In Re: kijkt hard//hoofd van een afstandje naar actuele zaken. Emy huivert bij de gedachte dat types zoals meester Frans straks bindend advies mogen geven.
In heel Nederland zijn ouders van kinderen in groep 8 onrustig dan wel ongerust, waarschijnlijk beide, omdat dit jaar voor het eerst een ‘bindend schooladvies’ geldt. Voor 1 maart moeten basisscholen een definitief advies geven welk niveau elk kind aankan. Bij het toelaten van nieuwe leerlingen, moeten middelbare scholen kijken naar dat advies, de CITO-toets lijkt er nauwelijks meer toe te doen.
Ik ben geen ouder, laat staan van een kind in groep 8, maar het bindend schooladvies maakt ook mij een beetje onrustig en ongerust. Het klinkt heel mooi natuurlijk: vertrouwen op het oordeel van de leraar, die het kind een jaar of langer heeft meegemaakt, die het kind echt in kan schatten, in plaats van zoveel macht te geven aan dat ene toetsmoment, die gekke CITO-toets. Van die toets schoot iedereen maar in de stress, met oeverloos CITO-trainen tot gevolg.
Het probleem is: het oordeel van de leraar hoeft niet per definitie beter te zijn dan de CITO-score. Ik zou vast positiever zijn over het bindend schooladvies, als ik niet zelf had gezien hoe verkeerd zo’n schooladvies kan uitpakken.
In groep 8 had ik een vriendinnetje dat ontzettend intelligent was: I. Vooral als het op grammatica aankwam, stak I. met kop en schouders boven de rest van de klas uit. Dat zij naar het vwo zou gaan was voor ons allemaal duidelijk, het was alleen nog de vraag of ze naar het gymnasium of naar het tweetalig vwo zou gaan.
Toen kwam echter het schooladvies van meester Frans: mavo.
Mavo.
De klas was geschokt, we snapten er niets van. Dit was eind jaren negentig en we hadden het woord ‘kut-Marokkaan’ gelukkig nog nooit gehoord, maar door de reacties van onze ouders drong het langzaam tot ons door wat hier aan de hand kon zijn. I. was een Marokkaans meisje. Meester Frans bleek een racist, of op zijn minst een man die Marokkaanse meisjes onderschat. Op onze overwegend blanke school was dit voor de meeste kinderen in mijn klas de eerste echte kennismaking met discriminatie.
Met I. is het uiteindelijk allemaal goedgekomen. Haar CITO-toets gaf een duidelijke vwo-score. Omdat er toen nog geen ‘bindend schooladvies’ was, hadden haar ouders met de CITO-score een objectieve maat in handen en kon er een compromis gevonden worden: havo/vwo. Na een jaartje havo/vwo kon ze dan toch naar de verdiende vwo-klas. Inmiddels is I. gemeenteraadslid. Of meester Frans nog leeft weet ik niet, maar ik hoop van wel. Ik hoop dat hij nog steeds in dezelfde stad woont en I.’s lachende gezicht steeds tegenkomt in de kranten en op verkiezingsposters.
Voor de meeste klassen staat waarschijnlijk geen meester Frans, maar kunnen we er echt op vertrouwen dat leraren hun persoonlijke voorkeuren en vooroordelen geen rol laten spelen bij hun advies? Dat ze de intelligentie zien van die drukke jongen en dat tuttige meisje? Dat ze de I.’s op onze basisscholen niet klein houden?
Die combinatie van schooladvies én CITO, wat was daar mis mee?