Lisanne probeerde te stoppen met nagelbijten en faalde. Om te begrijpen waarom ze het nagelbijten maar niet kan laten, raadpleegt ze Wikipedia. Dat moet je dus nooit doen.
Wikipedia heeft me bang gemaakt voor mijn eigen lijf. Ik ben een wandelende psychische stoornis. Een bonk aan neuroses. Ik kom uit een slecht gezin, stort bijna in. Om dit te weten te komen hoef je geen seconde met me te praten, alles is aan mijn lichaamsoppervlak te zien.
De afgelopen maand probeerde ik te stoppen met nagelbijten. Het ging zoals het altijd gaat.
De eerste week ontstaan er minuscule witte randjes, deze show ik aan iedereen die maar wil.
De tweede week haal ik de witte randjes plagerig langs mijn tanden, tik ik ermee op tafelbladen en tover ik ergens een bijna ingedroogd potje nagellak vandaan.
De derde week is er een moment waar ik voor ‘n imaginaire tweesprong sta: of ik bijt of ik eet ik mezelf van binnenuit op, sterf, verdwijn.
Deze keer kwam dit moment tijdens de try-out van een toneelstuk dat ik had geschreven: ik had het bloedheet en interpreteerde ieder klein geluidje uit de zaal als walging of verveling. Ik begon bij mijn wijsvinger, en toen ik het witte randje op mijn tong voelde liggen, kreeg ik een gevoel dat het best te beschrijven valt als ‘schijt aan alles’ en beet al mijn nagels kaal.
Achteraf vertelden mensen me hoe mooi ze de voorstelling vonden. Ik bloosde, mijn vingertopjes bonkten, voelden rauw aan; als je een tijdje niet hebt gebeten, kan je je tanden makkelijker onder de nagel haken, hem een beetje naar boven wippen en verder bijten dan normaal.
Ik begrijp niet waarom ik het steeds weer doe. Ik hoef echt geen megalange pornonagels, maar nu zien mijn handen eruit als die van een dikke padvinder. Ze zijn stomp en klef.
Om mijn zelfbeeld op te krikken raadpleegde ik het internet. Dat is domste wat je kan doen, dat wist ik eigenlijk ook wel. Volgens het internet ga je altijd dood en sleur je al je geliefden mee het graf in. Maar toen ik ‘nagelbijten’ intypte in de zoekbalk, hoopte ik op lotgenoten, tips en tricks, bemoedigende woorden. In plaats daarvan trok ik een beerput open. Wikipedia vat mijn lichaam als volgt samen:
De woorden die bij deze beelden horen zijn: reduced quality of life, body-focused repetitive behaviour en impulsive control disorder. Nagelbijten heette geen nagelbijten meer maar onychofagie. Ik schrok, maar klikte door en door. Als een ramptoerist scheurde ik over mijn huid en door mijn lichaamsopeningen.
Ik kon vier van de tien meest voorkomende vormen van body-focused repetitive behaviour aanvinken: nagelbijten, wangbijten, binnenlipbijten, korstjes open krabben. Stuk voor stuk milde, onhygiënische vormen van automutilatie. Er krioelen vast honderden maden door mijn bloedbanen. De puistjes rondom mijn mond zijn tekenen van hormonale schommelingen en te vet eten. De psoriasis bevestigt de hormonale schommelingen, en voegt daar nog slechte genen en stress aan toe.
Al met al: als ik naakt voor iemand ga staan, ziet die persoon de uiterste grenzen van innerlijke conflicten; een oorlogsgebied. Volgens Wikipedia ben ik een schandplek voor mijn sociale kring, die bang is met mijn falen geassocieerd te worden. Ik kan het niet eens binnen in me houden, djeezus. Dat is nog wel het minste wat ik kan doen.
Maar ik ben op een rare manier best wel normaal.
In mijn confrontatietje met Wikipedia werd ik helemaal kriegel. Trieste, falende mensen hebben huidziektes. Zwakke meisjes hebben dunne benen, vieze mannen hebben dikke buiken. Geile jongens grote bovenarmen, gevaarlijke mannen grote baarden. Ja, ja. Er zal vast allemaal iets in zitten. Mijn handen verraden vast mijn spartelende hersens, de binnenkant van mijn wangen mijn faalangst. Binnen- en buitenkant corresponderen. Dat zal allemaal best, maar ik wil niet dat mensen open boeken zijn die je kan lezen.
Ik wiste mijn zoekgeschiedenis en ging onder de douche, naar bed.