Hoe ziet het leven eruit voor mensen zonder legale verblijfsstatus in Nederland? Een student uit Congo (27) blijft op afstand vechten voor vrijheid en democratie in zijn land. ‘Geef mij liever geen naam, dan kan ik staan voor iedereen zonder naam.’
‘Ik kook graag. Smaak is een goede ingang voor een gesprek. Als mensen iets proeven worden ze nieuwsgierig. 'Heb ik Congolees gegeten? Wat is dat voor een land?' Of: ‘Hoe is de situatie van vrouwen en kinderen daar eigenlijk?’ We hebben in Congo niet alleen maar oorlog. Ook cuisine.
Soms vinden mensen me irritant. Als ik begin van: 'Vrijheid in Congo!', zegt iedereen: 'Jajaja…' Maar als je eet: je zweet een beetje, het is een beetje scherp, en daar komt het gesprek.
In Congo probeerden we jongeren meer politiek bewust te maken
Kijk, dit is mijn tas. Mijn laptop zit erin, mijn studieboeken. Mijn waardevolle spullen draag ik altijd bij me. Je weet nooit wat er gebeurt. Tot maart vorig jaar zat ik in vreemdelingendetentie. In september ben ik opnieuw met mijn studie begonnen. Maar afgelopen donderdag werd ik weer aangehouden, zomaar. Maandag moet ik me melden bij de vreemdelingenpolitie, en wie weet wat er dan gebeurt. Misschien weer detentie, weer een tijd niet kunnen studeren.’
‘Ik heb gekeken naar hoe de politie zich gedraagt. Het zijn gewone mensen, maar hun gedrag wordt bepaald door de regels van de machtigen.
Het breken van die regels is wat we probeerden te doen in Kinshasha.
In Congo zat ik bij de FDJ, de 'Kracht der vooruitgang van jongeren'. Wij wilden een mentaliteitsverandering onder intellectuele jongeren teweeg brengen. We organiseerden demonstraties. We zeiden hen: dit is jullie land, jullie hebben recht op álles. Verkoop je stem niet voor wat rijst, twee vissen of een t-shirt. Neem de vis, eet de rijst, draag het t-shirt. Maar als je daarna het stemhokje ingaat, stem dan hoe je wilt.'
'Sinds 2011 ben ik in Nederland. Ik studeer aan de universiteit en doe daarnaast vrijwilligerswerk. Mijn inkomen haal ik uit koken, Frans en wiskunde doceren, en huizen schilderen. Op dit moment ga ik mijn vierde asielprocedure in. Ik zou graag willen dat mijn recht erkend wordt en dat ik erkend word. Samen met een nieuwe advocaat ben ik aan het kijken: wat kan er nog? We hebben medisch onderzoek van mijn littekens aangevraagd. Intussen probeer ik mijn tentamens te halen.
Ik zit in Nederland omdat Nederland een tussen haakjes ‘democratisch' land is. Democratie is relatief: het is een kleine utopie, en veel van hoe 'democratie' er op een bepaalde plek uitziet, hangt af van door wie het land democratisch is verklaard. Maar ik kan hier radio maken en zeggen wat ik wil. Ik blijf doen wat ik deed in Kinshasha: me inzetten voor de Congolezen. Ik zou graag zien dat elke Congolees vrijuit kan praten en dat het land zich kan ontwikkelen. Het is een rijk en mooi land, bomvol grondstoffen, toch is het één van de armste landen ter wereld.'
‘Deze tijd leert me om dicht bij de zwakken te zijn. Ik begrijp de mensen die niet naar het ziekenhuis durven omdat ze bang zijn dat ze worden opgepakt.
Ik weet nu hoe het is om een vies boek te zijn
Laten we eerlijk zijn: mijn familie is geen arme familie. Ik kon vroeger zelf mijn syllabus kopen, kleren kopen, chillen met vrienden. Als mijn familie arm was geweest had ik nog in de gevangenis gezeten. Of ik was gewoon doodgegaan. Ik had nooit verwacht op straat terecht te komen, nooit verwacht dat ik ergens illegaal zou zijn.
Als jij een vies boek krijgt, ga je het dan lezen? Mensen hebben geen zin om een vies boek te openen. En een illegaal is een vies boek. Mensen kijken niet naar wat er in staat: ze gooien het ongelezen weg. Ze zien niet dat de verhalen die er in staan misschien bijzonder zijn, of dat er misschien nog heel wat lege pagina's zijn.
Ik weet nu hoe het is om een vies boek te zijn.’
‘Ik heb geleerd dat een situatie nooit 'slecht' is. 'Slecht' is hoe wij kijken naar of omgaan met die situatie. Je kunt ervoor kiezen om met een gevaarlijke situatie goed om te gaan. Je weet: hoe pijnlijk het ook is, het gaat weer gewoon worden. Als dat je lukt, dan bijt wat er gebeurt je niet meer aan. Als je de realiteit wel neemt als zijnde slecht, dan bijt het je wel aan. Dan word je gek.
Toen ik in Nederland aankwam dacht ik: hier pakken ze het leven anders aan, en begrijpen ze mijn situatie. Het is niet zoals ik dacht. Qua vrijheid, qua democratie. Tussen hier en de Congo zit keihard verschil. Dag en nacht. In alles. Maar mensen blijven mensen. Dat heeft me stil gemaakt. Ik ga heus wel door met leven, maar: mensen blijven mensen.
Daar kan ik niet zoveel aan doen.’
Jantine Wijnja is kunstenaar en schrijfster. In 2014 verscheen haar boek 'Reisgids Den Dolder', over het mentale landschap van een psychiatrische instelling.
Robert van Raffe is stripauteur, illustrator en student filosofie. Tijdens zijn studietijd aan de kunstacademie ontwikkelde hij een fascinatie voor het dandyisme waar hij nooit meer helemaal van is genezen. Hij verwierf enige bekendheid met het feit dat hij nooit sokken draagt.