P. van Stingelande neemt ons in dit korte verhaal mee naar de winterse wereld van een kom erwtensoep.
12:14. Veertien minuten te laat zit ik achter mijn erwtensoep. Ik ben een man van de tijd. Ik sta op met mijn horloge, ik ga naar bed met mijn horloge en mijn hartslag loopt in pas met het tikken van de secondewijzer – zestig slagen per minuut in rust, honderdtwintig bij stress. Als ik me volledig focus op mijn uurwerk kan ik de tijd zelfs doen stoppen. Eigenlijk bén ik de tijd, de tijd in de laakbare gedaante van een mens.
12:14 minus 23 dagen. Mijn laakbaarheid uit zich enkel bij voedseltekorten rond het middaguur. Woede-uitbarstingen en flauwtes volgen dan gegarandeerd. Ter illustratie: drieëntwintig dagen geleden probeerde een brutale parkduif mijn kaas te stelen, waarna ik in paniek mijn boterham op de grond liet vallen. Sommige mensen hanteren in dergelijke gevallen de vijf-seconden-regel. Ik vertrouw echter niet op volkswijsheid en moest mijn lunch dus wel laten liggen op de kiezelstenen. Daar werd hij terstond verslonden door een vlucht bakkeleiende stadsduiven. Mijn maag rammelde hoorbaar en terwijl ik naar de slachting van mijn boterham keek, brak er iets in mij. Mijn handen begonnen woest over mijn broek te wrijven en mijn kiezen klapperden hard en oncontroleerbaar.
‘Dat is mijn boterham!’ hoorde ik mezelf tieren. Mijn rechtervoet schopte ondertussen een van de duiven vol tegen zijn knikkende kop. Terwijl de andere duiven vluchtten, trof mijn voet de versufte vogel nog een tweede keer, en zelf een derde keer. Ik kon enkel nog toekijken.
Mijn voet stopte pas toen de kiezelstenen rood kleurden. Trillend van woede en honger staarde ik naar het grillige bergje veren. Pas toen de wind een pluk duivendons mee de hoogte in nam, kwam ik weer tot mezelf. Gevoelens van verdriet en schuld overvielen me. De woede had mij wederom overmeesterd.
Lang kon ik niet bij de dode duif stilstaan want mijn kermende maag dwong me op zoek te gaan naar een nieuwe boterham. Ik racete zo snel mogelijk naar huis. Het zweet liep over mijn rug terwijl ik met de kaasschaaf golvende plakken jonge boerenkaas produceerde. En nadat de kerkklok half een sloeg, viel ik flauw. Ik herinner me nog dat ik mijn ogen weer opende naast een homp jonge boerenkaas waarin ik de vorm van mijn neus herkende.
Dergelijke voedselaanvallen moet ik natuurlijk koste wat het kost voorkomen. Ik eet dus nooit meer in het park en lunch áltijd om klokslag twaalf uur met een dubbele boterham jonge boerenkaas. De zondag is echter een speciale dag: dan geniet ik van een kop erwtensoep bij de HEMA.
12:15. Veertien minuten te laat opende het HEMA-restaurant zonet zijn deuren. Aan mijn tafel achterin de eetzaal roer ik nu met een hartslag van honderd-twintig door een kom met dampende erwtensoep. Terwijl ik de plakjes rookworst tel en de velletje ervan al tussen mijn kiezen voel knappen, ebt langzaam maar zeker de stress weg. Nu moet ik genieten.
12:18. Een man met glanzend hoofd nadert mijn tafel. De hele eetzaal is nog leeg, maar deze man loopt recht op mij af. Zijn rechter schoen met half losgetrokken zool produceert een slepend geluid, erwtensoep klotst over de rand van zijn kom en wanneer hij zijn dienblad op de tafel tegenover de mijne neerzet, rinkelt zijn kopje oorverdovend. Met gesloten ogen maakt hij de knopen van zijn lange, beige jas los.
Mijn maag steekt. Ik sluit daarom ook mijn ogen en breng een lepel erwtensoep naar mijn mond. Pas als ik de erwtensoep ruik, durf ik een blik op de lepel te werpen. Ik blaas rimpeltjes in de soep en zie een blokje aardappel en een plakje rookworst tevoorschijn komen.
12:21. De man wikkelt zijn sjaal af. Daaronder vandaan rolt een onderkin tevoorschijn die nog het meest lijkt op een zak gevuld met vloeibaar frituurvet. Over de glanzende huid groeit een vachtje van ragfijne, rossige baardharen die glinsteren in het tl-licht. Bij elke hoofdbeweging die de man maakt, lilt zijn fonkelende onderkin er met een halve seconde vertraging achteraan. Ik sla de benen strak over elkaar en voel mijn lepel klingelen tussen mijn verstarde kaken.
De man neemt twee slokken koffie en steekt dan plots een lepel erwtensoep naar binnen. Hijgend en blazend kauwt hij op zijn soep. Bij elke malende beweging ontstaat er op de plek waar zijn kin zich terugtrekt in het vet een diepe haarloze put. Weerloos onderga ik dit visuele geweld.
12:23. Een voedselaanval is op handen. Ik forceer dus mijn eerste hap en kieper de erwtensoep op mijn tong. Mijn speekselklieren sproeien en door mijn hoofd dansen plakken rookworst op de baren van een onstuimige onderkinnenzee.
12:25. Oksels jeuken, zweet loopt over mijn rug en de onbewogen erwtensoep op mijn tong drukt als een blok beton. Ik besef dat ik de tijd stil zal moeten zetten. Alleen zo kan ik deze wereld nog redden. Ik fixeer me op mijn analoge horloge, hoor hem tikken en zie het wijzerpuntje elke seconde zachtjes natrillen.
12:28. Mijn hartslag vertraagt, het puntje van de secondewijzer hapert en de mensen in de winkel beginnen langzamer te lopen. De wereld om mij heen komt tot rust. Mijn gevoelens van afkeer en paniek maken plaats voor honger. Overwon ik nu daadwerkelijk de onderkin?
12:29. Na een minuut van intense tijdmanipulatie dringt een burlend geluid mijn oren binnen. Dat was de keelkwab die zijn genadeslag uitdeelde. Een uitgebraakte donderwolk van gasvormig maagzuur en erwtensoep baant zich op volle snelheid een weg naar mijn neus. De secondewijzer loopt weer op volle snelheid en mijn hartslag overtreedt elke limiet.
Half een. Terwijl handen over bovenbenen wrijven en kiezen klapperen, schieten er beelden door mijn hoofd van soepkomscherven in lillend lichaamsvet. De geur van erwtensoep vermengt zich met de ijzersmaak van bloed. Ik kan enkel nog toekijken.

P. van Stingelande is kameleon en letterzetter. Hij slijt zijn dagen met het optekenen van alledaagse avonturen en treurige observaties. Hij hoopt ooit een kat te hebben.

Lisa-Marie van Barneveld is editorial illustrator. Ze houdt van korte deadlines en moeilijke onderwerpen. Haar geheime superkracht is meer verf op haar handen/kleren/tafel/kat krijgen dan op het papier.