Het voetbalseizoen nadert de ontknoping; de spanning bereikt een hoogtepunt. Sportpsycholoog in spe Vincent Siderius schrijft de komende weken aan een penaltygids. Hierin gaat hij in op de mentale aspecten van het nemen van een strafschop, opdat we allemaal leren presteren onder enorme druk. Dit is deel II.
Het is een klein stukje; van de middenlijn naar de penaltystip. Een meter of veertig, meer kan het niet zijn. Je zet de eerste stap vooruit en verlaat daarmee de veilige haag die wordt gevormd door je teamgenoten. Nu ben je alleen. Zestigduizend paar ogen zijn op jou gericht. Je hoort een onrustbarend rumoer vanaf de tribunes op je neerdalen. Tientallen camera’s nemen elke expressie op je gezicht waar, en je weet dat honderden miljoenen mensen die expressie van hun scherm af kunnen lezen. Je bent halverwege. Het besef dat het resultaat van jouw actie straks collectief gedachtegoed wordt, sijpelt binnen. Bij succes betekent dit eeuwige roem, maar bij falen ligt levenslange hoon op de loer. Hoe lang ben je al aan het lopen? Het lijkt een eeuwigheid. Elke beweging die je doet voelt raar; te bewust. Je richt je op je taak. Dit heb je al honderden keren gedaan, maar hoe ook alweer? Bal neerleggen, een paar stappen naar achteren zetten, hoek uitkiezen, aanloop nemen, standbeen stevig vlak naast de bal neerzetten en het leer hard met je wreef raken.
Een strafschoppenserie doet iets met een voetballer, zeker omdat er veel van het resultaat afhangt. De WK-finale van 2006 werd beslist door strafschoppen. De meest conservatieve schatting van het aantal mensen dat deze finale zag ligt op 250 miljoen. De FIFA beweert zelfs dat er een miljard mensen keken. De druk die dat met zich meebrengt is onvoorstelbaar en beïnvloedt zelfs de beste spelers van de wereld.
Ervaren druk doet het zelfbewustzijn groeien en wekt een gevoel van angst op. Je wilt die angst wegnemen door je te focussen op je taak: die penalty binnen schieten. Maar jouw verhoogde zelfbewustzijn zorgt er op dit moment voor dat je een perfect geautomatiseerde techniek gaat ontleden. Waar je er normaliter niet eens over nadenkt hoe je de beweging uitvoert, bedenk je nu waar je welk lichaamsdeel op de centimeter nauwkeurig zult gaan plaatsen. Het ironische is dat de extra aandacht die je schenkt aan de techniek er juist voor kan zorgen dat de kans dat je het verprutst groter wordt. Elke tussenstap wordt namelijk ontvankelijk voor een fout, zoals het misplaatsen van het standbeen door Antoine Griezmann in de halve finale van de Champions League. Bij het nemen van een penalty tijdens een training bedenk je ook niet met welk gedeelte van je voet je de bal precies wilt raken. Je vertrouwt op het automatisme dat er door de jaren heen is ingeslepen.
Je moet terug naar je automatisme
Door van alle losse onderdelen weer een geheel te maken voorkom je dat je de techniek gaat ontleden. Je moet terug naar je automatisme. Door niet specifiek na te denken over elk onderdeel – Hoeveel stappen neem ik in mijn aanloop? Waar zet ik mijn standbeen neer? Met welk gedeelte van mijn voet raak ik de bal? – maar het proces te bundelen onder één noemer, lijm je ze weer aan elkaar. Schiet je jouw penalty altijd hard en strak, laag in de hoek? Dan worden jouw signaalwoorden: ‘hard en strak’. Schiet jij altijd geplaatst buiten het bereik van de keeper? Dan wordt jouw signaalwoord: ‘zuiver’. Op het moment dat je de penalty gaat nemen laat je het mantra ‘zuiver’ door je hoofd resoneren. Het automatisme neemt de beweging over van je bewustzijn en leunt op alle honderden penalty's die je in je leven hebt genomen.
Dit principe geldt natuurlijk voor elke geautomatiseerde handeling en bij elke mate van ervaren druk. Had ik dat maar geweten toen ik als 12-jarig keepertje voor het eerst doeltrappen moest nemen op een groot veld. Iedereen die kijkt hoe jij een bal zo ver mogelijk probeert te trappen. Je wilt niet weten hoe vaak ik toen de mist in ben gegaan. De druk was voor mij op dat moment hoog genoeg om keer op keer te falen, terwijl ik prima een bal kon schieten.
Bij elke teamsport zijn er momenten waarop één iemand de verantwoordelijkheid krijgt over een bepaalde situatie. Denk hierbij aan een strafcorner bij hockey, serveren bij volleybal, een vrije worp bij basketbal, of aan slag zijn bij honk- of softbal. Maar ook bij individuele sporten komen zulke momenten voor: de service bij tennis, elke slag bij golf, en elke worp bij bowlen. Ieder dood spelmoment – het moment waarop het spel stilligt voor een actie – is vatbaar voor het ontleden van een geautomatiseerde handeling.
Mocht je zo’n moment herkennen, bedenk dan van tevoren welk signaalwoord je aan jouw proces wilt geven en oefen de hele situatie een keer in gedachte. Bedenk wanneer je een signaalwoord nodig hebt, welke actie je op dat moment gaat uitvoeren, en welk woord je gaat gebruiken. Hierdoor prent je het gebruik van het signaalwoord in. Of je dit nu als prof onder het toeziend oog van miljoenen mensen doet, of als 12-jarige op een bijveldje van de plaatselijke amateurclub: een signaalwoord kan ervoor zorgen dat je op het moment suprême beter presteert onder druk.
Vincent Siderius is prestatiepsycholoog en helpt sporters door te kijken wat ze nodig hebben om op het juiste moment al hun vaardigheden ten volste te benutten.
Nastia Cistakova is een illustrator. Ze is boos op de wereld dus probeert ze met een hoge dosis humor, absurditeit en brutale uitspraken mensen wat langer stil te laten staan bij diverse onderwerpen. Haar hart gaat sneller kloppen van t-shirtteksten, mensen in scootmobielen, knalblauw en de ‘shhh-oorlog’ in de stiltecoupé.