Het mag eigenlijk nauwelijks een tip heten: wie gaat zitten om Saló van Pier Paolo Pasolini te bekijken, trakteert zichzelf op een buitengewoon nare avond. De film is niet voor niets één van de meest controversiële werken uit de filmgeschiedenis. Niettemin is het meer dan de moeite waard om de beproeving te doorstaan en de film af te kijken, want je kijk op de wereld zal nooit meer hetzelfde zijn.
Met Saló verfilmde Pasolini De 120 dagen van Sodom van Markies de Sade, maar transporteerde het verhaal naar 1944, in de Republiek van Saló, Mussolini’s door de Nazi's ondersteunde vazallenstaat. De 120 dagen zijn bovendien veranderd in drie dagen en onderverdeeld, op basis van Dante’s Hel, in een Cirkel van Obsessies, een Cirkel van Stront en een Cirkel van Bloed. De film handelt over vier Italiaanse notabelen die in de wetteloze staat achttien jongens en meisjes kidnappen en meenemen naar een oud landhuis. Daar wordt hen verteld dat ze, aangezien ze voor de buitenwereld sowieso al dood zijn, alles met hen kunnen doen wat ze willen.
Pasolini maakte met de film een aanklacht tegen de gruwelen van het fascisme in het bijzonder en de mensheid in het algemeen en gaat daarin verder dan wie dan ook. In scènes waarvan het haast onmogelijk is om ze in één ruk te kijken, worden de jongeren vernederd, gemarteld en misbruikt door de vier notabelen, afgewisseld met onvoorstelbaar perverse verhalen, die aan het gezelschap worden verteld door drie ex-prostituees. De kijker krijgt hierbij geen enkele houvast: geen van de gevangen heeft een naam, met geen van hen kan men zich identificeren. Er zijn geen hoofdpersonen behalve de notabelen en die zijn zo verachtelijk dat het onmogelijk is je met hen te identificeren. Er is geen filmmuziek; er is niets om het de kijker te vergemakkelijken.
Het is dit compromisloze, bruut en kaal weergeven van zinloos geweld en vernedering, door mannen die zich bovendien bedienen van belezen en erudiet taalgebruik, dit gebrek aan empathie en de totale, nietsontziende, door en door pessimistische boodschap die de film de kijker inhamert, die het doet uitstijgen boven geweldsverheerlijkende porno. Wat Saló zo verontrustend maak, is het feit dat je nauwelijks kan vluchten in het comfort van 'het is maar een film,' zoals dat bij bijvoorbeeld horror zo makkelijk gaat. De film onderstreept genadeloos dat dit is wat mensen kunnen worden, kunnen zijn, kunnen doen als de omstandigheden hen dat toestaan.
Saló is daarom een must-see. Ik heb hem één keer gezien. Daar ben ik blij om. De film heeft een impact die weinig andere films hebben. Maar één keer is genoeg. De beelden staan op mijn netvlies gebrand; en ik hoef hem nooit meer te zien.