In oktober en november organiseert het Materiaalfonds The Disappearance of Colour, een reeks van lezingen, films en workshops dat het derde en laatste deel vormt van The Weight of Colour, een internationale manifestatie waarin kleur centraal staat. In oktober publiceren wij in samenwerking vijf columns over kleur. Aflevering II: vieze kleuren.
Kleuren ontwikkelen was vroeger een vies karwei. Voor Indisch geel had je de urine van koeien op een strict dieet van mangoschillen nodig. Parijs groen maakten ze van een belangrijk bestanddeel van insecticide. Sepia kneep men uit levende inktvissen. Voor karmijnrood moesten er nogal wat Mexicaanse schildluizen worden fijngestampt. Vermiljoenrood werd uit kwik en zwavel gewonnen. Dutch pink, een vaalgeel goedje, haalde men uit onrijpe bessen. Zelfs het slijm van slakken was niet veilig; honderden kilo’s waren nodig om een diep purperpaars te krijgen.
Tegenwoordig worden de meeste kleuren met synthetische pigmenten gemaakt. Maar toch wordt er ook nu nog op onorthodoxe wijze gewerkt met kleur. Iedereen kan met doe-het-zelf methodes aan de slag met kleurpigmenten. Meisjes van 14 dip dyen hun haar met Kool Aid, verveelde bosbewoners maken rookbommen om het bos wat op te fleuren en peuters gaan los met melk.
Maar ook buiten de huis-tuin-en-keuken sferen haalt men kleur van vreemde plekken. Of beter gezegd, van vreemde wezens. Nicholas Godley heeft een enorm stuk gouden zijde laten maken door 163.000 spinnen. De enige manier om dat te doen was door de spinnetjes één voor één vast te klemmen en aan te moedigen om door te werken.
Wanneer kleuren niet op een vieze manier zijn gemaakt, betekent dat niet dat je er geen vieze dingen mee kan doen. In 1962 gebruikte de bizarre Franse kunstenaar Yves Klein vrouwen als levende verfkwasten. Kleins kunst had maar een kleur: blauw. Zijn verleidelijke verfkwasten hulden zich dan geheel in blauwe verf, om vervolgens onder begeleiding van monotone symfonieën tegen lege canvassen op te krioelen. Men zegt dat de modellen na afloop bijna altijd onwel werden.
Tot slot, een wel heel vuile manier om kleur te gebruiken. In 1989 gebruikte de politie van Kaapstad waterkanonnen met paarse verf tegen demonstranten van de anti-apartheid beweging. Zo konden leden van de oppositie nog tot uren na de demonstratie duidelijk worden getraceerd. "The purple shall govern!" werd een nieuwe leus. Ook in roze, groen en blauw wordt deze tactiek nog steeds overal ter wereld toegepast. Hier te zien in Kampala, Uganda.
Flora Lysen is onderzoeker bij het Haus der Kulturen der Welt in Berlijn en promoveert aan de Universiteit van Amsterdam. Ze is redacteur van The Weight of Colour.