Meer weten over Belgen? Vraag het aan Joyce, ons Vlaamse redactielid. Ze kan tegen een stootje.
“Ik zou een vijs moeten hebben voor het ophangsysteem.” Mijn lief staat op een ladder in de galerie in Amsterdam. Martin, de galerist, kijkt hem niet-begrijpend aan. “Een wat?”, vraagt hij in lichte paniek, want het laddertje ziet er weinig stabiel uit. “Een vijs, voor het ophangsysteem”, met zijn hand maakt hij een draaibeweging naar de plug die al in het plafond zit. Dan klaart Martins gezicht op, “oh, je bedoelt een schroef!”, en hij schiet in de lach.
Martin en Pietje houden een galerie op de Amsterdamse Bloemgracht en zijn in niets de clichématige Hollander die de gemiddelde Vlaming zich voorstelt bij de gemiddelde Nederlander (luid, in groep, vrouw in kuitbroek, man met roze hemd). Behalve dan dat Pietje Pietje heet, wat echt alleen maar in Nederland kan. (‘Pietje’ betekent in Vlaanderen net zoveel als ‘pikje’, maar we vinden haar zo aardig dat we er niet mee lachen.)
Het blijft altijd leuk op café, de verschillen tussen Belgen en Nederlanders vergelijken, uitvergroten, elkaars taaltje imiteren, een volk omzetten tot een typetje. Iedere Vlaming denkt dat hij een Nederlander moeiteloos kan imiteren, en doet dat dan ook veelvuldig. Het is simpel: je begint gewoon iedere zin met ‘Nou’, ‘gezellig’ of ‘lekker’ en stopt er een paar keer ‘sodemieter’, ‘hartstikke’, ‘kut’ of ‘tering’ in. Tot daar reikt het vocabularium dat de imitatie-Nederlander bezigt. Ik kan me voorstellen dat Nederlanders precies hetzelfde doen met Vlamingen. Hoe dat moet klinken, daar heb ik geen idee van.
Toch heb ik het gevoel dat er iets is veranderd in het soort van lachen, aan beide kanten van de grens. Hollandermoppen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Lachen met de ‘gierigen ollander’ bijvoorbeeld, is hopeloos ouderwets. Iedereen die in de horeca werkt weet het: Nederlanders zijn de allergulsten met fooien.
Illustratie: Liesbeth de Feyter
Volgens mij zijn ook Belgenmoppen anders dan vroeger. Het idee van die domme, slome Belg lijkt getaand. Het lijkt me een meer vertederd soort van lachen geworden. Belgen zijn timide, schattige wezentjes, met een grappig archaïsch taaltje, dat idee. Een beetje zoals je vertederd lacht om de eerste woordjes van een peuter. Of om een sprekende vogel. Bovendien lijkt de Nederlander verward om dat Vlaanderen-Wallonië-mysterie. Hoe zit dat nu, mag je wel ‘Vlaams’ zeggen, of Belgisch, of toch gewoon Nederlands? Daar lijken ze toch mee in te zitten, die Nederlanders. Bekommerd om het gevoelige Vlaamse, euh, Belgische hartje.
Hard//hoofd wil Belgen betrekken bij haar redactie, wat een prima idee is, want hoe Vlamingen zich kunnen ergeren aan de Hollandse uitspraak, zo jaloers zijn ze op het gevatte en scherpe geschreven en gezongen Hollandse woord. De nieuwe aanwinst… ben ik. Trots dat ik ben. Een paar weken geleden werd ik ingewijd achter de schermen van de redactie, het discussieforum waar alle ideeën voorgesteld en uitgewerkt worden. Op dat forum werd er gediscussieerd over hoe er meer Belgen bij de site betrokken konden worden. Iemand ontdekte het Vlaams woordenboek en toen volgde er een lijstje van ‘rare’ Belgische woorden die met vertedering en verbazing werden onthaald: lavabo, chauffage, mazout, verschieten, poep, chacoche, caoutchouc botten,…
Maar dan komt er protest:
Vinden Belgen het wel leuk om te lezen over ‘leuke woorden’ die Nederlanders leuk vinden...?
