Marlene Dumas is een van de grootste kunstenaars van dit moment. Ze schildert onder andere angstaanjagende baby’s, een haast sensuele Osama Bin Laden en een hautaine Naomi Campbell. Toch was Maartje bang dat de overzichtstentoonstelling van haar werk (nu in het Stedelijk) teleur zou stellen.
Op de middelbare school had ik een docent Nederlands die zichzelf een zeer getalenteerd detective achtte omdat ze de moordzaken in de boeken van Agatha Christie vaak al had opgelost voor Miss Marple op de plek des onheils arriveerde. Onbewust werkt iedereen in patronen. Een timmerman heeft een voorkeur voor een bepaalde houtverbinding, een detectiveschrijfster voert de lezer haar mysteries in kleine maar op den duur voorspelbare hapjes.
Wanneer je naar een oeuvre kijkt is het mooi om verbanden tussen verschillende werken te ontdekken, er ontvouwt zich een structuur en hierin zie je de kunstenaar aan het werk. Maar dit overzicht verraadt vaak ook een herhaling van zetten en dat neemt de mystiek weg. Communitas, de expositie van beeldend kunstenaar Aernout Mik, had op mij deze uitwerking. Lopend door de kelder van het Stedelijk werd me opeens duidelijk wat hij deed en hoe weinig zijn werkwijze ten opzichte van de gekozen onderwerpen veranderde. Ook grootheid Bill Viola, een videokunstenaar, verloor voor mij met zijn veelgeprezen solo-expositie in het Grand Palais iets van zijn ongrijpbare genialiteit. Sindsdien ben ik enigszins huiverig voor overzichtstentoonstellingen.
De eerste grote solotentoonstelling van Marlene Dumas in twintig jaar in Nederland, zo adverteert het Stedelijk Museum The Image As Burden. En er is schande van gesproken dat we zo lang hebben moeten wachten. Marlene Dumas wordt immers gezien als een van de grootste schilders van deze tijd. Maar toen ik mijn persbutton opspeldde stond ik niet te trappelen van ongeduld. Ik had nog wel een paar jaar willen wachten, want ik houd van het werk van Dumas en was nog niet klaar om deze bijzondere Zuid-Afrikaanse kunstenaar over haar voetstuk te laten struikelen.
Een introductie
Marlene Dumas schildert mensen, maar ze maakt geen portretten. In bijna al haar schilderijen staat een menselijke figuur centraal, vaak is er ingezoomd op het gezicht. Het gaat echter niet om de filmsterren en topmodellen die zij afbeeldt, en ook niet om terroristen als Osama Bin Laden en Ulrike Meinhoff wanneer zij als onderwerp gekozen zijn. Als Marlene Dumas al iets portretteert dan is dat haar eigen verwondering en fascinatie voor deze figuren en de sociaalpolitieke context waarin zij zich bevindt. Ze schildert geen Zuid-Afrikanen, Palestijnen of modellen, maar Apartheid, vooroordelen en seksisme.
Hoewel ze pijnlijke onderwerpen niet uit de weg gaat, had Marlene Dumas gezworen dat ze nooit bloed zou schilderen. Toch bewaarde ze de nieuwsfoto van een Palestijns meisje dat tijdens een vliegtuigkaping was doodgeschoten. De foto belandde in haar beeldarchief, maar was te naar om te gebruiken. Toen ze zich enkele jaren later veel zorgen maakte over andere, persoonlijke dingen (waaronder de relatie met haar eigen dochter) nam ze de foto weer ter hand. Dead Girl (2002) was snel geschilderd.
Dead girl (2002) (foto: Maartje)
Het blijft moeilijk om naar dit dode meisje te kijken. Haar gekneusde mond, de donkere haren die met een felle beweging uit haar gezicht lijken te zijn geveegd, haar bleke huid en zware, halfgesloten ogen. De angst die Dumas die avond ervaarde ‘klopte’ opeens met de harde realiteit van de nieuwsfoto. Het resultaat is geen portret van een Palestijns meisje maar de expressie van een bange moeder die weergaloos kan schilderen. Omdat Dumas als geen ander weet hoe ze haar gevoelens naar beeld moet vertalen, voel je zelfs als je de ontstaansgeschiedenis van het schilderij niet kent, de angst die er aan ten grondslag lag.
In 1990, toen ze net moeder was geworden, schilderde Marlene Dumas vier baby’s. Het zijn geen plaatjes die je van een jonge moeder zou verwachten. De schilderijen geven een unheimisch gevoel, alleen al omdat de zuigelingen met hun kromme beentjes groter zijn dan een gemiddelde volwassene lang is. Hun vervreemdend grote, gekantelde gezichtjes kijken op je neer. De babyhuid is niet zachtroze maar net te rood of blauwig, alsof naderend onheil zich via de poriën aankondigt.
The first people (1990) in het Stedelijk Museum (foto: Maartje)
Dumas gebruikte foto’s van haar eigen dochter voor drie van de vier schilderijen uit de serie The First People, maar wat ze portretteerde was hoe zij het moederschap ervaarde. Een angstige onzekerheid die veel jonge ouders moeten herkennen, al durven weinigen dat toe te geven. Marlene Dumas schilderde met haar emoties, ze durfde haar angst te laten zien, maar ook hoe eng kinderen kunnen zijn. Na het bezoeken van deze expositie zal ik hen nooit meer hetzelfde zien.
