Namens hard//hoofd sprak Wester met Guido Schmidt-Traub over wat we kunnen doen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. De conclusie: de technologische vooruitgang moet sneller, willen we overleven.
Aanstaande zondag, een week voordat de klimaattop in Parijs van start gaat, toont VPRO Tegenlicht de documentaire Een paar graden minder. Het is het optimistische verhaal van econoom Jeffrey Sachs en zijn internationale team wetenschappers van het UN Sustainable Development Solutions Network (UNSDSN). De boodschap waarmee ze regeringsleiders de afgelopen twee jaar bestookten is helder: met de juiste technologie is het meer dan mogelijk om onder de 2 graden Celcius opwarming te blijven.
Het is mode om optimistisch te zijn omdat je zo meer gedaan krijgt. Maar na het lezen van Sachs’ vuistdikke manifest The Age of Sustainable Development, en met de politieke realiteit van de aanstaande klimaattop in het achterhoofd, bleef ik toch met een paar vragen zitten. Want hoe zit het met de politiek? Sachs is super connected, en je verwacht dat hij inzichten heeft in de politieke processen die verandering mogelijk maken, maar precies daar vervalt hij in UN-speak en vaagheden. Hoe komen we uit de politieke impasse waar we al sinds de eerste klimaattop van Rio in 1992 in zitten? Sindsdien zijn emissies wereldwijd alleen maar sneller toegenomen.
De vraag is dus: gaat de politiek leveren? Na eindeloos mailen bleek het onmogelijk om professor Sachs zelf te spreken, maar zijn rechterhand, Guido Schmidt-Traub, Executive Director van UNSDSN, wilde hard//hoofd namens hem wel te woord staan. Ik sprak met hem over de visie van UNSDSN op het tegengaan van de opwarming van de aarde, en we blikken vooruit op de klimaattop in Parijs.
Wat is jouw werkrelatie met Jeffrey Sachs?
Wij werken zeer nauw samen. Hij is mijn directe baas.
Vertel me eerst even kort waar jullie mee bezig zijn
We zijn in 2013 gestart met het Deep Decarbonisation Pathways Project (DDPP), of pathways in het kort. Het zijn als het ware op maat gemaakte decarbonisatieroutes (red.: het verwijderen van koolstof uit de energiesector) die landen kunnen volgen. Het is een complexe set beleidssuggesties waarmee landen de transitie kunnen maken naar een schone economie. Als iedereen de pathways volgt blijven we binnen de 2-gradengrens.Inmiddels hebben zestien landen, die goed zijn voor 70% van de emissies, zich aangesloten. Zelfs China en de VS doen mee. Het laat zien dat de pathways politiek uitvoerbaar zijn.
Wat zijn je verwachtingen voor de klimaattop in Parijs?
Ik ben redelijk positief gestemd. Ik verwacht dat de landen overeenstemming zullen bereiken over hun nationale bijdragen om emissies naar beneden bij te stellen. En ik denk dat men zal besluiten dat elk land een vrijblijvende toezegging moet doen om onder de 2 graden opwarming te blijven in het jaar 2050.
Dat is bescheiden.
Parijs gaat niet alle problemen oplossen. Het belangrijkste is dat COP21 (red.: de Paris Climate Conference) een kader biedt voor de jaren erna. Dit probleem kan niet worden opgelost aan de onderhandeltafel. Landen moeten het eens zijn over het kader en over een paar wetenschappelijke principes. Ze kunnen elkaar geen emissiedoelen opleggen. Dat gaat niet gebeuren. Wat we nodig hebben is een methode om problemen op te lossen. De hoop is dat alle landen de pathways zullen omarmen.
Het belangrijkste is dat hij niet mislukt.
Ja. Als we redelijkerwijs onder de 2 graden opwarming willen blijven moeten we nu beginnen.
Een veelgehoorde kritiek op de Sustainable Development-gemeenschap is dat jullie wel weten waar we heen moeten en dat technologisch allemaal kunnen uitstippelen, maar dat er nog geen duidelijk politiek verhaal is. Gaan politici leveren?
Dat is een heel moeilijke vraag. De decarbonisatie van systemen is waarschijnlijk het grootste, moeilijkste, meest complexe maatschappelijke probleem waar de mens ooit mee is geconfronteerd. Waar het begint is dat niemand zicht heeft op het hele plaatje. Duitsland bijvoorbeeld zet heel zwaar in op zonne- en windenergie. Maar na de sluiting van de kerncentrales een paar jaar geleden ontginnen ze weer op grote schaal bruinkool. Ondanks de investeringen in schone energie, neemt de CO2-emissie sinds een aantal jaar juist weer toe.
