Jozien Wijkhuijs vond het in eerste instantie moeilijk zich te identificeren met Hedy d’Ancona. Geheel onterecht, want de derde aflevering van Zomergasten bood troost en een vurige aanmoediging van positiviteit en activisme.
‘De duivel kruipt waar hij niet gaan kan’, zei Hedy d’Ancona toen Thomas Erdbrink voor de zoveelste keer ‘u’ zei in plaats van ‘jij’. Ik kon hem geen ongelijk geven, D’Ancona is een echte ‘u’, statig, intelligent en een tikkeltje elitair. Een vrouw die ik normaal gesproken intimiderend vind. Toch ging ik getroost slapen toen de derde aflevering Zomergasten voorbij was.
Getroost, omdat de hoofdpersoon van de avond een positivisme en activisme heeft weten te bewaren waar ik af en toe keihard voor moet vechten. Getroost, ook, omdat ik soms kamp met een kinderlijke angst om oud te worden en D’Ancona zelfs het woord ‘leuk’ gebruikt in relatie tot het voorbijgaan van de tijd. Omdat dat ‘leuk’ niet per se hoeft te betekenen dat je je niet meer kwaad kunt maken om dingen, maar wel een bepaalde relativering in zich draagt die prima samengaat met een diepgeworteld activisme. D’Ancona gaf er in deze 3 uur geen blijk van dat ‘dat activistische wel overgaat als je ouder wordt’. Het wordt hoogstens meer uitgekristalliseerd.
‘D’Ancona gaf er in deze 3 uur geen blijk van dat “dat activistische wel overgaat als je ouder wordt”’
Na twee uur vraagt Erdbrink of de Wet Gelijke Behandeling, in 1993 met succes door D’Ancona verdedigd in de Tweede Kamer, nu niet onder druk komt te staan omdat er nog steeds mensen zijn die homo’s pesten. D’Ancona legt hem rustig uit dat een wet niet betekent dat iedereen zich eraan houdt. Tot zover niets nieuws. Dan zegt ze: ‘ik maak vaak mee dat jongere feministen aan mij vragen wat er nog te doen is, nu de Wet Gelijke Behandeling er is.’ Een vraag (‘Wat willen vrouwen nou nog, ze zijn toch gelijk voor de wet?’) die iedereen die zich kwaad maakt over genderzaken ooit krijgt. Maar hier geeft D’Ancona een antwoord dat even simpel als doeltreffend is, een soort korte versie van menig Correspondent-artikel: ‘Wij wilden als feministen de samenleving zo veranderen dat iedere man, iedere vrouw evenveel deed aan het werk binnenshuis als buitenshuis. Dat wilden we bereiken door een algemene verkorting van de arbeidstijd, de 5-urige werkdag voor iedereen. Dat hebben we niet gehaald, het eerlijk delen van de zorg en brood op de plank.’ De kortere werkweek als feministisch concept, nog niet gerealiseerd omdat ‘maatschappelijke verandering kan, maar lang duurt’.
Ook haar korte toevoeging schittert van eenvoud en noodzaak: ‘En dan zeg ik nog iets. Kijk om je heen, kijk wat er in de wereld gebeurt met vrouwen, dat is zo rampzalig dat je niet achterover kunt gaan zitten en zeggen: “het is eigenlijk wel geregeld.”’
‘Moet je mensen die discrimineren serieus nemen? Moet je daar begrip voor hebben?’
Mijn favoriete moment was na een fragment van Van Kooten en De Bie, de Tegenpartij. In het fragment bespreken de twee heren een Nederland waarin etniciteiten een eigen ‘provincie’ hebben. Een fragment dat ik, ondanks de grappige ondertoon, bijzonder pijnlijk vind. Regelmatig maak ik me kwaad om de toegeeflijkheid van politici tegenover discriminatie en racisme, vanuit het idee dat je ‘iedere mening serieus moet nemen’, ook als die mening inhoudt dat niemand rouwt om een Syriër meer of minder. Als je iemand daarop aanspreekt, ben je (god verhoede) politiek correct, terwijl in de politiek allang de norm bestaat dat Iedere Mening Telt.
Vrolijk, maar wel duidelijk, zegt D’Ancona hierover: ‘Ik kan me niet voorstellen hoe je anders dan door discriminatie en racisme te ridiculiseren er iets aan kunt doen. Zodat mensen gewoon zien hoe bespottelijk dat is. Moet je serieus nemen dat mensen discrimineren? Moet je daar begrip voor hebben?’ Nee, Hedy, dat hoeft niet. Fijn dat je ons daar even aan herinnert. Daar is dat tikkeltje elitaire dan toch. Maar misschien is dat hier gewoon nodig.
Still uit Zomergasten