Asset 14

Over een goede daad

Jan was getuige van zinloos geweld en besloot het daar niet bij te laten. Maar geen goede daad blijft onbestraft. "Het drukkende besef dat ik anders had gehandeld bleek sterker dan de overtuiging dat ik juist had gehandeld."

Boven mijn bureau hangt een briefje met een citaat: “Het is moeilijk om juiste oordelen uit te spreken over mensen in hun totaliteit. Je kunt relatief gemakkelijk oordelen uitspreken over daden, over handelingen. Maar over de mens daarachter?” Ik probeer naar die woorden te leven: mensen niet vlug te veroordelen of ze te snel op een voetstuk te plaatsen, wanneer ik me ook kan beperken tot uitspraken over hun daden of woorden.

Het was Hemelvaartsdag, maar voor een ZZP'er in een compleet geïndividualiseerde maatschappij – eentje die ook nog eens behoorlijk slecht is in geld verdienen – is dat een uitstekende dag om te werken. 's Ochtends had ik thuis wat aangerommeld. Ik was niet echt productief geweest, maar dat ben ik zelden. Rond het middaguur ging ik naar het station, anderhalf uur later was ik in Amsterdam. Ik besloot mezelf te trakteren op een kop koffie, het is tenslotte maar een keer Hemelvaartsdag. Ik fietste naar een terras waar ik een paar jaar terug vaak zat. Koffie, sigaret, boek, de belangrijkste ingrediënten waren er, alleen de zorgeloosheid van zes jaar eerder weigerde aan te schuiven. Het had iets van een slechte imitatie: terwijl ik daar zat, vroeg ik me af waar de grens ligt tussen een gewoonte en een parodie op vroeger geluk.

Ik zat aan een klein tafeltje aan het uiteinde van het terras. Het was druk op het Spui. Bezette bankjes en terrasstoelen, veel slenterende toeristen en daartussendoor hardfietsende Amsterdammers. Zelfs op Hemelvaartsdag overheerste de haast.

Het was twee uur 's middags en de onbestemde kreten kwamen langzaam dichterbij.

Eerst hoorde ik wat geschreeuw in de verte. De eerste donderslag binnen gehoorsafstand – je weet wat voor geweld het moet zijn, maar op een veilige afstand boezemt het weinig angst in. Bij de tweede slag, iets dichterbij, neemt de spanning toe, als de eerste tonen van Nina Simones 'Sinnerman'. Where are you gonna run to? klinkt het dreigend. De eerste regendruppels vallen en dan volgt de derde klap, die aan alle illusies een einde maakt.

Op het Spui scheen de zon met een zekere mildheid, op het gedesinteresseerde af, het was twee uur 's middags en de onbestemde kreten kwamen langzaam dichterbij.

Na een paar minuten zag ik ze: drie mannen stonden tussen het Lieverdje en het nieuwscentrum van boekhandel Athenaeum, ze leken in een heftige discussie verwikkeld maar spraken een taal die ik niet kon thuisbrengen. Het trio viel uiteen in een tweetal en een eenling.

Het tweetal bestond uit een kale licht gezette man van in de dertig met een hoofd als een slordig geschilde aardappel en een man met sluik, vies haar, het gezicht daaronder was verwrongen grijns, als een leren laars die te lang opgevouwen in een kast had gelegen.

Geen van de mannen was volledig bij zinnen, maar de eenling was duidelijk het verst heen. Waarschijnlijk was hij dronken, maar uit zijn doen en laten sprak ook een voorgeschiedenis: zijn motoriek, slurred speech en verdwaasde, bloeddoorlopen ogen vormden een altijd vers litteken van jarenlang drank- en drugsmisbruik. De man leek me waanzinnig. Hij droeg een groen vest en een bruine broek.

Het tweetal beschuldigde de eenling ergens van. De man met het aardappelhoofd wees verontwaardigd naar de hals van zijn T-shirt, dat er uitgelubberd bijhing. De eenling nam de beschuldigingen niet licht op, schreeuwde net zo hard terug en stroopte demonstratief zijn mouwen op. Hij en het aardappelhoofd liepen een beetje duwend en trekkend heen en weer, de grijns volgde op een veilig afstandje: hij leek niet volledig te bestaan. Half mens en half spook.

Er gebeurde iets wat de gezapige correctheid, dat sluimerende Madurodamgevoel van de Amsterdamse binnenstad, verscheurde.

