Zaterdagmorgen. Het kabinet is gevallen. En buiten schijnt de zon. Maar later vandaag gaat het sneeuwen, verzekert de weerman van Radio 1 me.
Het kabinet is volgens Wouter Bos gevallen omdat de PvdA vond dat de partij niet langer geloofwaardig zou zijn als de Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan verlengd zou worden. De PvdA wilde hoe dan ook achter het kabinetsbesluit uit 2007 blijven staan, waarin werd besloten ‘om de Nederlandse bijdrage aan de militaire missie in Uruzgan in december 2010 hoe dan ook te beëindigen.’
‘Voor dit standpunt bestaat in de samenleving en in het parlement brede steun,’ aldus Bos.
Uit onderzoek van NS Nipo bleek dat op vrijdag 45 procent van de Nederlandse bevolking de kwestie ‘in principe een crisis waard’ vond. Een kleine 35 procent vond van niet.
Dat betekent dus dat het deel van de bevolking dat voor een crisis is, minder dan de helft is. Toch was dit voor Bos genoeg. Want ook de oppositiepartijen in het parlement waren tegen.
Maar die zijn vaak tegen de voornemens van Bos en het kabinet. Waarom die geluiden nu wel en eerder niet gebruiken?
Als Bos zichzelf als een volksvertegenwoordiger ziet, en minder dan de helft van de bevolking Uruzgan een crisis waard vindt, dan is de Uruzgankwestie dus geen crisis waard, me dunkt. De voorkeur gaat in de Nederlandse politiek ten slotte uit naar of een meerderheidsbeslissing – dat betekent: meer dan de helft is voor een crisis – of het poldermodel. Dat betekent: tot 1 maart onderhandelen over een mogelijke bijdrage aan de toekomst van Afghanistan.
Maar zo ziet Bos de zaken niet. Hij wil – volstrekt willekeurig, want andere “heilige huisjes” zijn wel te koop – vasthouden aan een besluit van drie jaar geleden. Wellicht omdat dit standpunt een verkiezingsbelofte was. En een verkiezingsbelofte breken is slecht voor de geloofwaardigheid van een politieke partij. Zeker in tijden van verkiezingen.
Uiteindelijk ging het ook in deze crisis dus weer om geloofwaardigheid. Zoals het in de politiek bijna altijd om geloofwaardigheid gaat. En met de gemeenteraadsverkiezingen voor de deur, heeft de PvdA een besmet blazoen op te poetsen, wat betreft die geloofwaardigheid.
Maar die geloofwaardigheid is volgens mij altijd een wassen neus. En dat komt door de aard van onze verkiezingen.
Want stelt u zich de komende verkiezingen eens voor, vlak voor de zomer. De PvdA toert door het land en belooft iedereen die op hen stemt, dat de voordeur van de koningin rood zal worden geverfd.
Gelijktijdig rijdt ook Mark Rutte van de VVD door het land. Hij belooft zijn kiezers dat de voordeur van Beatrix blauw zal worden gemaakt.
En als de verkiezingen zijn geweest en de stemmen zijn geteld blijkt dat een kwart van de bevolking een rode voordeur wil en kwart een blauwe. Er is dus geen absolute meerderheid voor een primaire kleur. De andere helft van de stemmen wordt verdeeld onder de oppositiepartijen, met andere kleuren of geboden (een groene deur, een glazen deur met huisnummer 66 er op, een deur met een bordje ‘verboden toegang voor vreemden’ en een doodskopje er onder).
En wat gebeurt er dan?
Bos en Rutte gaan als volksvertegenwoordigers met het grootste mandaat overleggen en komen er samen met Beatrix uit. De nationale voordeur wordt paars geverfd.
En voor het idee – en de meerderheid in het kabinet – komt er een huisnummer op. Paars 66.
Sounds familiar?
Alle oplossingen die het daarop aangestelde kabinet vervolgens aandraagt, zijn verder paars van kleur. Hoewel er niemand was, die specifiek op een paarse kleur had gestemd. Sterker nog: als de blauwe stemmers hadden geweten dat de deur paars zou worden, hadden ze op dat bordje met verboden toegang gestemd.
Liever een blauwe deur met een lelijk bordje dan een lelijke kleur, denken die
Zo lang partijen zich voor de verkiezingen niet uitspreken over een voorkeurscoalitie, blijft politieke geloofwaardigheid een illusie. Of een troef, waarmee op de verkiezingen wordt ingezet. En zodra de pot is gewonnen, is die troef gespeeld en voorbij.
In het kaarten hoef je met een troefkaart immers ook geen kleur te bekennen.
Het zou zo fijn zijn als je kon stemmen op een coalitie waarvan de kleur duidelijk was. Dan is geloofwaardigheid ook niet langer een probleem.
Nou ja, het is zaterdagmorgen en buiten schijnt de zon. De radioweerman vertelde me net dat het vanmiddag gaat sneeuwen. De lucht is hier strakblauw. Maar ik vertrouw hem wel. Ik ga dus nog snel even een blokje om. Vanmiddag zit ik weer binnen.