Na zestig jaar televisiegeschiedenis, lachen we de zaterdagavond weg met de tandeloze grijns van Jack Spijkerman. Aan de hand van onze vaderlandse helden – en die van de buren – draaien we eindeloze pirouetten op het ijs, in de ballroomzaal of op het houten podium van de plaatselijke talentenjacht. De vlag wordt gehesen in Ik houd van Holland en we zingen het volkslied met de grootste familie van Nederland. Heeft de televisie ons culturele verrijking gebracht?
"Meer dan ooit tevoren gaat de techniek ons leven beheersen," zei staatssecretaris Cals van Cultuur en Onderwijs op 2 oktober 1951 voor de eerste zwart-wit uitzending op de Nederlandse buis. "Na de massa-arbeid is het nu de massa-recreatie die de menselijke persoonlijkheid belaagt." Cals reageerde kritisch, maar hoopvol op het nieuwe medium. "In dienst gesteld van de cultuur kan zij een uiterst machtig en in de moderne tijd een onmisbaar middel vormen."
Koffie-uurtje MAX
Zodra ik de televisie aanzet en de eerste beelden mijn kamer binnendringen, voel ik mijn energie en levenslust wegvloeien. Ik zak onderuit in mijn stoel en ben niet langer in staat te spreken of te bewegen. Elke positieve gedachte wordt gesmoord door zoveel onzinnigheid. En wanneer ik 's ochtends het journaal van tien uur inschakel, voel ik me daarna net zo uitgehold als na het bekijken van een koffie-uurtje MAX. Is de EO dan nog de enige omroep die zich spirituele verrijking van de kijker tot doel heeft gesteld?
Uit. Dat was de enige optie. Ik zag de reflectie van mijn gezicht grimmig en leeg in het grijze glas weerspiegelen. Het apparaat heb ik dus uit mijn kamer verwijderd. Ik kijk geen televisie meer. Avonden liggen sindsdien als een uitgestrekt veld voor me. Wanneer ik bevrijd van entertainment en soap door de verlaten straten van Arnhem struin, zie ik achter de gordijnen huiskamers felgroen en roze oplichten. Waar de vensters niet zijn afgedekt, zie ik dat ook andere mensen wezenloos naar een beeldscherm staren.
Een beter mens
De introductie van televisie vond plaats op het moment dat het modernistische tijdperk op zijn einde liep. Ten tijde van de Industriële Revolutie probeerden modernisten de snel veranderende maatschappij vorm te geven. Niet alleen in esthetische zin, maar ook op sociaal en moreel vlak. Door de stedelijke mens te omringen met sociale architectuur, functioneel design en moderne schilderkunst zou niet alleen een prettigere leefomgeving ontstaan. Het zou een beter mens creëren.
De tussenkomst van twee wereldoorlogen deed kunstenaars beseffen dat kunst misschien niet in staat is verregaande invloed uit te oefenen op de maatschappij. De Industriële Revolutie had een keerzijde: zij kon creëren, maar ook verwoesten. Ideologie werd utopie. De mens was er geen haar beter op geworden.
Al lijkt "de verheffing van de maatschappij" in onze ogen misschien naïef, op dit moment is elke vorm van idealisme voor doelloos vermaak ingeruild. De televisie is daar drager van. Dat de mens in en in slecht is, wisten we natuurlijk allang, maar zielloos en zonder hoop gaat me te ver. Als wij zoveel uren vrijmaken om tv te kijken, waarom investeren we dan niet in kwalitatieve en inspirerende televisie? Kunsttelevisie wellicht?
Kunsttelevisie
Cultfilms deden jaren geleden hun intrede in de bioscoop. De schakel naar culttelevisie is nog maar een kleine stap. De documentaire Farewell van Ditteke Mensink (2009) vertelt het verhaal van Grace Drummond-Hay, de eerste vrouw die een vliegreis rond de wereld maakte, in een zeppelin. Prachtige beelden uit 1929 worden ondersteund door een voice-over die de gedachtewereld van deze vrouw blootlegt. Haar verhaal staat in het kader van een veel groter historisch verhaal, waarin Graf Zeppelin de metafoor is voor de idealen en dromen van de dertiger jaren. Na negentig minuten Farewell voel je niet leeggezogen, maar ontspannen. Je hebt kennisgemaakt met een andere wereld, geleerd over de geschiedenis en de plot – de biografie van Grace Hay – was niet minder meeslepend dan de dagboekfragmenten van Bridget Jones.
De publieke omroep draagt tot op zekere hoogte bij aan het culturele niveau op de Nederlandse buis. De documentaire Farewell is al meerdere malen uitgezonden door de NTR. De kniebuiging die de publieke omroep maakt voor een kunstzinnige invulling, is helaas net zo diep als de lunges van Olga Commandeur in Nederland in Beweging.
