Het gaat niet altijd goed met mij, vaak zelfs ronduit slecht.
Meestal ben ik met mezelf en alles in gevecht.
Toch denk ik vaak als ik weer boos mijn voordeurstoepje boen:
wel fijn dat ik 't niet met Andries Knevel hoef te doen.
(...)
Liever met een paard, een schaap of een kameel
Dan dat ik mijn lakens met Andries Knevel deel
Liever midden in de nacht, in een moeras verdwaald
Dan dat Andries Knevel plots zijn ding tevoorschijn haalt
Ik word liever in een ufo, door een marsman meegenomen
Dan dat ik Andries Knevel tot een hoogtepunt voel komen
Brigitte Kaandorp – ‘Andries Knevel’
Als ik het duo Andries Knevel en Thijs van den Brink mijn televisiescherm zie ontsieren, moet ik soms denken aan Frankenstein-verfilmingen uit de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. In die films wordt een personage geïntroduceerd dat niet in de originele novelle van Mary Shelley voorkomt: Igor, het gebochelde hulpje van Dr. Frankenstein. Hij werd gecreëerd omdat de bioscoopbezoeker in die tijd al steeds meer aan extreme beelden gewend raakte (zo’n proces gaat snel) en het monster niet meer als eng genoeg werd ervaren. Zo moet ook het succes van Thijs van den Brink te verklaren zijn. Knevel alleen was niet langer afschrikwekkend genoeg, de kijkbuiskinderen waren aan hem gewend geraakt, zoals ze ook gewend waren geraakt aan beelden van zogenaamde bekende Nederlanders die elkanders genitale wratten opeten om geld in te zamelen voor een of ander goed doel. Of beelden van kinderen die onthoofd worden, die dingen wennen nou eenmaal. En Knevel dus ook. Daarom moest de EO op zoek naar een Igor, zodat we God weer zouden kunnen vrezen.
Ik vraag vaak aan vrouwen met wie zij het liever zouden doen als ze moesten kiezen: Knevel of van den Brink. Geen gemakkelijke vraag, maar ik houd nu eenmaal van dilemma’s die het hoofd kunnen breken, die een mens helemaal gek kunnen maken. Vooral omdat het oplucht je te realiseren dat je gelukkig nooit voor die keuze zal worden gesteld. De moeilijkste keuzes zijn die waarin alle mogelijke resultaten kut met peren zijn. Al vind ik vragen als ‘Carice of Scarlett?’ of ‘Wie is je favoriete Beatle?’ ook niet bepaald eenvoudig. Maar dan houd je tenminste nog iets over waar je hoe dan ook blij mee bent. En als je Andries afwijst zit je wel vervolgens met Thijs opgescheept. ‘Gaat het echt om penetreren, of mag aftrekken ook?’ vragen de vrouwen mij vaak. De seks lijken ze echter nog het minst erg te vinden, vooral tegen de nabeschouwing zien ze nogal op. Wanneer Andries met dat vingertje uit gaat leggen wat hij nou precies bij jou gedaan heeft. En Thijs lijkt me iemand die heel hard gaat huilen wanneer er iemand is klaargekomen, daarbij druk met zijn tanden klapperend.
Een mooie variatie op dit thema kan nog zijn: ‘Zou je een trio doen met Knevel en Van den Brink, als dat ervoor zou zorgen dat zij nooit meer op televisie zullen komen?’ Iedereen die dit aanbod afslaat is een fucking egoïst! In zo’n situatie kun je eindelijk iets betekenen voor de wereld, je kunt eindelijk ervoor zorgen dat je leven zin heeft gehad. Ik zie bovendien geen enkele andere mogelijkheid om die twee voorgoed van de beeldbuis te halen. Het zijn net kakkerlakken, daar kan ook geen kernbom tegenop. Zit je even een seizoen zonder en kan je rustig ademhalen bij het variétéduo Pauw en Witteman, keren de twee Schandknapen van Satan zelve weer terug in de een of andere vorm. Nu zijn ze elke dinsdag te bewonderen als ‘De Moraalridders’. Gehuld in rammelend ijzer bevechten zij de draken der verloedering en vernielzucht, gezeten op hun stoute paard Arie. Je zal maar Doornroosje heten en honderd jaar hebben liggen maffen om dit voor je kiezen te krijgen. Dat mens zou razend zijn geworden.
Het is maar goed dat Knevel een aanhanger van Darwin is. Dat hij en zijn wapenbroeder producten zijn van volstrekte willekeur, is immers beter te verdragen dan dat zij het evenbeeld van een Opperwezen zouden zijn. Toch doen zij graag alsof dat wel zo is. In hun programma worden mensen tegen een morele meetlat aangehouden, zonder dat expliciet wordt gemaakt wat de voorwaarden zijn. Wat dat betreft past het helemaal binnen de diepgaande ethiek van deze tijd. Het ‘normen en waarden-debat’ van onze Koning J.P. Arthur en zijn ronde bijzettafeltje, de inzichtrijke leuzen als ‘fatsoen moet je doen’ die op de tegels worden gekalkt. Zeer belangrijk al deze zaken, want Nederland moet worden opgevoed. Anders nemen de levensgevaarlijke onderbuiken de boel over en wordt alles kort en klein geslagen, zeehondjes misbruikt en de geperoxideerde Islamslachter op de troon getild. Het is goed dat Knevel en Van de Brink er zijn, want zonder hen waren wij nergens. Zij zijn er om ons te vertellen wat goed is en wat fout, wat een schouderklopje verdient en wat met een afkeurende wenkbrauw moet worden bestraft. En dit alles uit naam van dat edele instituut, dat GeenStijl van het Christendom, de Evangelische Omroep.
Alsjeblieft, kan iemand deze mannen nou eens een beurt geven?