Terwijl het aardappelhoofd en de eenling op een veilige twintig meter afstand elkaars stemverheffing probeerden te overtreffen, betrapte ik mezelf op iets dat op plezier leek. Wat fijn, dacht ik, dat er iets gebeurde wat zo overduidelijk niet klopte. Er gebeurde iets wat de gezapige correctheid, dat sluimerende Madurodamgevoel van de Amsterdamse binnenstad, verscheurde. Dronken volwassen mannen die om twee uur 's middags ruziënd over straat gaan, het voelde als een echo uit de tijd dat de roman volwassen werd, een tafereel uit Dostojevski's Sint-Petersburg. Ik werd op een zelfgenoegzame manier blij van wat ik zag, alsof de cynicus in mij weer eens zijn gelijk haalde en zei: “Zie je wel, soms zijn de dingen tragisch en naar en kut.” Twee tragische mannen midden op straat met elkaar overhoop liggend, ongetwijfeld vanwege een of ander onbeduidend misverstand.

Ze waren de straat over gestoken en tot vlak bij mijn tafeltje genaderd toen de eenling, overduidelijk de zwakkere partij, plotseling uithaalde. Hij sloeg met een vlakke hand en maakte zo'n omslachtige, cartooneske beweging – een halve pirouette in slow motion – dat het aardappelhoofd hem met gemak had kunnen ontwijken, ware het niet dat ook hij in een andere tijdsdimensie leek te bestaan. De klap miste kracht, maar de vingertoppen raakten het oog van het aardappelhoofd. Hij leek alles drie keer langzamer te registeren dan het in werkelijkheid gebeurde, noem het 'vroegerheid van geest'. Het aardappelhoofd bleef staan met een blik van verbazing die groteske vormen aannam. Hij hield zijn linkerhand op zijn linkeroog, zijn rechteroog begon na een paar seconden voorzichtig felle verontwaardiging uit te stralen, als een patiënt die nog niet helemaal is ontwaakt uit zijn narcose, maar wel doorkrijgt dat het verkeerde been is afgezet.

Illustratie: Wouter van der Vegt

De eenling was de straat weer overgestoken maar in plaats van de benen te nemen, bleef hij met een mengeling van vrees en triomfisme met zijn rug tegen een steiger voor boekhandel Athenaeum staan kijken naar wat hij had aangericht. Het aardappelhoofd, duidelijk bezeten door de diepe maar nogal banale verontwaardiging van iemand die meer alcohol opheeft dan hem onrecht is aangedaan, verzamelde zijn zinnen en stak ook de straat over. Hij sloeg met zijn rechtervuist de eenling met het groene vest en de verdwaasde blik vol in het gezicht. Terwijl ik probeerde te bevatten wat er gebeurde, schoot tot mijn stomme verbazing een regel van W.B. Yeats door mijn hoofd.

Things fall apart; the centre cannot hold;
Mere anarchy is loosed upon the world.

Zinloos geweld is zo vanzelfsprekend onzinnig. Er iets aan doen lijkt al helemaal een hopeloze onderneming.

Zinloos geweld, hoe vaak maak je het nu eigenlijk van dichtbij mee? Het woord heb ik de laatste tijd eigenlijk weinig gehoord: het is een jaren negentigwoord. We spreken tegenwoordig liever over zaken als uitgaans- of voetbalgeweld, of anders iets met een etnische noemer. Betekenen die andere woorden ook andere maatschappelijke preoccupaties? In dat laatste geval zeker, maar in de eerste twee gevallen is het alsof we door die nieuwe woorden de vanzelfsprekendheid van het gebeuren aan de kaak willen stellen. Zinloos geweld is tenslotte zo ontzettend vanzelfsprekend onzinnig. Er valt, met zo'n noemer, uiteindelijk niets aan te begrijpen. Er iets aan doen lijkt al helemaal een hopeloze onderneming.

Mijn eigen verleden als vechtersbaas is beperkt gebleven tot een opstootje op een voetbalveld. De laatste man van DWO (of was het DSO?) B1 (of was het de A2?) had gedurende de eerste helft al een paar keer zijn noppen op mijn achillespezen geplant toen hij halverwege de tweede helft tijdens een hoekschop plotseling met zijn vuisten op mijn achterhoofd trommelde. Ik draaide me om en haalde uit. Schijnbaar niet al te hard, want hij bleef staan en keek me verbouwereerd aan. Toen iemand anders schreeuwde en hij de ogen van de scheidsrechter op zich gericht wist, zeeg hij dramatisch kreunend ineen. Toen hij de grond eenmaal had bereikt, gaf ik hem een flinke schop, ik raakte hem ergens tussen zijn reet en zijn zij. Daarna moest ik eerst even rennen voor mijn leven, maar toen alles gekalmeerd was kreeg ik de enige rode kaart in mijn verder niet bijzonder imposante voetbalcarrière.

