Beheerst en hoopvol schoof Marleen Stikker gisteren aan op de ondergelopen caravan van Janine Abbring. Hoewel het gesprek soms wat zakelijk en taai bleef, bood het gesprek nieuwe perspectieven op technologie, zag Jozien Wijkhuijs.
Op rustige, vriendelijke toon vertelt internetpionier Marleen Stikker dat niets op het internet meer van ons is. Zovelen hebben ons dat geprobeerd te vertellen. Hacker Aaron Swartz, volgens Stikker ooit ‘roepende in de woestijn’, wilde het ons al uitleggen. Zijn tragische dood is het directe gevolg van het feit dat de overheid niet wil dat we het horen. Er zijn legio voorbeelden van waarschuwingen dat het internetontwerp niet voldoet en inmiddels zelfs kapot is, aldus Stikker.
Dit is niet alleen voorbehouden aan de wereld van de technologie. ‘Adam Smith knew all about this’, zegt econoom Kate Raworth in een fragment, verwijzend naar een kind dat in Bangladesh 24 uur lang achter elkaar werkt, met als enige taak zijn vinger op een stuk stof houden. We weten allang dat kinderen worden uitgebuit voor onze kleding. Net als dat we weten dat we elke dag onze privacy opgeven aan Facebook en Google. Maar we ondernemen er niets tegen.
Wij kijkers zijn als de monnik in een van de fragmenten
We zijn als de monnik in een van de fragmenten die Stikker laat zien. Een enorm aandoenlijke man die in de documentaire Google and the World Brain trots vertelt hoe Google boeken uit de bibliotheek van Monserrat digitaliseert, zodat ze nu voor iedereen overal beschikbaar zijn. Als hem de vraag wordt gesteld wat er gebeurt als iemand probeert met de boeken aan de haal te gaan om er geld mee te verdienen, is hij heel lang stil. Je ziet de lichte paniek in zijn ogen als hij zich realiseert dat hij daar nooit iets over heeft vastgelegd. Uiteindelijk weet hij geen antwoord te formuleren.
De fragmenten zijn, een enkele uitzondering daargelaten, erg interessant. Het is alleen niet gemakkelijk om geconcentreerd te blijven kijken. Dit komt deels doordat Stikker gedurende de eerste helft van het interview weinig van zichzelf laat zien. Ze straalt een prettige rust uit, is bereid om interviewer Abbring tegemoet te komen als het onderwerp ingewikkeld is, spreekt beheerst en duidelijk. Maar Zomergasten staat of valt voor mij bij het persoonlijke. Ik wil weten waarom Stikker in de wereld van de technologie terecht kwam, hoe dat toen in zijn werk ging, hoe het socialemediaplatform dat zij ooit oprichtte precies tot stand kwam.
Op een gegeven moment praat Stikker aan de hand van een fragment uit het Duitse theaterstuk Die Dreigroschenoper over haar moeder. De overgang tussen technologie en Stikkers gezinsleven voelt enigszins geforceerd. Na het fragment probeert Abbring erop door te gaan door te vragen naar de tijd waarin Stikker met haar moeder en diens toenmalige vriendin Doeschka Meijsing in relatietherapie zat. Na wat feitelijke informatie erover begint Stikker de zin ‘Das war…’, maar stopt dan. Abbring zegt vervolgens, bijna verbaasd, ‘wilde je nou Das war einmal zeggen?’
Blijven zoeken en soms accepteren dat je iets niet weet is een goede levenshouding
Ondanks de schaarsheid van het persoonlijke is het geen slechte aflevering. Abbring blijft geconcentreerd en scherp en halverwege komt ook Stikker een beetje los. Ze vertelt dat haar vader, die een Spartaans leven leidde, de thermostaat altijd opdreef tot 16 graden als zij op bezoek kwam. Van hem leerde ze dat blijven zoeken en soms accepteren dat je iets niet weet een goede manier is om in het leven te staan.
Deze levenshouding uit zich in Stikkers niet aflatende zoektocht naar oplossingen. Ze is een ‘mogelijkheidsmens’, zegt ze, geen ‘werkelijkheidsmens’. Want ondanks dat een groot deel van het interview ons de ongemakkelijke gevolgen van technologische ontwikkeling laat zien, blijft zij hoopvol overkomen. Dat zit hem in kleine, zijdelingse opmerkingen. Op den duur zegt ze nuchter: ‘Je kunt het internet anders ontwerpen. En daar wordt nu aan gewerkt.’
De middelen om de greep van het internet te doorbreken hebben we, zegt Stikker. Het samenkomen van verschillende wetenschapsgebieden, bijvoorbeeld. Laat een genderwetenschapper het idee van bias maar uitleggen aan een IT’er die zelfrijdende auto’s programmeert. Hack de technologie die nu niet werkt en maak het beter. Knutsel aan het leven en realiseer je daarna dat niet alles wat technologie kan, ook daadwerkelijk hoeft.
Haar oproep tot knutselen zet ze kracht bij door in haar laatste fragment te kiezen voor een vlog van Simone Giertz. De Zweedse vlogger bouwt ‘shitty robots’, die eigenlijk meer problemen veroorzaken dan dingen oplossen. Giertz vertelt dat ze zich vroeger te veel bezighield met een doel en de angst om te falen. Nu wil ze gewoon maken, en dat doet ze dan ook. Onderweg zoekt ze naar oplossingen. Stikker staat hier volledig achter. Het is een opbeurend einde aan een uur waarin de kijker constant op zijn of haar verantwoordelijkheden is gewezen.