Het is december, en dus weer tijd voor de grote parfum-reclamecampagnes. Want wie wil er nu niet met kerst of Sinterklaas een mooi verpakt flaconnetje van zijn geliefde krijgen?
De gemiddelde parfum-commercial verloopt als volgt: een beroemde actrice of een fotomodel ligt, gehuld in een glanzend gewaad, over een bed of sofa gedrapeerd. Ze kijkt alsof ze een orgasme heeft. Een gespierde man (naakt of in loshangende smoking) werpt haar broeierige blikken toe. Er volgt nog een sfeervol shot van een decadente hotelkamer of een rijk verlichte Eiffeltoren, en dan kreunt een meestal wat schorre stem de naam van het parfum. Dus: “Coco Mademoiselle, Chanel,”, of “Flora, Gucci.” Weer op die orgasme-toon.
Ik wil niet propageren dat wij massaal in de val moeten stappen die door de modehuizen voor ons wordt uitgezet; de omzet van een goedlopend parfum zorgt er voor dat de meestal verliesdraaiende haute-couture collecties überhaupt gemaakt kunnen worden. Audrey Tatou, Scarlett Johanson en Kate Moss die hun orgasmeblik op ons afvuren vanuit de modeblaadjes en de peperdure televisie-spotjes (respectievelijk voor Chanel No.5, Dolce & Gabbana The One, en YSL Parisienne), dienen ons ervan te overtuigen dat wij, morsige stervelingen, met een paar druppeltjes van wat zij promoten ook een beetje zoals zij kunnen worden. Inclusief broeierige man, glanzend gewaad en Eiffeltoren.
Dat is natuurlijk onzin. Toch raad ik iedereen aan zich te allen tijde subtiel te parfumeren met een liefst wat exclusieve geur (denk aan de jaren negentig, toen IEDEREEN walmde naar CK One). Het is belangrijk dat een parfum goed bij je past; een meisje van achttien moet geen Poison dragen. Hele lichte geuren zijn meer voor de zomer. Parfum is stijlvol, een beetje ouderwets en chic.
Hul je in jouw geur en draag haar als mooie lingerie die bijna niemand ziet. En als je het dan toch niet kan laten, verzin je de weelderige achtergrond en het mannelijke fotomodel er gewoon bij.