Sinds enkele weken hebben verschillende personages uit mijn vriendenkring ineens plannen om een film te maken. Eén vriendin staat op het punt een professionele camera te kopen, een andere heeft al een scenario in haar hoofd dat zich in de Stille Zuidzee afspeelt (iets met inheemse vrouwen die met hun borsten op het wateroppervlak van de oceaan slaan om muziek te maken) en een andere vriend heeft zich voorgenomen aan een documentaire te beginnen. Eerst dacht ik dat het toeval was, maar toen vond ik in de auto van een van die vrienden het audioboek Catching the big fish van David Lynch, ingesproken door de filmmaker zelf.
Ideeën zijn als vissen, zegt Lynch. Als je tevreden bent met een kleine vis, dan hoef je maar net onder de oppervlakte te grijpen. Je moet dieper gaan als je een grote wilt vangen. De vissen die op de bodem van de oceaan leven, zijn de krachtigste, de grootste en de meest mysterieuze. Die moet je te pakken krijgen. Lynch’ methode om creatieve ideeën te hebben én uit te voeren (het lastige gedeelte, dus) is transcendentale meditatie.
In Catching the big fish vertelt David Lynch hoe er hij meer dan dertig jaar geleden mee begon en zo zijn leven radicaal veranderde. Naast verbeterde intermenselijke relaties heeft het ook een positieve invloed gehad op zijn leven als filmmaker en als schilder. Niet dat er door meditatie zomaar geniale ideeën komen aandrijven, maar het verruimt je bewustzijn zodat je ‘in het diepe’ kunt duiken om die vreemde vissige ideeën te vangen.
Lynch illustreert zijn transcendentale duik met anekdotes over het maakproces van films als Blue Velvet, Mulholland Drive of Lost Highway. Daarbij benadrukt hij dat je ook in andere disciplines de vruchten plukt van deze geestverruiming.

Beeld: Flickr/hicns
Nu zullen er vast lezers zijn die wel ervaring hebben met ‘geestverruimende middelen’. Maar kun je je geïntoxiceerde ideeën ook uitvoeren met die stonerkop van je? Lynch legt het verschil uit tussen de werking van drugs en die van meditatie en geeft ook uiterst simpele tips om je creativiteit tot wasdom te laten komen. Zoals: zorg dat je onmiddellijk het materiaal hebt om je idee uit te voeren, anders komt het er niet van. Ook over het maken van films geeft hij precieze, bondige informatie: het kiezen van een cast, de beste camera, …
Nuchter zijn en toch zweverig doen. Mediteren dus, en dat is verrekte moeilijk. Mediteren betekent dat je je geest compleet leeg kunt maken. Nergens aan denken, ook niet dat je nergens aan mag denken. Probeer het maar eens, zonder je gezichtsspieren op te spannen, twintig minuten. Toch hoef je geen yogi te worden om iets te hebben aan de nasale woorden van die lieve Lynch. In een reeks korte hoofdstukken vertelt Lynch over wat er hem inspireert. Hout. Rottende dierenlijken. Vuur. Flikkerend licht. ‘‘It makes you crazy in a good way’’, is een zin die regelmatig terugkomt. Lynch maakt ook korte metten met het stereotypische genie dat in de goot zijn inspiratie vindt. Om creatief te zijn hoef je niet getormenteerd te zijn. Je personages moeten afzien, jij als schepper niet.
Ik geef toe, dit filmpje kan er voor zorgen dat je David Lynch een klein beetje gaat haten, luister dus gewoon maar naar het audiobook of schaf je de papieren versie aan. Het luisteren kost je twee uur tijd en als je wil, kun je het in twee minuten ook weer vergeten. Lieve Lynch dringt niemand iets op. De kans bestaat wel dat je een creatief idee krijgt, zomaar, zonder te hoeven mediteren: ik ga een film maken.