Wat Californië doet is veel effectiever. De staat heeft zich als doel gesteld de uitstoot met 80% te verminderen in 2050. Ze doet dat volgens het systeem van de pathways. Alle grote luchtvervuilers worden aangesproken, en iedereen – het bedrijfsleven, de energiesector en maatschappelijke instanties – beslist in gezamenlijke werkgroepen hoe ze dat doel gaan bereiken. Niet iedereen zal het overal over eens zijn, maar wie kritiek heeft moet met een betere oplossing komen. Dat is het politieke narratief dat wij brengen. We ondersteunen de politiek op de lange termijn, met een amalgaam van concrete kortetermijnoplossingen.
De pathways leunen zwaar op technologie die er nu nog niet is. Sommige oplossingen zijn nu nog niet beschikbaar.
Zeker! Onze analyse gaat zelfs uit van toekomstige technologische vooruitgang. Dat moet wel. Met huidige middelen is er geen kans dat we onder de 2 graden blijven.
Een pessimistische grafiek. Maar het belang van de pathways zit erin dat ambitie later nog kan worden opgeschroefd.
Maar doen overheden genoeg? Investeren we genoeg in het ontwikkelen en verspreiden van ideeën om aan die vooruitgangseis te voldoen?
Het simpele antwoord is nee. We kunnen en moeten veel meer doen. Sommige mensen denken, enigszins naïef naar mijn mening, dat we nu al over de technologie beschikken om een wereldwijde transitie te maken naar schone energie. Dat is niet zo. De technologie en de mankracht om iets dergelijks te realiseren ontbreken. Duurzame energie is nog bijna overal te duur en dat zal nog jaren zo zijn. De klimaatonderhandelingen zouden zich moeten richten op de vraag hoe we de vooruitgang kunnen versnellen. Er is in de eerste plaats meer internationale samenwerking nodig, zodat technologieën zich sneller kunnen verspreiden.
De grote vraag is: hoe gaan we dat organiseren?
Dat is een van de grote kwesties van onze tijd. Mensen blijven doen wat ze gewend zijn. Ik sprak vanmorgen iemand uit de auto-industrie. Bijna al het onderzoeksgeld gaat nog altijd naar de verbetering van de verbrandingsmotor, terwijl we allang weten dat er geen toekomst voor is.
Hoe kan dat?
Ik heb jarenlang in de fossiele industrie gewerkt. Mensen denken daar als handelaren. Zolang ze risico spreiden, denken ze dat het allemaal wel goed komt. Dat komt omdat de politieke signalen uitblijven. Politici denken maximaal vijf jaar vooruit. Over vijf jaar is er nog een markt voor verbrandingsmotors. In 2035 niet meer. Daarom zijn pathways zo belangrijk: de besluiten voor over vijftien jaar moeten nu al genomen worden.
Wat moeten politici doen?
Technologische ijkpunten vastleggen in de wet. In Zweden is onlangs een wet aangenomen die bepaalt dat in 2030 auto’s geen koolstof meer mogen uitstoten. In de bouwbranche gelden dergelijke regels al op Europees niveau. Met dat soort wetten gaan de markten wel aan de slag.
Heel veel hangt af van wat politici samen besluiten, terwijl ze niet bepaald een mooie staat van dienst hebben. Een van de belangrijkste onderdelen van de decarbonisatie agenda is volgens velen, ook jouw baas Jeffrey Sachs, een belasting op fossiele brandstoffen. Ik sprak laatst een Europarlementariër die zei dat die belasting er nooit ging komen. Toen ik vroeg waarom niet, zei hij: lobby’s. Hoe gaan politici die technologische ijkpunten in de wet opnemen als de tegenstand blijkbaar zo krachtig is dat het vaak onmogelijk is?
Ik geloof dat de het traditionele gedrag van de fossiele industrie uiteindelijk gaat veranderen. De vraag is: hoe snel? Verandering gaat zo traag dat het de wereld op een fundamentele wijze bedreigt. Maar ik denk dat er een moment komt dat we tot inkeer komen. Het punt is dat de vooruitgang nu moet versnellen. Hoe we dat het beste kunnen doen, daar bieden de pathways suggesties voor.
Als je wilt weten wat politici volgens Jeffrey Sachs en de zijnen moeten doen om de wereld te redden, kijk dan naar VPRO Tegenlicht op Zondag om 21.05 op Nederland 2.
Wester van Gaal is freelance klimaatjournalist.