Wat mij de afgelopen week blij heeft gemaakt, maakt mij tegelijk ook triest. Het gaat over Raymond Carvers verhalenbundel Beginners, die ik eindelijk (drie jaar te laat) heb aangeschaft. Blij, omdat ik een heel andere kant van de meester van het korte verhaal heb leren kennen. Triest, omdat de tragische achtergrond van Carvers schrijverschap nu pas ten volle tot mij doordingt. Een combinatie die mij al een week lang een brok in de keel bezorgt.
What We Talk About When We Talk About Love verscheen in 1981 en bombardeerde Carver prompt tot grootste Amerikaanse schrijver van korte verhalen van de twintigste eeuw. Vooral het toen zo vernieuwende minimalisme sloeg aan; die uitgebeende stijl die later – tot vervelens toe – navolging kreeg. Een criticus van The New York Times Book Review schreef: “In Mr. Carver’s silences, a good deal of the unsayable gets said.”
Helaas waren die stiltes niet Carvers aandeel. Het was Gordon Lish, Carvers vriend en redacteur, die op eigen initiatief zijn verhalen stripte, niet tot op het bot, maar tot het merg. Dit was meer dan enkel redactie, dit was herschrijven. Initieel accepteerde Carver de wijzigingen, verwelkomde ze zelfs. Lish had Carver eind jaren zestig uit de goot gehaald (Carver was alcoholist en leefde in armoede), en had hem lezers gegeven. Hij kon niet anders dan dankbaar zijn. “You, my friend, are my idea of an ideal reader, always have been, always, that is, forever, will be”, schreef hij in een van de vele brieven aan Lish.
Tot de zomer van 1980 – hij was gestopt met drinken en net samen met dichteres Tess Gallagher – toen hij Lish’ correcties op zijn laatse verhalenbundel ontving. De verhalen waren grondiger dan ooit aangepakt: Lish had er zo’n zeventig procent uitgehakt, personages geschrapt en tien van de dertien eindes herschreven. Het titelverhaal Beginners, heette nu What We Talk About When We Talk About Love.
"Als dit boek op deze manier gepubliceerd wordt", protesteerde Carver voor het eerst in een brief aan Lish, "ben ik bang dat ik nooit meer zal schrijven." Hij was als de dood dat vrienden en critici zouden achterhalen dat zijn verhalen herschreven werden. Maar zijn protest was voorzichtig, hij was ook bang dat hij zonder Lish weer zou afzakken naar de marginaliteit. En dat hij Lish’ vriendschap zou verliezen. "I’ll tell you the truth, my very sanity is on the line here." Lish negeerde de bede en What We Talk About verscheen in zijn versie. De rest –het succes, de lof, de prijzen – is geschiedenis.
De reddingsboei die Lish eerst was, bleek een voetboei geworden. De schrijver zelf heeft nooit openlijk gesproken over de rol die zijn redacteur speelde. Lish zelf gooide wel wat geruchtenbommetjes nadat Carver de samenwerking uiteindelijk toch verbrak. In 1998, tien jaar na Carvers dood (longkanker), spitte auteur D.T. Max het archief van Lish uit. De geruchten konden daarna bevestigd worden.
Zou ‘identiteitscrisis’ de lading dekken voor wat Carver ervaren moet hebben toen roem hem ten deel viel, vraag ik me met tranen in de ogen af tijdens het lezen van Beginners - waarin de originele teksten de geredigeerde voorafgaan. Sommige van Lish’ ingrepen zijn redelijk geniaal, het werk van een uiterst bekwame redacteur. Andere – veel andere, vind ik – zijn niets minder dan amputaties van een gezond lichaamsdeel.
De sterke beginzinnen hebben het grotendeels overleefd ("Er kwam een man zonder handen aan de deur om me een foto van mijn huis te verkopen."), maar Lish maakte Carvers stem neutraal en knipte alle emotionele motivaties van de personages weg, waardoor je soms het gevoel krijgt dat er iets achtergehouden wordt. Brutale acties gebeuren zonder aanleiding, verhalen stoppen soms zo abrupt terwijl je dacht dat ze nog niet echt begonnen waren.
In Nog één ding, het slotverhaal van de bundel, wordt de alcoholistische D.T. door zijn vrouw buitengeschopt. Met een handvol bezittingen staat hij op de stoep: "Hij zei: "Ik wou alleen nog één ding zeggen." Maar hij kon vervolgens met geen mogelijkheid bedenken wat."’ Dit is Lish’ einde van het verhaal.
Carvers eigen versie duurt twee paragrafen langer: "Ik wou alleen nog één ding zeggen, Maxine. Luister naar me. Onthou dit," zegt hij. "Ik hou van je. Ik hou van je, wat er ook gebeurt. Ik hou ook van jou Bea. Ik hou van jullie allebei." (…) "Is dit liefde, L.D?", zei ze, en ze richtte haar ogen op hem. Haar ogen waren vreselijk en diep, en hij beantwoordde haar blik zo lang hij kon."
Ik hield erg van de oude Carver, ik dacht hem te kennen als een goede vriend. Dat kale, dat van de hak op de tak springende, ik vond het bijzonder. Met Beginners heb ik nu een nieuwe Carver: een barmhartige, een emotionele. Een die af en toe ook weleens de plank misslaat met een slordige structuur, en nu hou ik nog meer van hem. Laat ik daar nu maar gewoon van genieten, en stoppen met janken.
Lees ook dit prachtige verhaal uit The New Yorker over de relatie tussen Carver en Lish.