Francis Underwood heeft eigenlijk al meer dan genoeg aandacht gekregen, ook in de Nederlandse pers. En wat wil je: een gelikte Kevin Spacey met een vet southern accent onder regie van David 'Fight Club' Fincher in de meest cynische politieke serie sinds mensenheugenis, dat garandeert kolommen. Zeker nu we met z'n allen zo ontzettend verzot zijn op kwaliteitsseries. Het is toch een beetje alsof je een degelijk boek leest zonder dat je zelf geestelijke arbeid hoeft te verrichten.
Goed, er valt van alles op aan te merken: de journalistieke plotlijn is bij tijd en wijlen tenenkrommend, de vrouwelijke personages zijn af en toe behoorlijk vlak, en in dit filmpje van één minuut (dat, let op, volledig bestaat uit spoilers!) draait iemand op Salon.com de serie volledig de nek om. Maar als je dat allemaal negeert, is het best aardig te pruimen. Er zit vaart in en het gaat ergens over.
Maar nu ga ik even een beetje pretentieus doen. Ik zal niet beweren dat iedereen het boek moet lezen, ik heb geen idee of dat wat is, maar ik durf wel zeggen dat de originele BBC-verfilming uit de jaren negentig stukken beter is. Hij is behoorlijk langzaam in vergelijking met alles wat de gemiddelde tv-kijker gewend zal zijn – echt niveau Rail Away af en toe – maar, en dat is toch waar het om draait in deze serie, de protagonist is vele malen ijzingwekkender. Kevin Spacey's Francis Underwood is een koorknaapje dat kattenkwaad uithaalt vergeleken bij Ian Richardsons Francis Urquhart. Spacey's psychopatische trekjes blijven toch ergens ongeloofwaardig, terwijl Richardson langzaam maar o zo zeker van een vriendelijke oude conservatief verandert in een figuur waar de duivel bang van zou worden.
De serie begint op het moment dat Maggie Thatcher na een decennium met ijzeren hand te hebben geregeerd plotseling het veld moet ruimen. Helemaal actueel dus. De troonpretendent (een van de vele) die als winnaar uit de strijd komt, breekt zijn belofte chief whip Francis Urquhart, verantwoordelijk voor de kadaverdiscipline, een plek in zijn kabinet te geven. Het is het begin van een politiek spel dat schoon is in al zijn absolute smerigheid.
Ik stel me voor hoe Jack de Vries en Felix Rottenberg dit spel in werkelijkheid aanschouwen, en aan tafel bij De Wereld Draait Door wegsmelten tot twee monden vol klapperende tanden: vijftig procent doodsangst en vijftig procent cynische bewondering. Ik stel me voor hoe Francis Urquhart met zijn uitgestreken gezicht, dat gek genoeg zowel vertrouwen als wantrouwen oproept, tijdens een tv-interview zegt: “You might think that, I couldn't possibly comment.” En dat Ferry Mingelen vanaf dat moment iedere nacht in zijn zijden pyjama pist.