Acht weken lang, iedere zondag een verhaal van Joost Baars, geïllustreerd door Nina Maissouradze. Al meer dan vijftien jaar werkt Joost in boekwinkels. De verhalen die hij tijdens zijn werk oppikt zijn haast even mooi als de boeken die hij verkoopt.
U wilt een boek met ballen
Een van de lastigste dingen waar ik mee te maken krijg als boekverkoper is de neiging van mensen om de literatuur in te delen in mannen- en vrouwenboeken. Ik heb een broertje dood aan dat onderscheid, het doet zowel het betreffende boek als de beoogde lezer, die beiden over meer eigenschappen beschikken dan alleen hun geslacht, onrecht. En als verkoper moet je – hoewel je natuurlijk altijd je eigen mening kan laten blijken – uiteindelijk toch mee in het narratief van je klant.
Wat is een vrouwenboek? Boven alles een boek dat geschreven is door een vrouw, of waarvan de hoofdpersoon een vrouw is. Vrouwen vinden het over het algemeen geen probleem boeken van of over mannen te lezen, maar omgekeerd is dat voor veel mannen vaak een brug te ver. Waarom dat is, maakte Joep van Ruiten, redacteur kunst & cultuur bij de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden pijnlijk duidelijk met zijn reactie op de even sympathieke als nodige actie #leesvrouwen2015 van die kranten. Van Ruiten schreef: “Wat wil een mens eten nadat hij een jaar lang aardappelen heeft gegeten? Nog meer aardappelen?”
Ofwel: hoeveel verschillen er ook tussen vrouwelijke auteurs onderling mogen bestaan, ze zijn bovenal allemaal hetzelfde. Omdat ze vrouw zijn. Misschien is die opvatting er de reden voor dat er sinds 1980 maar zes vrouwelijke boekenweekgeschenkschrijvers zijn geweest (en deze eeuw nog maar één!).
Een vrouwenboek is oppervlakkig en gaat het over liefde, gevoelens, trivialiteiten of shoppen. Mannenboeken zijn – te oordelen naar de hier volgende conversatie tussen twee mannelijke klanten – dik, hebben kwaliteit en gaan over harde feiten. Kortom: een vrouwenboek is gezellig, met een mannenboek kun je vooral indruk maken.
"Mijn boek is dikker dan de jouwe."
"O ja?"
"Ja, en het heeft ook meer woorden."
"Echt? Kijk eens wat ik heb."
"Oh, die van jou is ook wel dik, ja."
"Ja, en volgens mij heel goed. Het vorige boek van deze schrijver was dat wel."
"Ja maar mijn boek is toch dikker. En het is non-fictie."
Let ook op dat laatste. Non-fictie is beter, mannelijker, dan fictie. Verbeelding, dat doe je maar in je vrije tijd, en vrije tijd hebben vrouwen het meeste, als de kinderen naar school zijn bijvoorbeeld.
Illustratie: Nina Maissouradze
Dat zijn de clichés. Wat interessant is, is dat sommige mensen wel de categorieën overnemen, maar aan die categorieën toch weer een heel eigen invulling geven.
"Ik zoek een cadeautje. Heeft u een boek waar echt iedereen het over heeft, dat veel wordt verkocht, kortom waar momenteel heel veel waardering voor is?"
"Deze bijvoorbeeld?" Ik laat Butcher's Crossing van John Williams zien. Op de voorkant staat de kop van een buffel.
"Nee, dat is een slecht idee. Het is voor een vrouw, en vrouwen lezen niet graag over buffels."
Een vrouwenboek gaat niet over buffels. Check.
"Ik heb advies nodig. Is dit boek een goed cadeau voor een man of een vrouw?"
"Ik zou zeggen een man."
"Echt? Maar de man in het boek gaat dood. Je zou zeggen dat dát meer iets is voor een vrouw."
Gaan er mannen dood, dan heb je te maken met een vrouwenboek. Check.
Zo is het alsof de gender-normering van literatuur ineens kan omslaan naar een soort militant feminisme. Maar liever maak ik iets mee waardoor de categorieën waarmee we zijn opgescheept in een klap volkomen onhoudbaar worden. Dat gebeurde toen een voetballer de winkel binnen kwam. Een heel beroemde voetballer, een persoonlijke held uit het Gouden Oranje van 1988. Voetballers lezen niet, zo luidt het volgens mij niet onware cliché. Je ziet ze hoogstens wel eens boekjes voor hun kinderen kopen. Of ze zeggen De ontvoering van Freddy Heineken van Peter R. de Vries leuk te vinden. Toen deze voetballer mij om een tip vroeg, liep ik dus al richting de true crime. Maar hij zei: “Ik houd van goed geschreven, niet te sentimentele Oost-Europese literatuur die over de liefde gaat.”
Hoeveel mensen hebben de favoriete voetballer uit hun jeugd dat tegen zich horen zeggen? Ik herhaal het nog even: “Ik houd van goed geschreven, niet te sentimentele Oost-Europese literatuur die over de liefde gaat.” Dat was zijn voorzet. Ik kopte raak met Een korte geschiedenis van de eeuwige liefde van Szilárd Rubin.
--
Joost Baars is dichter, essayist en boekverkoper. Nina Maissouradze is illustrator.