Vastigheid, ritme en herhaling zijn taboe. Onze wereld is snel en elke dag nieuw. Het is om gek van te worden. Het is de wereld die mijn generatie en die na mij zonder problemen zouden moeten begrijpen, maar ik heb steeds vaker het gevoel haar verward achterna te lopen. Welbeschouwd begrijp ik niets van het internet. Zo, dat is me van de borst! Ik weet niet hoe het werkt. Ik weet niet waar het is. Ik weet er nauwelijks op te navigeren en raak steevast verdwaald op weg naar mijn bestemming. Het leven van nu lijkt steeds vaker een weerspiegeling van het navigeren op internet: als losse flodders fladderen we versnipperd door ons leven. We hebben losse contacten, parttime banen, freelance status. We klikken links en rechts wat aan, hebben meerdere tabbladen naast elkaar openstaan en uitloggen is over de hele linie uit den boze.
Een roep om bezinning kan in een situatie als deze niet uitblijven. Nu wil ik niet pleiten voor een terugkeer van de Zuilen of een betoog voeren voor het gezin als hoeksteen van de samenleving. Wel wil ik, geheel in stijl met de decembermaanden (een uitdrukking die ik overigens ook nooit heb begrepen) pleiten voor een herwaardering van het (jaarlijkse) ritueel. Een mens heeft nu eenmaal vastigheid nodig, ook al beweert een hele generatie het tegenovergestelde. Daarom beschrijf ik nu een jaarlijks ritueel dat een directe afgeleide is van het goed christelijke kerstfeest.
Mijn familie heeft al jaren de gewoonte een kerstboom aan te schaffen. Niets bijzonders, inderdaad. Desbetreffende boom wordt echter niet zomaar op straat gekocht. In feite koopt mijn familie een soort scharrelboom. Jaarlijks trekken we met het hele gezin plus aanhang naar Hattem, alwaar wij, vergezeld door goede vrienden van mijn ouders en hun kinderen en aanhang een boom uitzoeken op een idyllisch veld vol met, tsja, dan zijn het gewoon nog sparren.
Zo ook twee weken geleden. Bij het krieken van de dag kropen we in de auto en reden we richting het oosten. Mijn moeder stapte als laatst in, omdat zij nog lintjes moest knippen. Deze lintjes zijn een essentieel gegeven op onze jaarlijkse 'Bomendag'. Ze zijn in feite een blijk van kwalificatie: alleen bomen die in aanmerking komen om het centerpiece te worden van de kerstviering van de familie Kamp en de familie Hoogland krijgen een lintje. Net als bij populaire tv-series volgt een zenuwslopende afvalrace waarbij bomen beoordeeld worden op naalddichtheid, naaldteint, taille, piekpotentieel en karakter. Dat laatste is het meest uitdagende criterium, waarover ik niet kan uitwijden.
Na een inspannende ochtend bomen-Idols begeven we ons met achterbakken vol naaldachtig schoon naar een herberg in de bossen om aldaar juryrapporten uit te wisselen en te praten over voorgaande Bomendagen. En zo weten we ons leven een ritme te geven en begrijpen we waar we ons ongeveer in het jaar bevinden. De boom doet er eigenlijk al niet meer toe.