In Re: kijkt hard//hoofd van een afstandje naar actuele zaken. Deze keer in plaats van een I.M. de herinneringen die horen bij het beroemde 'bananenalbum'. Vaarwel Lou.
Mijn wiskundeleraar had een open maagklep, daarom hield iedereen in de klas zich liefst zo ver mogelijk van de differentiaalvergelijkingen die hij in onze nog niet volgroeide breinen probeerde te stoppen. In plaats daarvan werd er gekletst, gekeet, getekend of naar muziek geluisterd. Dat laatste was de tactiek van mijn beste vriend en mij. We luisterden 'Venus in Furs' van The Velvet Underground & Nico op een mp3-speler. Zin voor zin schreven we het lied uit. Gefascineerd keken we naar het ruitjespapier. Daarop stonden dingen gekrabbeld als: Shiny, shiny, shiny boots of leather / Whiplash girlchild in the dark en: Severin, your servant comes in bells, please don't forsake him / Strike, dear mistress, and cure his heart. We waren nog niet geheel ingeleid in de mysteries van de menselijke seksualiteit, maar Lou lichtte een tipje van de sluier. Het was duister, heel duister, maar oh zo spannend.
Enkele maanden later zou mijn vriend als eerst een stapje dichterbij de duistere liefde komen toen hij een vriendin kreeg. Het desbetreffende meisje was, helaas voor mij, mijn beste vriendin. Zo raakte ik maandenlang verstrikt in een driehoeksverhouding van Twilight-proporties. Het ging aan, het ging uit, er was jaloezie, romantiek, ruzie. Als de goeie vriendin die ik was, luisterde ik uren naar het geweeklaag van mijn twee beste vrienden. Maar in plaats van opgelucht te zijn dat ik niet door deze emotionele helletocht heen hoefde, begon ik het steeds erger te vinden dat ik zelf geen lief had. Tot overmaat van ramp sliep ik tijdens oud en nieuw in één kamer met mijn twee vrienden toen zij besloten hun relatie weer nieuw leven in te blazen. Ik hoorde hem voor haar het romantische 'I’ll be your mirror' zingen: I'll be your mirror / Reflect what you are, in case you don't know / I'll be the wind, the rain and the sunset / The light on your door to show that you're home. Zachtjes huilend hield ik me stil zodat ik hun moment niet zou verstoren.
Illustratie: Floris Solleveld
Ik ontsnapte aan mijn Wertheriaanse eenzaamheid door veel te feesten. Zo herinner ik me een feest bij mij thuis. Mijn ouders waren een nacht weg en ik nodigde een stuk of twintig pubers uit voor een drankgelag. Ze deden zich te goed aan Apfelkorn, Passie, goedkope wijn, wiet en hasj. Lachend, dansend, zoenend, omvallend en luisterend naar 'I’m waiting for the man' en 'All tomorrow’s parties' waanden we ons in het rijtjeshuis in Amersfoort even net zo cool en onverschrokken als Lou en Nico in New York. Toen ik ’s ochtends wakker werd en de halflege glazen, de uitgestampte peuken, de omgevallen stoelen en de berg brakke tieners in één bed zag, zette ik keihard 'Sunday morning' op en glimlachte.
Die glimlach zou me snel vergaan, want daar was de nacht dat ik eindelijk zoende met mijn grote, geheime liefde: een getroebleerde jonge dichter die alles gebruikte wat God verboden had en huisde in een door kaarsen verlichte zolder in het illustere dorpje Achterveld. Er was wijn, er was wiet, en er was 'Heroin' van Reed. Twee onweerstaanbare bruine ogen achter gordijntjes van bruine krullen keken me volkomen stoned aan – ik smolt. Toen we zoenden, proefde ik voornamelijk het residu van acht joints, maar dat kon me niet schelen. Ik was in de zevende hemel. Bovendien werd mijn geluk vergroot door het feit dat ook mijn beste vriend op dat moment in de kamer lag – wraak! Ik ben een Femme fatale! Dacht ik. Drie dagen later fietste ik snikkend naar huis omdat mijn dichter voor mijn ogen met een ander meisje zoende.
Thuis zette ik 'There she goes again' op, en daarna 'The black angel’s death song':
Now take a look, there's no tears in her eyes
Like a bird, you know she will fly, fly, fly away
-
Don't scream, try between
If you choose, if you choose, try to lose
For the loss of remain come and start
Start the game i che che che che i
Che che ka tak koh
Choose to choose
Choose to choose, choose to go
Zo loodste Lou me door mijn tienerjaren heen. Met zijn vele odes aan de outsider gaf hij me hoop. Ik ging zelf experimentele songteksten schrijven (die godzijdank niet bewaard zijn gebleven) en troostte me met Lou’s biografie. Als tiener was Lou onhandelbaar en bovendien biseksueel, dus werd hij behandeld met elektroshocktherapie in een Amerikaanse inrichting à la One flew over the cuckoo’s nest. Uiteindelijk kwam hij John Cale, Andy Warhol en Nico tegen en werd hij een rockster in New York. Dat vond ik mooi. Bovendien zag ik in dat mijn eigen tienerleven zo slecht nog niet was.
Ik raakte Lou na Berlin een beetje uit het oog , maar zijn teksten, stem en riffs blijven me dierbaar. Satellite’s gone, up to the skies – dag Lou.
-
Maite Karssenberg (1989) doet momenteel een onderzoeksmaster Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.