Zou je liever geboren worden uit een twaalfjarig meisje, of uit een vrouw van drieënzestig? Deze vraag houdt mij al nachtenlang wakker, terwijl mijn pasgeboren dochter rustig doorslaapt.
De afgelopen weken werd het land in de ban gehouden van twee opmerkelijke baringen. Een vrouw van drieënzestig beviel van een gezonde dochter, nadat ze naar het buitenland had moeten wijken voor een IVF-behandeling die in Nederland voor deze leeftijdscategorie om medische en ethische redenen geweigerd wordt. Een meisje van twaalf zette tot haar eigen verbazing tijdens een schoolreisje een kind op de wereld - vermoedelijk is haar vader de vader. Het ene verhaal zet ons aan het denken over de morele grenzen van de wetenschap, het andere verhaal confronteert ons met de griezeligheid van de menselijke natuur. De vraag die mij echter vooral interesseert is welk van deze twee vrouwen – tussen wie meer dan een halve eeuw levenservaring staat - de beste moeder zal zijn.
In eerste instantie ben ik geneigd voor de senior te kiezen. Zij heeft er immers voor gevochten om een kind te kunnen krijgen. Je kunt er dan ieder geval van op aan dat alle moederliefde die je babyhartje maar wensen kan, jou ten deel zal vallen. De wereld mag haar keuze en jouw bestaan dan wel belachelijk maken of zelfs afkeuren, jij bent ieder geval gewild door de persoon door wie je het meest gewild wilt worden. De junior daarentegen heeft niet gekozen voor het moederschap, zij wist niet eens dat ze het in zich had. Haar wereld zal er een zijn van grote angst en verwarring. De eerste jaren zal zij zelfs niet in staat zijn jou op te voeden. Die taak wordt overgenomen door allerhande hulpverleners, die hun uiterste best doen jou een zo normaal mogelijk leven te laten leiden, maar niet kunnen verhelpen dat jij in feite moederloos bent. De gedachte dat jouw vader jouw opa is lijkt me bovendien toch stukken lastiger te verwerken dan de constatering dat je moeder je oma had kunnen zijn.
Aan de andere kant is een moeder van twaalf voor de langere termijn te prefereren. Je kunt haar zien als een investering voor de toekomst. Het meisje wordt een jonge vrouw, en hoe meer ze haar trauma’s weet te verwerken, hoe meer zij in staat zal zijn jou te zien voor wie je bent en de verantwoordelijkheden op zich zal kunnnen nemen. Die eerste levensjaren waren dan wel hoogst verwarrend en verdrietig, maar je houdt er wel iemand aan over die er haast je volledige leven voor je kan zijn. Ze helpt jou met een boekverslag, terwijl ze haar scriptie schrijft. De moeder van drieënzestig biedt jou dan wel een hartverwarmend ontvangst, maar voordat jij kan lopen heeft zij misschien al een rollator nodig en wanneer je op zekere dag thuiskomt van de naschoolse opvang denkt ze dat jij haar moeder bent. Maar tegen die tijd ben je vast al lang bij familieleden in huis genomen, jouw moeder kan jouw moeder niet meer zijn. Met andere woorden: aan de ene moeder ga je steeds meer hebben en aan de andere steeds minder.
Toch blijf ik twijfelen over mijn keuze, want er komen nog zoveel dingen bij kijken die in beide gevallen jouw ontwikkeling anders zullen laten verlopen dan in de boekjes staat beschreven. Wanneer jij vijftien bent, is je moeder zevenentwintig óf achtenzeventig. Het is maar goed dat zowel de junior als de senior van een meisje bevallen zijn, want aan een Oedipuscomplex moet je als jongen toch niet denken. In het geval van de jonge, strakke moeder kom je er nooit meer vanaf (en staan je vrienden in de rij om het huishouden te doen), in het geval van de bejaarde ben je automatisch voor het leven getekend als gerontofiel. Ook is het in de puberteit onmogelijk je af te zetten met muziek. De ene moeder kent alles waar jij mee aankomt al ‘uit haar tijd’, de andere hoort niks. Een generatiekier of een generatieravijn, beide reden tot haarkloverij.
Er zijn mensen die beweren dat wij als ronddolende zielen de ouders uitkiezen die ons gaan verwekken. Ik geloof niet in leven voor het leven. Toch probeer ik mij voor te stellen dat ik zo’n ziel ben en de keuze heb tussen twaalf of drieënzestig. Het lijkt een onzinnig dilemma, maar de extremiteiten waar het nieuws ons zo nu en dan op trakteert zijn niet zomaar fascinerend. We worden door deze berichten met onze eigen waarden geconfronteerd en gaan dieper nadenken over dat wat vanzelfsprekend lijkt, maar in feite net zo complex is.
Waarom zou je een kind op de wereld zetten? Wat heb je nieuw leven in godsnaam te bieden? Hoe belangrijk is jouw eigen geluk? Hoe belangrijk is de omgeving? Wat is de natuur? Ook als je, net als mijn dochter, een moeder hebt van achtentwintig (de leeftijdscategorie waarop je volgens onderzoek het beste kinderen kan nemen, omdat het geluk dan het grootst zou zijn), afkomstig uit een trotse familie met gezonde verhoudingen, welkom in de wereld en een leven vol mogelijkheden voor je, moeten deze vragen voor jou gesteld worden. Want als er een antwoord is, dan ben jij dat.