Vuistslagen als heipalen

Terug naar de drie zwervers. De eenling met het groene vest kon inmiddels niet anders dan spijt hebben van zijn overmoed. De eerste klap die hij kreeg was een rake en omdat er vlak achter zijn benen een steigerbalk lag, verloor hij zijn evenwicht toen hij een stap terug wilde doen. De man met het aardappelhoofd nam geen genoegen met deze overwinning en sprong naar voren. Terwijl de eenling achterover in de steiger lag, de balk in zijn rug, zijn hoofd op de grond, bleef het aardappelhoofd uithalen. Een, twee, drie vuistslagen daalden met de langzame maar trefzekere onvermijdelijkheid van heipalen neer op het gezicht van de eenling.

Ik sprong op, rende de straat over en greep met beide armen de man met het aardappelhoofd van achteren beet. Hij was een kop groter en twee keer zo breed, maar de verwaarlozing waaraan hij zijn lichaam had blootgesteld was onmiskenbaar ernstiger dan hetgeen mijn lijf ooit te verduren had gehad. Ik trok hem zonder veel moeite van zijn slachtoffer af, schreeuwde iets dat leek op 'fuck off' in zijn gezicht en duwde hem weg. Ik maakte een gebaar dat zowel moest uitdrukken dat het me menens was als in welke richting hij en zijn grijnzende vriend moesten oprotten. Mijn kaken stonden strak van de adrenaline.

Hopelijk jat niemand mijn tas, dacht ik, mijn nogal basale wantrouwen jegens de mens liet ik kennelijk de vrije loop. Ik keek om maar het ding leunde nog steeds tegen het tafeltje waaraan ik zojuist had gezeten en vanwaar het geruzie me een paar minuten eerder nog had kunnen bekoren.

Ik stak mijn hand uit naar de eenling die nog steeds onder de steiger tegen de zijmuur van de boekhandel lag. Hij hees zich overeind. Op zijn voorhoofd zat een grote schaafwond, net als bij zijn rechterslaap. Uit zijn mond droop kwijl en bloed, nooit een goede combinatie.

“Moet ik de politie bellen?” vroeg ik.

“No polies”, zei hij stellig.

Er kwam iets uit zijn neus. Eerst dacht ik, om onverklaarbare redenen, dat het een rietje was. De volgende gedachte was dat het om een stuk neusbot ging, maar daarvoor was het te lang. Het bleek een strakke sliert snot, ook dit lichaamsvocht was vermengd met bloed. Wederom geen goede combinatie. Hoewel hij voorover hing, droop de sliert niet loodrecht naar beneden. Het spul hing in een lichte hoek die de lijn van zijn neus leek te volgen. Ik ben bijna permanent verkouden en kon daarom een pakje zakdoekjes tevoorschijn toveren. Hij nam het zonder veel dankbaarheid aan.

Ik vroeg me af of er mensen zouden klappen als ik me omdraaide - ik hoopte half-oprecht van niet.

Hij wees naar mijn sigaret, die ik inderhaast niet had achtergelaten maar in mijn mondhoek had geklemd, cowboystijl. Ik had geen zin om terug te lopen naar het tafeltje, ik vroeg me af of er mensen zouden gaan klappen als ik me omdraaide – ik hoopte half-oprecht van niet. Ik gaf hem de halve peuk en duwde hem de andere kant op toen hij in dezelfde richting als zijn belager wilde verdwijnen.

Ik draaide me om en liep terug naar mijn tafeltje. Natuurlijk werd er niet geklapt, maar wat ik niet had verwacht, was dat het tegenovergestelde zou gebeuren: het werd stil. Heel stil. Ik zat nog vol adrenaline en durfde niet echt om me heen te kijken, ik staarde licht voorovergebogen naar de plek waar de eenling even daarvoor had gelegen.

Langzaam begonnen de gesprekken op het terras weer en na een paar minuten durfde ik voorzichtig op te kijken. Sommige mensen leken het voorval alweer te zijn vergeten, anderen ontweken mijn blik. Ik vroeg me af of het uit schaamte was. Zeker vijftig mensen hadden de kans gehad iets goeds te doen, of in ieder geval bij te springen. Waarom had niemand dat gedaan? Was het desinteresse? Een gebrek aan empathie of moreel besef? Te veel rationeel denken, of juist te weinig? Angst? Echt risicovol was wat ik had gedaan niet: het zonder nadenken de straat oversteken was waarschijnlijk het gevaarlijkste moment geweest.

