Acht weken lang, iedere zondag een verhaal van Joost Baars, geïllustreerd door Nina Maissouradze. Al meer dan vijftien jaar werkt Joost in boekwinkels. De verhalen die hij tijdens zijn werk oppikt zijn haast even mooi als de boeken die hij verkoopt.
U wilt uw leven (niet) veranderen
“Kunt u mij een boek aanraden dat uw leven veranderd heeft?”
Eén keer kreeg ik die vraag. Een erg mooie vraag. En een moeilijke. Want al vraag ik klanten vaak het hemd van het lijf, omgekeerd wil ik zelf niet per se alles prijsgeven. En hoe vaak verandert je leven nu echt? Hoe vaak kán je leven veranderen? En als je leven verandert, wanneer krijg je dat dan door? En verandert het boek dat het leven veranderd heeft van de een, op dezelfde manier het leven van de ander?
Ik raadde de jongen die de vraag stelde het verzameld werk van dichter en criticus Jeroen Mettes aan, dat toen net uit was. Dat heeft mijn leven niet veranderd. Maar, dacht ik, het heeft de potentie om het te doen, als het in de juiste handen valt.
Boeken verkopen kan een filosofisch vak zijn. Ik krijg vaak de vraag of ik iets weet voor iemand met wie het niet zo goed gaat, iemand die ziek is, iemand die in de put zit, iemand die net gescheiden is, iemand wiens partner of ouder net is overleden. Altijd weer denk ik: ha, hier is de literatuur voor gemaakt. Maar 90% van de klanten met zo'n verzoek, zegt daar bij: “Wel iets luchtigs en vrolijks hoor, hij/zij heeft al genoeg op zijn/haar bordje.”
Memo voor iedereen die mij in mijn toekomstige ellende een hart onder de riem wil steken met een boek: bespaar mij de luchtige kutliteratuur, de verzamelingen oubollige en volslagen onbruikbare wijsheden, de relativerende humorboeken en de positief denkende zelfhulpboeken die u doorgaans cadeau doet aan andere onfortuinlijken. Als ik in de ellende zit, wil ik de ellende niet toedekken, niet onschadelijk maken, niet veranderen in een ‘leerproces’. Ik wil haar in de ogen kijken, beleven en er tegelijkertijd serieus op reflecteren. Dat kan met goede literatuur.
Ja, ik wil een boek dat mijn leven kan veranderen. Juist dan. En niet een boek dat mijn leven kan toedekken.
Illustratie: Nina Maissouradze
Voor een veel te vroeg stervende collega heb ik ooit bij een copyshop Bert Schierbeeks al lang niet meer leverbare, hartverscheurende doodsbundel De Deur staan kopiëren. Zij wilde die bundel uit alle macht lezen. Zou die bundel haar leven veranderd hebben? Ik kan het haar niet meer vragen. Maar ergens kan ik me bijna niet voorstellen van niet. Of liever: ik wil erin geloven dat hij dat heeft gedaan. Omdat het ongetwijfeld de inzet was bij het lezen. En omdat die inzet geëerd moet worden.
Er kwam ooit een oude vrouw naar me toe. Ze zei: “Heeft u misschien een boek van een Pool? Ik ben er nu wel aan toe om een keer een boek van een Pool te lezen.”
Dit was tijdens het gedoe over het ‘Polen-meldpunt’, dus ik dacht van doen te hebben met een PVV-stemmer. De vrouw zei ook: “Ik heb zo'n ontzettende hekel aan Polen! Echt, ik vind ze VERSCHRIKKELIJK!”
Ik stond met mijn mond vol tanden. Moest ik tegen haar in gaan? En hoe dan wel? Iets in de schaamteloosheid van haar ontboezeming deed me vermoeden dat het anders zat dan ik dacht.
“Ziet u,” zei ze, “mijn man heeft Auschwitz overleefd. En toen hij bevrijd werd en het kamp uit kwam, zeiden alle Polen dat ze nog nooit van het kamp gehoord hadden. Ze wilden helemaal niets van de verschrikking weten. Sindsdien haten we Polen.”
Even viel ze stil. Toen boog ze zich naar me toe en zei zachtjes: “Mijn man wordt vast boos als ik met een boek van een Pool thuiskom. Maar ik wil het nu toch wel een keer proberen.”
Ik vertelde haar van de gedichten van Tadeusz Różewicz. De poëzie die hij na de oorlog schreef, ging precies over de woede van haar en haar man. Różewicz schreef om de totale destructie van iedere vorm van menselijkheid in de Shoah zo diep mogelijk onder ogen te zien. Verpletterende poëzie, kaal, hard, en zonder enige franje, opsmuk of verzachting.
Ze aarzelde. Ze aarzelde lang. Maar ze ging overstag. Ik bestelde de Nederlandse vertaling van Karol Lesman, verschenen bij uitgeverij De Geus, en twee dagen later kwam ze het ophalen. Enkele weken later zag ik haar weer. Ze nam me apart en fluisterde bijna beschaamd, alsof het een bekentenis was: “Ik vond het prachtig.”
--
Joost Baars is dichter, essayist en boekverkoper.
Nina Maissouradze is illustrator.