Kunstprogramma’s zijn vaak educatief of proberen op een lollige manier context aan kunst te geven. Het is natuurlijk niet verkeerd om over kunst te informeren. Maar bied daarnaast een podium aan kunsttelevisie. Niet een registratie van kunst, maar films, docu's en series die gebruik maken van nieuwe beeldtaal, spelen met conventies, die schoonheid bieden en informatief zijn. Kortom: televisie die past bij onze huidige belevingswereld, maar niet inboet aan inhoudelijkheid, omdat het vluchtig, jong en schreeuwerig moet zijn.
Popcorn en een kunstfilm
Sinds de uitvinding van film aan het eind van de negentiende eeuw, hebben kunstenaars veel geëxperimenteerd met film, camera’s en cinema. De analoge montage-experimenten van dadaïstische filmmakers leverden een geheel eigen filmesthetiek op. Frames werden honderdtachtig graden gedraaid, beelden scherp afgesneden en een aaneenschakeling van losse beelden maakten film tot een bewegende collage.
Marinetti en zijn futuristen brachten met hun filmkunst een ode aan de machine. Machinegeluiden werden nagebootst met stem en zelfgemaakte instrumenten, terwijl "beweging" zoveel mogelijk in beeld werd gebracht.
Een recenter voorbeeld is de jumpcut montage van John Bock Porzellan. Isoschizo Küchentat des neurodermitische Brockenfalls im Kaffeestrudel und das alles ganz teuer uit 2001 toont de kunstenaar als kok. Verf, ketchup en kookgerei vliegen door de lucht. In een moordend tempo schieten scènes, frames en materialen aan het oog voorbij. Met hartkloppingen en suizende oren vraag je je na anderhalve minuut af wat je - tussen de klodders eigeel die van het beeldscherm afdruipen - te zien hebt gekregen.
Het probleem met kunstvideo’s is dat er vaak geen verhaallijn of rode draad te ontwaren is. Experimenten met film worden snel conceptueel. Het zijn prachtige studiestukken, maar een bakje popcorn ruil je toch snel in voor een blocnote en pen. Toch bestaan er genoeg kunstfilms die wel geschikt zijn voor vertoon op de buis. Het zou heerlijk zijn om onderuitgezakt op de bank naar Christian Marclays The Clock te kijken. Een film die in een loop van vierentwintig uur, zeventig jaar filmgeschiedenis behandeld aan de hand van het thema "tijd". Korte scènes uit bekende meesterwerken en vergeten cultfilms zijn aan elkaar ge-edit tot één film. De personages kijken net op hun horloge, er gaat een wekker af, in de achtergrond tikt een klok. Wanneer je op je eigen horloge kijkt, blijkt de tijd precies overeen te komen met de watch van James Dean.
Oproep aan filmmakers
Kunstfilms worden meestal niet geproduceerd voor televisie. Kunstenaars hebben zich vaak terughoudend opgesteld ten opzichte van het medium. Negatieve associaties met massamedia, leeg vermaak en de zapcultuur maakten het niet erg aantrekkelijk om te investeren in televisiekunst. Maar het voordeel van televisie is de mogelijkheid om een groter publiek te bereiken.
Het cliché dat kunstenaars het grote publiek niet aan zich zouden willen binden is een fabeltje. Het gros van de kunstenaars, en zeker de modernisten, heeft altijd pogingen gedaan om het grote publiek te bereiken. Dat geometrische beeldtaal en primaire kleuren een boer uit Rusland niets zeggen, heeft El Lissitzky misschien niet begrepen. Atonale muziek is zelfs na bestudering van de theorie niet om aan te horen. Dat betekent niet dat kunstenaars niet proberen een relatie aan te gaan met de gewone man.
Kunsttelevisie hoeft niet noodzakelijkerwijs inspanning te vereisen. Maar anno 2011 houden mensen van televisie die zo luchtig is als de cakejes van kok Rudolf, of zo dik aangezet en binnen de lijntjes als de eyeliner van Patries. Dat is een probleem. Welke omroep wil investeren in kunsttelevisie als dat niet aansluit bij de behoeften van het grote publiek?
Staatssecretaris Cals sprak in 1951 vanuit een modernistisch verheffingsideaal. De televisie kon maatschappij en cultuur verder helpen, mits zij op de juiste wijze werd ingezet. Ik ben ook een modernist. Ik ben ervan overtuigd dat mooie en inspirerende programma’s een bijdrage kunnen leveren aan onze kwaliteit van leven. Laat kunstenaars experimenteren met de mogelijkheden van dit medium: de beschikbare budgetten, de huiskamer als tentoonstellingszaal en een breder publiek. Waarschijnlijk worden we er geen betere mensen van, maar de kijker wordt wel een beetje geïnspireerder, intelligenter, energieker en misschien zelfs gelukkiger.
Ik weet niet hoe omroepen te overtuigen zijn om de levensvatbaarheid van kunsttelevisie uit te testen. Maar ik doe een oproep aan jonge filmmakers die de televisie willen veroveren met kunstzinnige programma’s. Wie kan het concept van kunsttelevisie aanvullen met concrete ideeën? Wie gaat de uitdaging aan?