Foto: Privé-collectie Ava Mees List
Ik hou niet van spelletjes. Ik hou niet van Risk, ik hou niet van Super Mario, ik hou niet van Scrabble. En ik hou al he-le-maal niet van het ingewikkelde spel dat communicatie tussen mannen en vrouwen heet. Om gek van te worden, vind ik het zelfs.
Het spel tussen (potentiële) geliefden moet ontzettend zijn veranderd sinds de komst van de mobiele telefoon. Generaties boven ons kunnen getuigen. Als je iemand leuk vond, moest je diegene gewoon opbellen, met het risico dat a) een familielid opnam b) het een vreselijk ongemakkelijk gesprek werd c) je bij de gedachte aan deze opties herhaaldelijk ophing zodra er werd opgenomen aan de andere kant van de lijn. Nee, dan sms-en. Zo veel veiliger! Veel makkelijker dan ooit kan je contact opnemen met een semi-onbekende, daar deze niet hoeft te horen hoe je stem trilt, niet te voelen hoe je handen zweten, niet te zien dat je vandaag de moeite niet hebt genomen om je fatsoenlijk aan te kleden. Als een ware woordkunstenaar kun je de zinnen zo formuleren dat je grappig, slim, speels, lief en leuk bent. Als afsluiter kies je uitgekiend voor een ‘x’ (lief, maar afstandelijk), een ‘xxx’ (vriendschappelijk, zoals de zoenen op de wang), of een ‘kus’ (intiem, zelf bedenken waar je hem wilt hebben).
Ik probeer al weken af te spreken met een man. Hij is vreselijk slecht in terug sms-en. Net als ik denk dat hij het kan vergeten, als ik hardop “Graag of niet!” heb geroepen tegen iedereen die het maar wilt horen, dan stuurt hij iets. 'Hallo lieverd,' gaat het dan, 'wanneer zie ik je?' Alsof mannen voelsprieten hebben, zei een vriendin onlangs, ze weten gewoon wanneer je interesse verliest en precies op dat moment beginnen ze weer aan de hengel te trekken waarna jij het haakje in je wang voelt prikken. En zo raak ik ongewild toch verstrikt in het spel. 'Niet gelijk iets terugsturen hoor,' zegt een andere vriendin tegen me. 'Laat hem maar even wachten, hij laat jou toch ook wachten?' Ik twijfel even. Maar dan begint alles te borrelen. HO EENS EVEN. Zo zijn we niet getrouwd. Ik doe hier niet aan mee. Als ik iets terug wil sturen, dan doe ik dat wel wanneer ík daar zin in heb, en niet wanneer iemand anders zegt dat ik dat moet doen. Bovendien, als ik niet gelijk reageer vergeet ik het weer, ik ken mezelf. Dus stuur ik kordaat een weerwoord: 'Zaterdag?' Om vervolgens dagen te wachten op antwoord, en het hele proces weer van voor af aan kan beginnen.
De regels. Als hij belt, drie dagen wachten om terug te bellen. Pas op de derde date seks. Als hij je na een jaar nog niet ten huwelijk heeft gevraagd, dumpen die hap. The Rules: Time-Tested Secrets for Capturing the Heart of Mr. Right werd in 1995 geschreven door twee Amerikaanse dames: Ellen Fein en Sherrie Schneider. Ze werden er wereldberoemd mee en of we het nou willen of niet, wat ze schreven is van invloed geweest. Oké, ik ken niemand in Nederland die na een jaar zijn vriendje aan de kant zet omdat hij nog niet door de knieën is gegaan, maar ook in dit kleine landje bestaan er (ongeschreven) regels. En ook hier bestaat het geloof dat als je een man wilt strikken, je vooral hard to get moet spelen.
Ik begrijp ook wel dat mensen die zich aan je voeten storten meestal nou niet de meest begeerlijke partners zijn. Als ik behoefte had aan een schoothondje dan nam ik er wel één, en ik heb nou niet bepaald zin om elke seconde van de dag te verantwoorden waar ik ben en met wie en waarom. Maar hard to get spelen, sjesus, wie heeft daar nou zin in. Dat hele principe is wat mij betreft enkel in leven geroepen omdat je als vrouw niet te gewillig mag zijn. Als je gelijk met iemand in bed duikt, of laat weten dat je iemand leuk vindt, dan ben je makkelijk. Integendeel, jongens en meisjes. We leven in de 21e eeuw en die regels zijn hopeloos verouderd. Tegenwoordig zijn wij vrouwen niet enkel nog elegant wegdartelende hertjes, waar naar hartelust op gejaagd kan worden. Ook wij hebben inmiddels een jachtvergunning, dus berg je maar.
Ooit kwamen we met een groep vrienden samen om te Risken. Ik had het nog nooit gedaan, maar mijn tafelgenoten waren behoorlijk fanatiek met legertjes, kaarten en werelddelen in de weer. Ik niet. Sterker nog, ik vond het tergend saai. Dus ik besloot vals te gaan spelen. Als mijn buurvrouw even niet keek, verwisselde ik haar legertjes met die van mij. Stuk voor stuk veroverde ik zo een continent. Gniffelend, met stiekem omhoog gekrulde mondhoeken, verstopte ik ruiters of wat het dan ook waren in mijn mouw en dropte ze subtiel op de kaart. Het duurde niet lang of men kreeg het door, want heel erg goed was ik er ook weer niet in. Het hele spel veranderde. In plaats van dat ik werd geschoffeerd, begon iedereen de regels aan de laars te lappen. Niemand kon meer zijn ogen afwenden zonder bestolen te worden, hele legers werden geannexeerd. Het werd echt oorlog, en ik besloot dat ik het toch wel leuk vond. Totdat degene die ooit (eerlijk) aan de winnende hand het uitschreeuwde. "Nou! Ik vind het niet leuk meer! Als het zo moet doe ik niet meer mee!" Beteuterd keken we haar aan. Ze had de betovering verbroken. Ik nam een slokje van mijn bier.
Misschien hou ik toch wel van spelletjes. Ik hou gewoon niet van regels.