Het drukkende besef dat ik anders had gehandeld bleek sterker dan de overtuiging dat ik juist had gehandeld.

Daar op het terras voelde ik me naar: het drukkende besef dat ik anders had gehandeld dan alle andere aanwezigen, dat ik de groep had verraden, bleek vele malen sterker dan de overtuiging dat ik juist had gehandeld. De adrenaline trok weg, het maakte plaats voor meer cynisme.

Toen ik een minuut of tien later naar binnen liep om af te rekenen, keken drie oudere mannen me vanaf een tafeltje vriendelijk aan.

“Dat was goed, wat je daar deed. Heel goed”, zei een van hen.

“Bedankt. Het had wel heel mis kunnen gaan”, antwoordde ik.

Ik kwam slecht uit mijn woorden en mijn handen trilden terwijl ik probeerde wat kleingeld uit mijn portemonnee te halen – Korsakov, dacht ik, zul je zien dat het zich op zo'n moment openbaart. Maar intussen was ik blij dat iemand het allemaal had gezien en het zich nog herinnerde. Ongetwijfeld voelde het als een beloning, maar belangrijker was de bevestiging dat niet iedereen was vergeten dat, wanneer de dingen uit elkaar vallen en de kern geen standhoudt, het ertoe doet hoe je handelt.

Mail

Jan Postma Jan Postma (Delft, 1985) is politicoloog, fotograaf, journalist, parttime einzelgänger en meer. Maar, voordat u zich een beeld denkt te kunnen vormen, toch vooral dat laatste.

We willen je iets vertellen. Hard//hoofd is al bijna tien jaar een vrijhaven voor jonge en experimentele kunst, journalistiek en literatuur. Een walhalla voor hemelbestormers en constructieve twijfelaars, een speeltuin voor talentvolle dromers en ontheemde jonge honden. Elke dag verschijnen op onze site eigenzinnige artikelen, verhalen, poëzie, kunst, fotografie en illustraties van onze jonge makers. Én onze site is helemaal gratis.

Hoe graag we ook zouden willen; zonder jou kunnen we dit niet blijven doen. We hebben namelijk te weinig inkomsten om dit vol te houden. Met jouw hulp kunnen we de journalistiek, kunst en literatuur van de toekomst mogelijk blijven maken, en zelfs versterken.

Als je ons steunt, dan maken wij jou meteen kunstverzamelaar door je speciaal geselecteerde kunstwerken toe te sturen. Verzamel kunst en help je favoriete tijdschrift het volgende decennium door. We zullen je eeuwig dankbaar zijn. Draag Hard//hoofd een warm hart toe.

Word kunstverzamelaar
het laatste
10 jaar HH

10 jaar HH

Hard//hoofd is een vrije ruimte voor verbeelding en verhalen. Een niet-commercieel platform waar talent online en offline de ruimte krijgt om te experimenteren en zich te ontwikkelen. Het bestaan van zo’n plek is niet vanzelfsprekend. Sluit je daarom bij ons aan. We zijn bewust gratis toegankelijk en advertentievrij. Wij geloven dat nieuwe makers vooral een... Lees meer

Tip: Kijk slechte televisie

Kijk slechte televisie

'Ik heb afleveringen van The Real Housewives waar Shakespeares beste stukken niet aan kunnen tippen.' Lees meer

 Kamikazeplastics

Kamikazeplastics

Immuuncellen die de minuscule deeltjes onschadelijk proberen te maken, bekopen dat vervolgens met hun eigen leven. Lees meer

Alles vijf sterren: DEZE SERIE IS GEWOON ZO GOED

Het voert te ver om het hele verhaal uit te leggen

Deze week worden we blij van stekjes, een queer Lees meer

Over wulken en burgemeesters 2

Over wulken en burgemeesters

'Een huis is een constructie, maar een huis is ook een gevoel dat gedeeld wordt. Er blijven sporen achter wanneer bewoners sterven. Een huis verandert terwijl het blijft staan.' Lees meer

We laten ons niet sussen 1

We laten ons niet sussen

Twee weken geleden onthaalden politici en de media 2500 protesterende boeren met open armen op het Malieveld. De 35.000 klimaatstakers en de bezorgde burgers van Extinction Rebellion konden rekenen op een stuk minder steun. Wat is er nodig om de urgentie van de klimaatcrisis echt te laten voelen?, vraagt Jarmo Berkhout zich af. De legers... Lees meer

