'IK GELOOF DAT DE RATTENVANGER ME GEVONDEN HEEFT.'
Toen Bertlef op de ochtend van 8 januari zich wilde gaan wassen
ontdekte hij een slapende vrouw in zijn halfvolle badkuip.
Ze had uitgewreven oogmake-up op haar wangen zitten
haar schaamhaar golfde in het vuile water.
Een al ingetrokken wijnvlek in het overhemd dat hij de avond ervoor zelf nog had gedragen.
De knoopjes van parelmoer leken
op haar borst ineens overbodige kitsch.
In zijn logboek zette hij die dag een kruis. Hij schreef ernaast maar een enkele zin.
(Dit bevestigde alles.)
Toen Elza na haar nacht met Bertlef
op de vloer van haar gang wakker werd zonder ondergoed
in een overhemd met parelmoeren knoopjes
met rimpelige blote voeten en mascara op haar kin
prikte de mat die ze ooit mooi had gevonden in haar zij
en besloot ze om voor het eerst in haar leven naar de gokhal te gaan.
Tijdens de wandeling naar een stad
die meer dan tien kilometer verderop lag
voelde Elza hoe de laatste herinnering aan Bertlef
langs de binnenkant van haar bovenbeen naar beneden liep. Ze nam de moeite niet om hem weg te
vegen en koos
eenmaal aangekomen voor een blinkende slotmachine die dankbaar haar
zilveren munten opslokte. Hij wel.
MORGEN HOESTEN WE VLEUGELS OP
Dit zijn de feestjes: we geven goud af als je ons aanraakt
trekken strakke broeken aan, uit, aan.
Proberen bij of in elkaar te passen.
We maken onze ruggen hol wanneer we dansen
willen niet denken aan wat er achter in de keel begint te groeien.
Ik wil niet zeggen dat we roekeloos zijn.
Roekelozer, misschien. Zachtaardige individuen
maar als groep onhandelbaar want
daar gaan we weer
met jongens die meisjes alleen van de avond kennen
die geloven dat wanneer we dubbelklappen
er opaal en diamant uit onze strot zal stromen.
Die denken dat we van onszelf zo glimmen.
Vooruit, vertel ons iets dat we geloven willen.
Zeg dat er geen vliegen in mijn longen zoemen.
We zullen pas zoenen als we overgeven
en het gal uit onze neuzen komt.
Het bitter langs de lippen loopt
de aders rond de ogen barsten.
Maar; wij vinden verder alles best.
Roep nog een keer dat dit de tijd van ons leven is.
Ga je gang, wij zijn hier nog wel even.
Jasmijn Kam studeerde in 2015 af aan de opleiding Creative Writing. Ze woont in Rotterdam en werkt op dit moment aan haar debuutroman.
Nastia Cistakova is een illustrator. Ze is boos op de wereld dus probeert ze met een hoge dosis humor, absurditeit en brutale uitspraken mensen wat langer stil te laten staan bij diverse onderwerpen. Haar hart gaat sneller kloppen van t-shirtteksten, mensen in scootmobielen, knalblauw en de ‘shhh-oorlog’ in de stiltecoupé.