Vrijdag 18 januari vind er weer een editie van het Entrée Late Night Café plaats, als altijd interpreteert hard//hoofd het thema van de avond. Sanne schrijft over schandalige kunst, Van Gogh, Picasso en Warhol. Friso maakte een illustratie over wat wij in Nederland als het grootste schandaal beschouwen: hondenpoep.
Kunst en controverse gaan hand in hand. Van een kunstenaar wordt bijna verwacht dat hij schandalen veroorzaakt, of het nu met zijn werk is of met zijn over the top persoonlijkheid. Waren kunstenaars ooit serieuze ambachtslieden, veelal in dienst van koning of kerk – sinds de negentiende eeuw is De Kunstenaar het aan zichzelf en zijn vak verplicht om zich te modelleren naar een van de drie archetypen: de Tragische Held, het Wonderkind of de Popster. Mijn favoriete schandaalkunstenaars, en hun meest aanstootgevende momenten.
Van Gogh: De Tragische Held / Schandaal: Het Oor van Van Gogh
Vincent van Gogh is de Kurt Cobain van het post-impressionisme. Onze vaderlandse held, wiens beeltenis in mijn hoofd voorgoed verankerd is met de koektrommel in mijn ouderlijk huis, leidde een mislukt leven als verschoppeling in Zuid-Frankrijk, waar hij ondanks chronische miskendheid een oeuvre bij elkaar schilderde dat hem de beroemdste kunstenaar aller tijden zou maken. De vele mythes en halve waarheden rond Van Goghs persoon culmineren in dit nog altijd schokkende zelfportret.
Zelfportret met verbonden oor en pijp (1889)
Na een ruzie met Paul Gauguin, die in die tijd bij hem logeerde in het Gele Huis in Arles, had Van Gogh in wanhoop een deel van zijn oor afgesneden met een scheermes. Het wordt altijd gezien als exemplarisch voor Van Goghs tragiek: niemand begreep hem en zelfs zijn beste vriend liet hem in de steek. Na het oor-incident belandde hij in het ziekenhuis, en daarna in een kliniek in Saint-Remy-de-Provence. Hij zou sterven in Auvers-sur-Oise, na zichzelf in de borst te hebben geschoten met een pistool.
In 2011 verscheen een biografie van Van Gogh door Stephen Naifeh en Gregory White-Smith, waarin onze ultieme tragische held wordt neergezet als een onuitstaanbare en doodvermoeiende figuur met extreme stemmingswisselingen, die zijn omgeving tot wanhoop dreef. Ondanks alles is zijn familie, aangevoerd door broer Theo, hem altijd blijven steunen.
Picasso: Het Wonderkind / Schandaal: Picasso en de Vrouwen
Pablo Ruiz y Picasso heeft op geen moment in zijn lange leven (1881-1973) geweten wat miskendheid was. Zijn ouders herkenden zijn artistieke talent en zorgden ervoor dat hij op dertienjarige leeftijd al werd toegelaten op de kunstacademie van Barcelona. In 1905 werd hij ontdekt door de Amerikaanse kunstverzamelaars Leo en Gertrude Stein, en wist hij zich te ontwikkelen tot de meest succesvolle kunstenaar van de twintigste eeuw. Picasso’s werk maakte een onvoorstelbare evolutie door – iedereen heeft wel een favoriet Picasso-tijdperk (het mijne is zijn Roze Periode) - maar zijn artistieke evolutie was sterk afhankelijk van Pablo’s favoriete inspiratiebron: vrouwen. Nu is daar op zich natuurlijk niets mis mee. Zonder muzes (m/v) zou iedereen kunst moeten gaan maken over koffiezetten en boodschappen doen, en daar zitten we niet op te wachten. Maar voor Picasso waren er slechts twee soorten vrouwen: godinnen of deurmatten. En al zijn echtgenotes en minnaressen eindigden onvermijdelijk als dat laatste. Fernande Olivier, Eva Gouel, Olga Khokhlova, Marie-Thérèse Walter, Dora Maar, Françoise Gilot en Jacqueline Roque: alle zeven jonge, intelligente vrouwen, vaak zelf kunstenaar en met gemak te linken aan een bepaalde periode in Picasso’s carrière.
Marie-Thérèse en Jacqueline Roque pleegden kort na Picasso’s dood zelfmoord. Dora Maar zou later krankzinnig worden, evenals zijn eerste vrouw Olga Khoklhova. Dora Maar, een belangrijke figuur binnen het Surrealisme, had een relatie met Picasso van 1936 tot 1944. Toen Maar en Marie-Thérèse elkaar per ongeluk ontmoetten in Picasso’s atelier, eisten ze van hem dat hij tussen hen zou kiezen. "Zoek het zelf maar uit", zei Picasso, en hij beschreef het daarop volgende gevecht tussen de twee vrouwen als “een van zijn favoriete herinneringen”. Picasso verwachtte van iedere vrouw in zijn leven dat ze het werk van De Sade las; uit zijn fragmentarische vrouwenfiguren spreekt naast passie vooral heel veel woede en sadisme.
Andy Warhol: De Popster / Schandaal: De Moordaanslag
Het is bijna ironisch dat Andy Warhol (1928-1987) in de jaren zestig de hipste kunstenaar van New York werd, wiens schilderijen voor miljoenen verkocht werden. Hij was een dodelijk verlegen hypochonder die een pruik droeg om zijn premature kaalheid te verbergen, en nog homoseksueel ook. Warhol nam ijkpunten van de Amerikaanse massacultuur en maakte ze tot kunst. Hij maakte een zes uur durende film van een slapende man en was geobsedeerd door filmsterren; hij toverde met symbolen van leegheid. "Zijn Campbell-blikken, mooie gezichten en verwrongen autowrakken (...) suggereren dat onze tijd relatief vrij is van intellectuele en spirituele waarden", schreef tijdgenoot David Bourdon.
The Marilyn Dyptich (1962)
In de Factory omringde Warhol zich met beroemde dragqueens als Ultra Violet en Candy Darling, It Girls Nico en Edie Sedgewick en een bont gezelschap artistieke types, drugsverslaafden en nieuwsgierige thrillseekers. In 1968 ging het mis. Op een drukke avond in de Factory haalde Valerie Solanas - die eerder dat jaar figureerde in een film van Warhol – een pistool tevoorschijn en loste een aantal schoten. Warhol raakte zwaargewond. Solanas was de auteur van het SCUM Manifest, een seperatistisch-feministische aanval op alle mannen (SCUM wordt vaak gezien als een afkorting van ‘Society for Cutting Up Men’). Het neerschieten van Warhol zou op enige manier verband houden met SCUM, maar het bleef onduidelijk hoe. Na dagen was Warhol pas buiten levensgevaar. Hij betreurde het nog het meest dat de moordaanslag niet was vastgelegd: "If only she had done it while the camera was on!".
-
Illustrator Friso Blankenvoort interpreteerde het Entrée-thema en kwam tot de conclusie dat wij niets schandaliger vinden dan hondenpoep.