Tip: Leer een ambacht

Leer een ambacht

Nora van Arkel ging spontaan een dag in de leer bij een Berlijnse Meisterbacker. Daar leerde ze minder te denken en meer te doen. Een tip om eens te vragen of iemand je een ambacht wil leren. Lees meer

 Staakt-het-boeren

Staakt-het-boeren

Duizenden boeren toogden naar het Malieveld met hooivork en tractor. Lees meer

Column: September Blues

September Blues

De maand september is weer voorbij en dat betekent voor Trudy afscheid nemen en opnieuw beginnen. Van haar zomerhuisje op het platteland keert ze terug naar het leven in de stad. Lees meer

Filmtrialoog: Manta Ray

Manta Ray

Redacteuren Eva van den Boogaard, Mat Hoogenboom en Oscar Spaans bezochten de bioscoop om het speelfilmdebuut van de Thaise regisseur Phuttiphong Aroonpheng te zien. Het werd een magische ervaring: Manta Ray bleek een even eenvoudige als betoverende vertelling over een voor dood achtergelaten man die door een visser uit de mangrove wordt gered. Mat: Wat... Lees meer

Hard//talk: Bij gelijke geschiktheid tellen kwaliteit en capaciteit net zo goed

Bij gelijke geschiktheid tellen kwaliteit en capaciteit net zo goed

De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. In tegenstelling tot Ella Kuijpers ziet Gatool Katawazi er wél het belang van in om voorkeur te geven aan de sollicitant die de diversiteit binnen een organisatie versterkt. Afgelopen zomer schreef Ella Kuijpers een Hard//talk waarin zij pleit tegen positieve discriminatie in sollicitatieprocedures. Juist... Lees meer

Inclusiviteit

Echte inclusiviteit is nog ver weg

Het debat over diversiteit en inclusiviteit in de culturele sector gaat niet ver genoeg. Lees meer

Tip: Geef het voordeel van de twijfel

Geef het voordeel van de twijfel

Redacteur Else Boer schippert tussen cynisme en naïviteit. 'Om naïviteit te vermijden, besloot ik dat cynisme een adequate reactie op de wereld was. Maar het continu bevragen van mensen en hun beweegredenen is vermoeiend.' Lees meer

Alles vijf sterren: 14

Geen douche, geen geloof, geen adem

Deze week worden we blij van een zeiltripje naar het Markermeer, een serie over verkeerd geplaatste bewijslast, en een dansvoorstelling van Arnhemse meisjes. Lees meer

Hard//talk: Greta Thunbergs requiem voor een droom

Greta Thunbergs requiem voor een droom

Thunberg deinst er niet voor terug een onderdeel te worden van haar eigen verhaal. Lees meer

Automatische concepten 26

Over de column (niets dan goeds?)

Iduna schrijft al jaren columns voor Hard//hoofd en vraagt zich af: hoe komt het toch dat ze ergens alsnog verwarde gevoelens heeft bij het fenomeen 'column'? Een overpeinzing die terugvoert naar Iduna's jaren op de universiteit en de twijfel over de plek die ze in mag nemen in de wereld. Lees meer

Het verlies van succes 2

Het verlies van succes

In een tijd waarin het steeds noodzakelijker lijkt te worden om prestaties te etaleren, denkt Mare Groen na over het systeem achter onze opvattingen aangaande succes dan wel mislukking. Ik lig nog steeds op bed en ben de hele dag niet buiten geweest. Het is 20.00 uur. Ik heb afgesproken om naar de film te... Lees meer

Tip: Durf hardop te dromen

Durf hardop te dromen

Rose Doolan vertrok jaren geleden naar San Francisco, met wilde plannen en weinig budget. Lees meer

 De blinddoek komt af

De blinddoek komt af

Vrouwe Justitia heeft haar blinddoek afgenomen. Lees meer

Column: Mammie

Mammie

'Arme mammie, sorry mammie!', hoort Trudy in de wachtkamer van het ziekenhuis. De irritatie die dit oproept komt vanuit een nooit gedichte kloof in het verleden. En dat heeft alles met het woord 'mammie' te maken. Lees meer

De geruchten zijn waar. Lees Hard//hoofd nu ook op papier!

Bestel op tijd je eigen exemplaar van de eerste editie, met als thema: ‘Ik’. We hebben drie covers ontworpen. Kies je favoriet.

Bestellen