Onze ouders groeiden op met de sprookjes van Grimm, Andersen en Moeder de Gans, die wemelden van reuzen die kleine kindjes opaten en meisjes met zwavelstokjes, die niet met een prins trouwden maar doodvroren op straat. De beeldschone, maar extreem naargeestige illustraties zullen niet zelden voor jarenlange nachtmerries hebben gezorgd.
Bij onze generatie, opgegroeid met televisie en Nintendo, zijn de geheimzinnige, griezelige sprookjes van weleer vervangen door Disneyfilms. Films als The Lion King, Sneeuwwitje en Aladdin zijn rotsvast verankerd in ons systeem. Een voorbeeld: Doornroosje is een iconisch sprookje, in 1697 door Charles Perrault opgenomen in zijn Contes de Ma Mère l'Oye (Sprookjes van Moeder de Gans). De schone slaapster was een inspiratie voor veel beroemde kunstenaars en illustratoren, onder wie Gustave Doré, Alexander Zick en Edward Burne-Jones. Maar als wij aan “Doornroosje” denken, zien we meteen de kusscène uit Disney’s Sleeping Beauty (1959) voor ons geestesoog verschijnen.
---------
We moesten allemaal huilen toen de moeder van Bambi werd doodgeschoten door de jagers, elk jongetje was stiekem verliefd op Ariël en we kunnen liedjes als Diep in de Zee, Hakuna Matata en Een Nieuw Begin nog steeds woord voor woord meezingen. Er is niets mis met nostalgie, en dat is wat Disneyfilms voor de meesten van ons zijn. Maar het ligt iets gecompliceerder.
In 2009 kwam The Princess and the Frog uit, de eerste Disneyfilm met een hoofdpersonage van Afrikaans-Amerikaanse komaf. De productie was met veel gedoe tot stand gekomen: de film zou vol zitten met beledigende en achterhaalde stereotyperingen. Zo was de hoofdpersoon Maddie een kamermeisje en de slechterik van het verhaal een voodoo-heksendokter die deed denken aan een Snoop Dogg-achtige pimp. Disney heeft vervolgens enkele details veranderd, waaronder het beroep en de voornaam van het meisje (men vond Maddie teveel lijken op het racistische “Mammy”, waarmee zwarte vrouwen vroeger werden getypeerd). Deze misstappen zijn echter kinderspel vergeleken met het schaamteloze racisme in oudere Disneyfilms: in Jungle Book (1967) is bijvoorbeeld de swingende chimpansee King Louie duidelijk een karikatuur van een zwarte man. En dan zingt hij ook nog tegen Mowgli: “Boy, I want to be like you / An ape like me can be human too”. Wel een lekker nummer, trouwens. In Fantasia komt een zwarte centaur voor, die de hoeven van de andere, blanke, centaurs moet schoonmaken. De voorbeelden zijn legio, en behoorlijk shocking (voor meer racistische Disneyfiguren is hier een lijst te vinden).
Een ander zeer problematisch element bij Disneyfilms, zijn de prinsessen die nog steeds enorm populair zijn en bepaald geen feministische rolmodellen zijn voor jonge meisjes. Sneeuwwitje, Doornroosje en Assepoester doen niets anders dan wachten tot ze gered worden en romantische liedjes kwelen over hun droomprins. Ariël moet letterlijk haar stem opgeven om haar prins te veroveren. Belle (The Beauty and the Beast) valt uiteindelijk toch voor het monsterlijke beest dat haar eerst ontvoerde en gevangen hield. Het is een angstaanjagende gedachte dat talloze kleine meisjes opgroeien met de boodschap: wees mooi en lief en schattig, want alleen dan wordt een prins verliefd op je. De tekenfilms gaan naadloos over in prinsessen-merchandise gericht op jonge meisjes, die later zelfs in een Disney-bruidsjurk kunnen trouwen. Vijftig jaar feminisme down the drain.
Gelukkig is er de laatste jaren veel kritiek op Disney’s prinsessen-franchise. Kunstenares Dina Goldstein maakte in 2009 de fotoserie Fallen Princesses, waarin ze de beroemde Disneyprinsessen in een hedendaagse, deprimerende setting plaatst. Goldstein zag hoe haar eigen dochter op driejarige leeftijd al een fascinatie voor prinsessen ontwikkelde, en kreeg het idee om de perfecte Disney-heldinnen te confronteren met realistische problemen waar vrouwen tegenaan lopen. Zo vinden we Belle onder het mes bij de plastisch chirurg, Jasmine als rebel met geweer tijdens een Midden Oosten-conflict, en Sneeuwwitje met twee baby’s op haar arm en een werkeloze Prins voor de televisie. Het is een simpel, maar effectief idee – en er is nog veel meer te vinden.
-------
Laten we met een kritische blik kijken naar ons Disney-jeugdsentiment, en heel erg dankbaar zijn voor Roald Dahl, Astrid Lindgren en Annie M.G. Schmidt. Want Matilda is een oneindig veel beter rolmodel dan welk hulpeloos prinsesje dan ook.