Goeie vraag, en ik neem het als mijn taak op om hierop te antwoorden, zodat jullie investering in een Belg toch de moeite loont: ik was inderdaad verbaasd dat de woorden die opgesomd werden raar bevonden werden. Dus in dat opzicht is het redelijk informatief en wel leuk. Anderzijds kreeg ik nog meer het gevoel dat we sprekende vogels zijn.
We kunnen toch ook een lijst met mooie Nederlandse woorden maken voor de Belgen? Piketanissie, misjpoge, mesjogge,…
Inderdaad, dat zou leuk kunnen zijn. Ik kende alleen dat laatste woord. Mag ik er alvast wat woorden aan toevoegen: beppen, fröbelen, tuthola, ouwehoeren. Kijk, van dit soort woorden lig ik dan weer slap.
De discussie gaat voort. Sommige redacteurs vinden dat Vlamingen creatiever zijn met de Nederlandse taal:
Het gaat (..)om het gegeven dat we Engelse woorden pikken zonder ook maar enige moeite te doen om ze te 'vernederlandsen'. (...).
Er volgt een voorstel om in navolging van dat creatieve Vlaams (‘wandelmenneke’ in plaats van mp3-speler) een tip te schrijven: verzin je eigen woorden. Eerst en vooral: het is waar, in Vlaanderen moeten we soms onze lach inhouden als we een volwassene op de openbare omroep horen zeggen: “we hebben afgesproken om elkaar hier te meeten”. Het klopt dat Nederlanders wel wat driest tekeer gaan met hun Engelse woorden. Maar wees gerust, in Vlaanderen gebeurt dat net zo goed en we voeren hier precies dezelfde discussies. Waar gaat dat héén met het Nederlands! Krantenkolommen vol. Ten tweede: wandelmenneke is geen, ik herhaal, geen Vlaams woord. In geen enkele streek. En wiegenwacht (in plaats van babysitter) ook niet.
De hard//hoofdredactie vervolgt de discussie:
Waarom moeten woorden dan "vernederlandsen"? (…) Het is (…) eerder een cultuurverschil. Vroeger hadden wij veel Franse (…) leenwoorden, tegenwoordig Engelse. In Vlaanderen is dat sentiment veel groter, vanwege de weigering om Franse woorden te gebruiken. Er zijn dus ook voornamelijk veel Franse woorden die een Nederlandse variant hebben (droogsliertmachine ipv centrifuge). Het Frans en het Duits hebben ook veel 'eigen' woorden (Festplatte = harde schijf, ordinateur = computer), maar zowel de Duitsers als de Vlamingen zeggen dan weer 'job' in plaats van 'baan.'
Een mooie nuancerende tussenkomst. Grotendeels waar ook, hoewel Franse leenwoorden echt niet zomaar uit sentiment gemeden worden. Ja, van gallicismen krijgt de Vlaamse leraar Nederlands de creeps (haha), maar de directe connotatie met de Franse taal en bijgevolg het trauma van de Waalse overheersing, daar denkt geen (jonge) mens meer aan. En de jongere generatie, die gaat voor Engels. Het vervangen van punaise door duimspijker of vélo door rijwiel, ligt toch al een flinke generatie achter ons. (By the way: ‘droogsliertmachine’? Sommige Vlamingen zeggen wel ‘droogzwierder’ en dat klinkt inderdaad idioot. Droogkast is meer ingeburgerd.)
Over de verschillen tussen Nederlands Nederlands en Vlaams Nederlands kun je inderdaad kolommen vol schrijven. Net zoals De Standaard en NRC Handelsblad twee weken geleden nog deden. Maar kun je er iets meer mee dan lachen? Moet er iets meer mee gebeuren dan lachen? Ach.
Er blijken vooral veel misverstanden te leven. Over het gebruik van ‘u’ en ‘gij’ bijvoorbeeld. Maar kijk. Ik ben hier, uw redactie-Belg. Vraag mij de oren van het hoofd over al uw Belgische twijfels, angsten, vooroordelen of nachtmerries en ik zal proberen te verhelderen! En wees niet bang om ook mij op het redactieforum even hard aan te pakken als uw collegae. Een Belg kan best tegen een stootje. Ik ken jullie nog niet, maar ik weet nu al: ik zie jullie graag.