Er zijn voor mij best veel redenen om op te zien tegen een feestje. Ik ben bijvoorbeeld altijd bang dat ik ergens over ga struikelen, dat ik rode wijn over iemand heen gooi, dat ik niet doorheb als ik een goed gesprek onderbreek, of dat ik Erik per ongeluk Michael noem terwijl ik best wel weet dat hij Erik heet en dan ergens in een hoekje moet gaan zitten kniezen. En dat zijn alleen nog maar de realistische angsten.
Daarbovenop komen de mensen waar ik eigenlijk een kleine verliefdheid voor koester of, nog erger, de mensen met wie ik al eens iets heb gehad. Regelmatig ga ik vol goede moed naar een feestje, met het plan deze keer gracieus langs hen te flaneren, beleefd te knikken en daarna niet meer naar ze om te kijken. Dat valt meestal in duigen bij het vierde biertje, waarna ik toch even een onschuldig praatje ga maken. Vaak eindigt het in ongemakkelijke appjes naar iemand die ik nooit meer wilde appen, vanaf de andere kant van de kamer.
Toen ik eens een feestje oversloeg, keek ik de serie Sex Education, met daarin de onnavolgbare Gillian Anderson als de moeder van hoofdpersoon Otis. Haar personage is het allerbeste aan de serie. Ze is sekstherapeut en een bijna obsessief begripvolle moeder. Dit laatste tot grote ergernis van haar tienerzoon, die ze regelmatig voor schut zet met haar openheid. Als haar zestienjarige zoon naar een feestje gaat, zegt ze nonchalant ‘Well, if you’re going to do drugs tonight, remember to buddy up.’
Het bracht me op een idee. Sinds een paar maanden zorg ik nu voor een feest-buddy. Ik deed het voor het eerst op een huisfeest in de woongroep waar ik woon. Van tevoren vroeg ik een vriendin of we af en toe een incheck-biertje konden doen, en bespraken we de agendapunten voor die momenten. Ook zij had genoeg emotionele valkuilen die avond, dus ze stemde meteen in. We spraken af dat een betekenisvolle blik genoeg was om ons even te onttrekken aan wat we aan het doen waren en kort bij te praten.
Het werkte zowaar. Af en toe gingen we samen buiten het feestgedruis staan, keken ernaar, wisselden wat feestverzuchtingen uit en stortten ons daarna weer in de menigte. Het grote voordeel hiervan is dat je niet naar een vriend hoeft toe te lopen om te vragen ‘Mag ik even iets zeggen?’. Dat maakt alles alleen maar groter, terwijl je op dat beschonken moment juist dingen wilt de-escaleren. In ons kleine buddysysteem mag elke ergernis of observatie worden gedeeld, zonder dat er al te veel reactie op hoeft te komen of we iets helemaal moeten dood analyseren. ‘Hij heeft nog steeds een goed hoofd’, zei ik verbolgen. ‘Nah…,’ zei zij. ‘Ik heb beter gezien. Heb je K. gezien? Volgens mij is hij weer hard op weg om de vieze oom van het feestje te worden.’ Ik schoot meteen in actiemodus: ‘Oké, ik verstop zijn fles jenever voor hem. Dan zie ik je over een uurtje weer.’ Er werd niets raars geappt die avond.
Het bovenstaande gelezen en getroffen door inspiratie? Altijd al op Hard//hoofd willen publiceren? Stuur je tip op naar lotte@hardhoofd.com!
Jozien Wijkhuijs ('89) is in willekeurige volgorde: geen liefhebber van kaas, freelance journalist, Zeeuws, inwoner van Nijmegen, schrijver en permanent in de war.
Yasmin Veenman fotografeert en schrijft, voornamelijk in haar woonplaats Amsterdam. Ze is op zoek naar het bijzondere in het alledaagse – in onderwerp, kleur of compositie. Is het kunst of kan het weg?