’ mee te doen? Ik zou zeggen: gelukkig kan hij dat, gelukkig mag hij dat en misschien moet hij het ook wel.
Maar Kristian heeft een probleem. Best een lastig probleem zou ik zeggen.
Want als u zijn platen voor de eerste keer hoort is de kans groot dat er een bepaalde Grote Naam door uw hoofd schiet. Een Onvermijdelijke Naam als referentie voor The Tallest Man On Earth. En dat is natuurlijk Bob Dylan. In werkelijk elke recensie van of interview met The Tallest Man On Earth komt Dylan’s naam weer bovendrijven. Nu dus ook weer. Maar goed, er zijn natuurlijk vele Dylan’s en The Tallest Man On Earth doet eigenlijk alleen aan de vroegste incarnatie denken, die van The Freewheelin’ Bob Dylan en The Times They Are A-Changin’. Kristian is zich er maar al te bewust van dat hij aan de vergelijking met de grote Bob onmogelijk ontsnappen kan en speelt er dus maar mee. Zo citeert hij uit ‘Boots Of Spanish Leather’ in zijn nummer ‘King Of Spain’.
Maar als je goed luistert zijn er meer verschillen dan overeenkomsten tussen Ome Bob en Kris. The Tallest Man heeft meer licht in zijn stem en zijn songs lijken autobiografischer te zijn dan bij de jonge Dylan ooit het geval was. Bovendien bespeelt Kristian geen mondharmonica en ook dat scheelt natuurlijk een hoop. De weidse Scandinavische landschappen die op de hoesjes van zijn beide albums staan afgebeeld lijken de voornaamste inspiratie te vormen, niet de koffiehuizen van Greenwich Village. Al met al moeten we dus maar eens kappen met die eeuwige Dylan-vergelijking en The Tallest Man op zijn eigen merites beoordelen. Laten we immers niet vergeten dat Dylan in eerste instantie zelf niet veel meer was dan een verdomd goede imitator van Woody Guthrie, maar uiteindelijk is dat precies de schoonheid van overlevering. The Tallest Man staat in een prachtige traditie en mag als een troubadour van de eenentwintigste eeuw beschouwd worden. Met The Wild Hunt heeft hij bovendien een van de allerschoonste platen van het jaar gemaakt.
The Tallest Man On Earth staat op 2 september in de Melkweg.