Er waren maar een paar zinnen voor nodig. Ik was negentien en ik had nog nooit eerder een poëziebundel in mijn bezit gehad. Heus, ik had wat gedichten her en der gelezen en geanalyseerd als dat van me gevraagd werd, maar mijn verhouding tot poëzie was niet bestaand. Tot ik op een klamme zomeravond op mijn beeldscherm een paar zinnen las. Het waren zinnen uit een gedicht (‘Dirty Valentine’) van Richard Siken. Geduldig heb ik gewacht tot de volgende dag aanbrak om naar de boekenhandel te fietsen en een exemplaar van Silkens dichtbundel Crush te kopen.
Een jaar lang heb ik dat boekje overal waar ik maar naartoe ging met me meegenomen. Het was een vast onderdeel van mijn tasinhoud: sleutels, portemonnee, Crush, enzoverder. Na verloop van tijd kende ik alle gedichten uit mijn hoofd, had ik ritmes bedacht waarop ze het beste konden worden voorgedragen, had ik patronen gevonden in de onderwerpen van de gedichten en wat ze met elkaar te maken hadden. Ondertussen zei ik tegen niemand dat ik verslingerd was geraakt aan deze dichtbundel, terwijl ik normaal dolgraag mijn hersenspinsels deel met de mensen in mijn sferen. Ik snapte dit boekje, maar ik was bang dat mijn lievelingsmensen het niet zouden snappen, en dat dit misschien iets zou blootleggen over het materiaal waar onze essenties van gemaakt zijn. Ik wilde geloven dat mijn omgeving en ik gemaakt waren van dezelfde elementen.
We zijn nu acht jaar verder en tot op de dag van vandaag is Crush mijn favoriete dichtbundel. Onderhand wil ik helemaal niet meer dat de mensen om mij heen dezelfde kern hebben als ik, en begrijp ik dat die wens infantiel is. Wat wel is gebleven is de overtuiging dat het delen van poëzie extreem persoonlijk is.
Het lezen van een gedicht brengt een geheel unieke ervaring voor eenieder tot stand. Persoonlijk hoef ik niet altijd te vatten wat de bedoeling was van de auteur, als ik er maar een sentiment uit kan halen. De chaotische wereld om ons heen wordt al zoveel ingekaderd met regels en conventies, laat mijn poëzie lekker onbegrensd vrij zijn. En zo speelt poëzie in op de uniekheid van ons allen. Dat is waar het ware wonder berust: het is een wisselwerking tussen mens en woord waarbij verschillende mensen naar dezelfde woorden kunnen kijken en diverse ervaringen kunnen hebben.
Dat is ook wat het intiem maakt: als ik beken dat ik verslingerd ben aan een gedicht of bundel, dan geef ik iets prijs over mezelf. Met de bekentenis ontbloot ik mijn unieke hechting met deze woorden. In dat boekje heb ik jaar na jaar zitten onderstrepen en markeren en annoteren. De gedichten zijn al persoonlijk genoeg, laat stáán mijn tedere liefdesverklaringen aan specifieke strofes en zinnen.
Het is acht jaar geleden dat ik Crush altijd met me meenam, en intussen kijk ik met andere ogen naar de wereld om mij heen. Het gaat er niet om dat we identieke kernen hebben als de mensen in onze sferen, als we maar aan elkaar durven laten zien van welk materiaal we gemaakt zijn.
Daarom leen ik nu soms Crush gewoon uit.
Het bovenstaande gelezen en getroffen door inspiratie? Altijd al op Hard//hoofd willen publiceren? Stuur je tip op naar lotte@hardhoofd.com!
Jihane Chaara is een 27-jarige idealist met een voorliefde voor lieve mensen en woorden. Ze is recentelijk afgestudeerd in klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Aida de Jong Aida de Jong (1995) is een illustrator en poppenmaker wonend in Utrecht. In haar werk zoekt ze vaak thema's die haar beangstigen, om er vervolgens met een nieuwe blik naar te kijken.