Gedurende het priemjaar 2011 maakt audiokunstenaar Harold Schellinx een geluidskiekje van tien seconden. Elke dag van de week, op steeds wisselende uren. Of hij nou in Amsterdam of in Parijs is, in Brussel of in Kyoto, in Brooklyn of in Wiesengrund. Iedere zondag hoor je op hard//hoofd de zeven geluidsprentjes van de week daarvoor, aaneengeregen tot een stukje van 70 seconden: de tijd die het ook ongeveer zal kosten om het bijhorende tekstje te lezen. Op precies hetzelfde moment maakt fotograaf Pieter van Wynsberge ergens een foto...
SEVENTY SECONDS [ 50 / 52 ]
In de vochtige hobbykelder van de Rooms Katholieke jongensschool oreerde pater Wouter onder de handenarbeid lessen ononderbroken over het stichtelijke van zagen, schroeven, vijlen, schaven, lakken, rekjes en krukjes, dat hem steevast, maar vooral in de herfst, via filosofen als Kant, Schelling en Kierkegaard leidde naar zijn favoriete beeld van het leven, het denken, het zijn, het bewustzijn, God en de wereld: de doolhof. Ja, als je er goed over nadacht, wat was er eigenlijk niet aan een doolhof gelijk? ‘Het beeld van de doolhof past op alles ... an sich ...’ riep pater Wouter. Zijn bleke wangen kleurden er rood van. Hij zette zijn zaag op het kaarsrechte potloodstreepje dat hij net op een blank houten balkje had getrokken en maakte daar voorzichtig een eerste kleine inkeping. ‘Ook ons lichaam is zo’n wirwar van gangen en kanalen, hè, pater Wouter,’ zei ik, om een goede indruk te maken en te laten merken dat ik het begrepen had. ‘Dat is ook net een labyrint, met al die aders en bloedvaten en darmen en zo...’ Er verscheen een scheef lachje rond de mond van pater Wouter. Hij streek met een hand door zijn goudblonde kuif. ‘Heel goed zo, jongen,’ zei hij. ‘Ook ons lichaam is een doolhof. Maar dan wel een dwaal in een dwaal in een óverdwaal... Want elke uitgang is een ingang.’
En met één verbeten, felle ruk zaagde hij zijn balkje in twee.
10 - 16 december 2011
Heerlen, Amsterdam, Vincennes (5)