Dit is niet een tijdschrift dat je even lekker in je tas steekt voor in de trein of op het strand. GARAGE magazine is bijna even zwaar als een laptop. Fijn om op je koffietafel te leggen en goedkoop bovendien om mee te pronken voor slechts € 12,99. En mocht je toch willen zeulen: je mag er best mee gezien worden.
Interessante dame
GARAGE is het lijfblad van Garage Center for Contemporary Culture, een hedendaagse kunstinstelling in Moskou, geopend in 2007. Onlangs maakte het centrum bekend dat het zal verhuizen (naar een vervallen restaurant dat door OMA wordt opgeknapt) en zal uitbreiden (richting Sint-Petersburg). Garages oprichter Dasha Zhukova lijkt met haar tijdschrift een eerste stap te zetten richting een imperium zoals we dat in de kunst kennen van Frieze en Tate. Zhukova is overigens een interessante dame: een prachtige vrouw (1981), dochter van een oliemagnaat die (aldus Wikipedia) tevens handelde in illegale wapens. Sinds enige jaren is ze samen met de stinkend rijke Roman Abramovich (1966) die in de top-100 van de meest rijke mensen ter wereld schittert.
Nu dan, het tijdschrift. Samengevat: kunst, mode, human interest verhalen die een tikkeltje edgy zijn, modekunst of kunstmode, interviews en nog meer kunst. Wat ten eerste opvalt is het formaat, groter dan A4, nogal een statement. En dan de cover, er zijn pas twee edities van Garage verschenen (Fall/Winter 2011 en Spring/Summer 2012), maar de covers zijn nu al spraakmakend te noemen. De eerste editie had drie verschillende voorkanten. Een kostbare onderneming die meteen aantoont dat GARAGE niet op de kleintjes let. En ook controverses niet schuwt overigens, aangezien de cover met het werk van Damien Hirst (op de andere stonden werken van Dinos Chapman & Nick Night en Richard Prince) niet in alle winkels welkom was. Op die Hirstcover zien we namelijk het onderlichaam van een vrouw met op haar foef een groene vlinder geplakt met een pijltje erbij 'PEEL SLOWLY AND SEE'. Daaronder een vagina met links en rechts een deel van een vlindervleugel en een voelspriet. De eigenaresse van de tatoeage verklaart trots: “Not a single other person will ever give birth through a Damien Hirst artwork – if I do give birth.”
Water in je mond
Het colofon van het eerste nummer biedt bij ‘contributors’ een alfabetische lijst waarvan het water je in de mond loopt: Marina Abramovic, John Baldessari, Christian Boltanski... Met andere woorden: who's superhot in de kunstwereld? Erg imposant is ook de entree van het tijdschrift met een stuk of veertig advertentiepagina's van achtereenvolgens Prada (3 pagina's) Louis Vuitton (4 stuks), Chanel (idem dito), Gucci (ook), etc. etc. Op de achterkant staat Dior.
Het combineren van kunst en mode doet Garage erg slim. Bij een artikel over gesluierde vrouwen staat bijvoorbeeld een foto van een kunstenaar gehuld in een boerka, speciaal ontworpen door Givenchy. Op de tweede cover prijkt de illustratie van een hedendaagse fabel: Harry the Hare trouwt zijn liefje Frederick the Fox en de ooievaar brengt het homostel een kindje. Getekend door David Jäger. In het colofon wordt uitgelegd ‘Harry the Hare wears Jill Sanders’, zijn bruidegom is gekleed in Prada en Missoni. Jäger liet zich door de advertenties van Garage inspireren. Erg slim gedaan en leuk voor de adverteerders ook.
Maar is het niet vies om je kunstwerken in Prada te kleden? Is het niet fout of op z’n minst een beetje gênant om kunstenaars zo opzichtig met adverteerders te laten flirten? GARAGE lijkt zich er niks van aan te trekken. Mogelijk zijn er bovendien vele lezers die zelf dit fabuleuze leven leiden, qua kleding en accessoires.
Lievelingetjes
De kunstenaars die in GARAGE aan bod komen zijn met velen, maar weinig verrassend. Veel lievelingetjes van de kunstwereld, zoals Matthew Day Jackson, Taryn Simon, Rachel Kneeborne. Veel Britten ook. De veteranen van de Young British Artists zijn duidelijk geliefd (Damien Hirst, de Chapman broers) en in het tweede nummer komt een post-YBA duo aan bod: Tim Noble en Sue Webster.
Geen nieuwe of piepjonge kunst, maar het tijdschrift biedt wel écht kunst. Zo bevat het eerste nummer een reeks tatoeages die John Baldessari, Raymond Pettibon, Paul McCarthy, Jeff Koons, Hamien Hirst, Richard Prince, Dr Lakra en Jake Chapman ontwierpen. Achterin het eerste nummer maakten Tavi Gevinson (the Style Rookie) en Edward Meadham (modeman) een prikkelende zine getiteld Vomit Pink die je kunt uitnemen en vouwen. Het tweede nummer bevat twaalf patronen van Clare Rojas die Indiaanse motieven met Russisch structuralisme combineert. Prachtig.
GARAGE bevat naast veel afbeeldingen van kunst en mode ook interviews en reportages in grote letters en met een behapbare lengte. Het blijft redelijk oppervlakkig helaas, nergens wordt het ontroerend of spannend. De enige mooie rubriek is ‘Garage wisdom’ waarin de wijsheid van een ouder iemand wordt gedeeld. Voor het eerste nummer sprak Dasha Zhukova met haar oma, geboren in 1924 over haar wijsheid: “I treasure my ability to be active and self-sufficient.”
Over haar kleindochter kunnen we in ieder geval zeggen dat ze active is.
Al met al is GARAGE een tikkeltje schreeuwerig, maar wel lekker.
–
Deze tip is, in iets andere vorm, ook verschenen op de site van boekhandel athenaeum.