Portretten van slechteriken
Ik was zo gewend aan babyfoto’s en wat ik daarvan moest vinden dat de eindeloze stroom op Facebook me amper nog ontroerde. Net zoals ik steeds minder geraakt werd door beelden van doodslag en geweld. Ik vraag me af hoeveel onthoofdingen ik nog moet zien voor ik er niet meer misselijk van word. Ook dat zal een kwestie van tijd zijn. Maar misschien heeft Marlene Dumas daar dan ook een werk over gemaakt wat me wakker zal schudden.
Marlene werkt graag met foto’s van iconische figuren. “Het liefst slechteriken”, vertelde ze tijdens een lezing in De Balie in Amsterdam. Mensen wier beeltenis in de media zo veel is gebruikt dat die ene foto een symbool is geworden voor hun hele leven en de acties waar zij beroemd of berucht om zijn geworden. Nieuwsfotografie in haar meest uitgemolken vorm. Met Osama (2010) toont Marlene Dumas een nieuwe Osama Bin Laden. Dictators lijken nooit oud te worden, en ook Osama kennen wij vooral zoals hij zelf graag gezien wilde worden: als een strijdlustige, gelovige man, met een witte tulband en legerkleding. Marlene schilderde een wijze, haast sensuele pelgrim en laat mij in verwarring achter. Mag dan niets gewoon slecht zijn? Links van Osama hangt een portret van Amy Winehouse, rechts van hem zijn zoon Omar, een loverboy met een terughoudende blik.
Marlene Dumas maakte ook een werk over Mohammed Bouyeri. De titel van het schilderij is The Neighbour en ik kijk inderdaad niet in de ogen van een koelbloedige terrorist, maar in die van een bleke, zachtaardige man, iemand die bij mij in de buurt zou kunnen wonen. De heftige reacties die dit schilderij oproept verraden dat we de menselijke kant van deze man misschien niet willen zien. Dumas gaf tijdens haar lezing in De Balie toe dat ze ook veel twijfels heeft bij dit beeld. Tijdens het schilderen vroeg ze zich af of ze door sensatiezucht werd gedreven. Ze twijfelde of ze verder moest gaan. “Ik heb hem zelfs weggeschilderd, en ik heb hem in een vrouw veranderd. Maar uiteindelijk heb ik hem toch weer teruggebracht. Ik vond het lafhartig om het niet te doen.”
The Neighbour (2005) (foto: Stedelijk)
Deze vastberadenheid proef je in haar beste schilderijen. Dumas dwingt zichzelf om haar angsten en ongemakkelijkheden onder ogen te komen. Ze schildert om de wereld te bevragen en beter te begrijpen. Die noodzakelijkheid resoneert in de verf. Ze legt de slechtheid en lelijkheid van de mensheid bloot, en doet dit op zo’n oprechte manier dat de beelden je geen kans geven om weg te kijken.
Portretten van stereotypen en vooroordelen
Marlene Dumas groeide op in Zuid-Afrika ten tijde van de Apartheid en als jonge twintiger had ze het gevoel dat je geen slechter mens kon zijn dan een blanke Zuid-Afrikaan. Hoewel ze het regime niet ondersteunde en er evident niet voor had gekozen, vond ze dat zij schuld droeg. Het zelfportret Het Kwaad is Banaal (1984) toont de interne strijd rond die schuldkwestie. Zij had het gevoel alsof ze tegen wil en dank het kwaad belichaamde. Als een van de weinige figuren in het oeuvre van Marlene Dumas kijkt de vrouw in dit schilderij je niet aan. Door haar ogen loopt een fijne witte streep, alsof haar blik gebroken is.
Het kwaad is banaal (1984) (copyright Marlene Dumas, foto Peter Cox)
Zijn dit schuldige ogen? We krijgen geen context, er is alleen het gezicht. Marlene heeft zichzelf gedwongen alles te laten spreken in de uitdrukking, het kleurgebruik, de grootte en de titel van het werk. In deze beperking toont zij haar grote kracht als schilder. Een schilderij vertelt een verhaal in een oogopslag en een grimas.
Het portret van een kunstenaar
Marlene Dumas maakt geen portretten. Toch portretteert The Image as Burden in elk geval één persoon. Wanneer je de tentoonstelling bezoekt dwaal je door het hoofd van een groots schilder. Via haar werk zie je wat Marlene Dumas de afgelopen veertig jaar heeft meegemaakt. Daarmee is de expositie in het Stedelijk een portret van de kunstenaar zelf. Het toont hoe zij de wereld zag, voelde en beleefde en hoe zij dat naar beeld vertaalde.
Na het bezoeken van The Image as Burden bewonder ik Marlene Dumas zo mogelijk nog meer. En dat zij in een retrospectieve tentoonstelling overeind blijft heeft denk ik alles te maken met haar werkwijze. Naar eigen zeggen zoekt Marlene naar dingen die per ongeluk gebeuren. Zij doet voor haar werk geen diepgravend onderzoek maar vertrouwt op haar associatieve vermogen en de vrijheid en schoonheid die toeval kan brengen. De expositie ademt emotie. Elk werk is een persoonlijk politiek commentaar, maar kan alleen op intuïtief niveau begrepen worden, omdat de kunstenaar op die manier te werk gaat. Tijdens de opening vertelde de curator dat dit het eerste retrospectief is waar Marlene Dumas zich goed bij voelt. Ik sluit me daar volledig bij aan.
PS. De catalogus van de tentoonstelling is bijna even mooi als de expositie zelf.
--
Dit artikel verscheen in gewijzigde vorm in Kunst & Antiek Journaal Collect.