Vanmorgen heb ik weer eens geprobeerd de vicieuze cirkel van steeds later gaan slapen en steeds later opstaan te doorbreken. Na krap vijf uur slaap heb ik mezelf gedwongen uit bed te rollen. Toegegeven, dat deed ik wel nadat ik wakker was gebeld – een mens kan niet alles zelf. Inmiddels heeft het einde van de dag zich alweer aangediend en kan ik concluderen dat het een succes mag heten. Mijn dank gaat uit naar koffie. Wat zouden we zonder dat kenmerkend geurende zwartgouden godendrankje moeten? Geen kantoormiep zou de postzegels op de goede kant van de enveloppe kunnen plakken zonder dat gezegende warme bakkie leut in de ochtend. Geen studie zou afgemaakt worden zonder de oplosmeuk die studenten de tentamenweken doorhelpt. Bovendien hebben we er een hoop meesterwerken aan te danken – denk maar niet dat Multatuli in een koffieloze wereld zijn boontjes had kunnen doppen.
Koffie is wereldwijd de meest gebruikte psychoactieve drug en komt oorspronkelijk uit het vijftiende-eeuwse Ethiopië. De werkzame stof in koffie is cafeïne – ja, echt – en chemische neefjes daarvan zitten in thee, cola en chocola.
Een kop oploskoffie of een sterke kop thee bevat ongeveer 50-70 mg cafeïne, en filterkoffie zelfs twee keer zo veel. In landen waar thee en koffie geregeld gedronken worden is de gemiddelde cafeïne-inname per volwassene zo’n 200 mg per dag. Scandinaviërs drinken gemiddeld het meeste koffie, zo’n 5,4 koppen per dag. Het moet ook wel erg lastig zijn wakker te worden en blijven als het zelfs overdag nog constant donker is.
Je lichaam haalt zijn energie, voor welk proces dan ook, uit één bepaalde stof, adenosinetriphosphaat (ATP). Nadat deze energiestof verbruikt is, blijven er afbraakproducten over, zoals ‘adenosine’. Deze stof zorgt voor het aanwakkeren van slaperigheid - het laat je hart langzamer kloppen en je bloeddruk en motorcoördinatie afnemen. Naarmate je lichaam meer energie verbruikt, dus naarmate de dag vordert, neemt de hoeveelheid adenosine toe. Als er na een dag hard werken genoeg adenosine bij elkaar gespaard is, krijgt het lichaam het ‘ik ben moe en wil naar bedje toe’-teken. Samen met wat andere processen zorgt deze stof zo voor een natuurlijk dag- en nachtritme.
Maar helaas, dan komt je hoofd, dat denkt ‘Het is goed met je/me, maar ik moet voor morgen nog een essay schrijven, een beursaanvraag doen en een brief aan mijn ex opstellen, dus ik tik gewoon vijf espressi achterover en werk lekker de hele nacht door’. Et voila, laat cafeïne nou net de krachtpatser zijn die dat betuttelende slaapstofje adenosine de kop indrukt. Door de cafeïne kan de adenosine z’n Klaas Vaak-achtige bezweringen niet meer uitvoeren, en wordt de algemene staat van opwinding verhoogd. Je centrale zenuwstelsel wordt ge(her)activeerd en alle motoren zetten weer een tandje bij.
Een wakkerder en alerter brein is het gevolg: je reactie- en concentratievermogen verbeteren, het uitvoeren van motorische taken als typen en simulatie-autorijden gaat beter, en zelfs het leren van woordjes gaat sneller. Na zo’n drie koppen koffie heeft het echter niet veel zin meer om door te blijven drinken, aangezien grotere doses deze processen juist weer schaden. Bovendien is het ook stervensirritant wakker gehouden te worden door je opgewekte hoofd als je eindelijk je vermoeide lichaam te ruste kan leggen.
Een ander effect van koffie, dat niet zelden onwelkom is als je jezelf net wakker genoeg hebt weten te krijgen vlak voor die belangrijke bespreking, is dat er meteen weer iets naar buiten moet. De cafeïne veroorzaakt een verwijding van de bloedvaten in je nieren, wat het plasfilterproces stimuleert. Daarnaast heeft het een positieve werking op de darmperistaltiek, wat de poepfabricage aanzwengelt. Alhoewel, dat laatste kan natuurlijk ook gefaciliteerd worden door het zalige ‘koekje erbij’.
Ondanks de haast algemeen geaccepteerde fabel dat koffie slecht voor je is, zijn er nog geen duidelijke negatieve effecten gebleken uit wetenschappelijk onderzoek. Integendeel, mensen die veel (niet téveel uiteraard) koffie drinken hebben bijvoorbeeld een kleinere kans om Parkinson en Alzheimer te ontwikkelen. Dat is maar goed ook, want een bibberende hand, een plastic bekertje koffie en een hoofd dat vergeet dat die hand überhaupt een bekertje vasthoudt lijkt me een onhoudbare combinatie.
Cafeïne wordt zelfs actief in de medische wereld ingezet; het wordt soms toegevoegd aan paracetamol, voor een ‘verkwikkende’ pijnstillende werking. En omdat het de bloedvaten in de hersens doet samentrekken is het een goede kandidaat tegen migraine, waarbij er juist teveel bloed in de hersens wordt rondpompt. Kortom, een bakkie troost doet zijn naam meer dan eer aan. Ik kan met een gerust hart gaan slapen en me verheugen op het dampende aroma van het vocht dat mij morgen weer overeind moet houden.