Beeldredacteur Mirte Slaats heeft een grote collectie met zwart-wit foto's uit de vorige eeuw. Zij kiest elke maand een van deze bijzondere kiekjes uit en laat iemand hier een verhaal bij fantaseren. De mensen uit ons verleden kijken ons aan. Wat dachten ze toen de foto gemaakt werd? Deze maand weer een kiekje uit het begin van de twintigste eeuw, met een tekstuele bijdrage van theaterschrijfster Jorieke Abbing.
D,
Nu weten we het wel. De wereld draait door en hoe!
We zijn allebei al zevenentwintig jaar en boeken komen uit als melkpakken.
Bij elke nieuw boek moet ik even aan jou denken. Of eerder, aan jouw nog niet geschreven boek.
Vroeger (toen ik zestien was) dacht ik dat jij een snelle jongen was.
Dat kwam door je Amsterdamse accent, dat tof klonk in het mottige Drentse dorp waar wij woonden.
Maar later wist ik, iemand die niet elke 'e' inslikt is nog niet per se een snelle jongen.
Ik heb ons boek teruggevonden, ons zwarte schrijfboekje.
Het was een soort vriendschapsboek, voor de helft volgeschreven, voor de helft leeg.
De ene week kalkte ik hem vol, de andere week jij.
Mijn teksten zijn theatraal en uit op effect.
Jouw teksten waren van meer kwaliteit en geestig:
'Laat in het bos om alleen te lopen/ maar minder mezelf kom ik tot stilstand/
geen vogel reikt me een vleugel/en de bomen vallen uit elkaar.'
Ik schrijf je omdat er morgen hoogstwaarschijnlijk weer een boek uitkomt dat ik niet wil lezen.
Ik weet, jij hekelt je eigen schrijven en juist daarom moet je vandaag nog beginnen, denk ik.
Omdat je kritisch bent en kwaad, kwaad op je onverschilligheid en dan weer onverschillig over je kwaadheid.
Snap jij het nog? Ik niet. Schrijf dus! Toe, toe, toe!
Nog een voorbeeld uit ons puberboek:
Je hebt een foto van de dorpskerk uit een brochure geknipt en opgeplakt, daarbij schrijf je:
'Kom treed binnen en aanschouw de prachtige bouwwerkjes van de hoogbegaafde kids van het Terra College.'
Vrees niet en zeg niet langer, Tolstoj heeft het voor mij verpest.
Tolstoj is dood.
Ik kijk uit naar een boek dat geen pak melk is.
J.