Fotoproject over de politionele acties Indonesië
Een oud, vergeeld portret van haar opa als soldaat in tropenuniform onthulde voor Marjolein van Pagee (Goes 1987) een gegeven waarover haar opa tot zijn dood was blijven zwijgen: van 1947 tot 1949 diende hij als militair in Nederlands-Indië tijdens de politionele acties, een oorlog voor het behoud van de ooit zo winstgevende kolonie. Deze ontdekking werd het begin van Kembang Kuning (Gele Bloem): een fotoproject waarmee Van Pagee teruggaat naar de tijd van de politionele acties en op het spoor probeert te komen van haar opa’s verborgen verleden. Zij interviewde en portretteerde tientallen Nederlandse en Indonesische veteranen die ooit vijanden waren in een verbeten, bloedig conflict. De geportretteerden waren allen actief rondom Surabaya op Oost-Java. Van Pagee fotografeerde daarnaast ook de voormalige marinierskantine, het strand waar de mariniers aan land kwamen tijdens de tweede politionele acties, de begraafplaats Kembang Kuning en nog vele andere interessante plekken.
Speciaal voor hard//hoofd selecteerde Van Pagee dagboekfragmenten van oud-marinier meneer Bom. Hij schrijft op een luchtige manier over de vijf weken lange bootreis naar Indonesië. Alsof het een vakantiereisje betreft en niet een oproep om te dienen in een oorlog.
Dagboekfragmenten
Zaterdag 31 januari 1948 - We vertrekken ’s morgens om 8 uur uit Amsterdam en waren om half tien in IJmuiden. Daar stond vader op de sluizen te kijken, veel geschreeuwd, weinig werd verstaan, een sigarettenkoker ging te water. Om half 2 uit Holland weg. Aardig was het met de loodsboot. Er staat veel wind en daardoor word ik al langzamerhand beroerd. Verscheidene schepen gepasseerd waaronder de Amsteldijk. Zware hoofdpijn.
Vrijdag 6 februari 1948 - Vandaag werden we allemaal vroeg wakker en er werd geroepen: “Algiers is in zicht!” Ik naar boven en heb in mijn leven nog nooit zoiets wonderbaarlijks gezien. Het is tegen de rand van een heuvel gebouwd. En daar het nog bijna nacht was, waren de duizende lichtjes een prachtig schouwspel. Naderbij gekomen, het werd dag, werd het licht weerkaatst door alle huizen die tegen de heuvelrand gebouwd zijn. De eerste palmboom zag ik om 6:30. Eenmaal aangelegd kwamen er mensen opdagen, nog nooit zo’n vuil volk gezien als dit. Bestofd, vuil en allemaal met gescheurde kleren. Die dag veel plunje gewassen, alles ’s avonds droog. Prachtig weer. Heb nog enkele foto’s gekocht. ’s Avonds om 6 uur weer vertrokken. Het gezicht op al die stadslichtjes was weer even mooi.
Zondag 15 februari 1948 - Dit is een dag met tamelijk wat afwisseling geworden. Het begon met het passeren van de 7 apostel eilanden. En daarna aardig wat schepen die voorbij voeren. ’s Middags was het gloeiend warm en ik transpireerde in een buitengewoon heftige mate. ’s Middags was er een aardig muziek programma en terzelfder tijd zagen we het eiland Perim. Toen de stad Mokka ook in zicht kwam werd er veel over taarten en andere lekkernijen gesproken. Als bijzonderheid moet opgemerkt worden dat we ’s middags een Hollands jacht voorbij voeren in het begin van de straat Babel Mandeb.
Donderdag 12 februari 1948 - Tegen 12 uur middernacht beleefden we nog een nieuwe sensatie. Een korporaal was zijn hangmat kwijt en iedereen moest hierdoor uit zijn bed, een vreselijk kabaal. Dit vind ik iets dat als een bijzonderheid beschouwd moet worden.
Maandag 16 februari 1948 - In de vroege morgen lag de ‘Nieuw Holland’ op de rede van Aden. Toen ik later op dek kwam -want ik ben nog steeds etenhaler - lag het schip water en olie te tanken. En het wemelde van de kleine roeibootjes die hun waren, voornamelijk sigaretten, te koop aanboden. Zo was het dus een gekrijs van jewelste en de Engelse taal werd op vreselijke wijze misbruikt. Ze hadden niets anders dan sigaretten te koop, maar ik heb nog 1 stuk ‘Lifebuoy soap’ gekocht en drie blikjes sigarretten. De prijs lag de hele dag standvastig, namelijk 2 gulden.
Vrijdag 20 februari 1948 - Bij mijn komst ’s morgens op het dek word ik elke keer weer getroffen door de mooie kleuren van de zonsopkomst en ’s avonds bij zonsondergang. Ook een eigenaardigheid is dat we nu al 3 uur schelen met Holland. Thuis liggen ze nog op bed terwijl we hier al zitten te eten. Vandaag is de eerste dag dat ik geen enkel schip zag, niets dan water en lucht. Vandaag kan ik iets bijzonders neerpennen, namelijk dat het eten niet goed was. En in de schraapmachine was een muis meegedraaid, niemand die iets at.
Zaterdag 21 februari 1948 - Vandaag was het de dag van Neptunus en zijn trawanten. Het was een kostelijk gezicht hoe de beschuldigden ingezeept werden en nog andere heerlijkheden naar het hoofd geslingerd kregen. Daarna werden ze in het water gesmeten. Nadat er een stuk of tien aan de beurt waren geweest, vertrok Neptunus en zijn gevolg weer onder luid trompetgeschal, net zoals ze gekomen waren. Het was een fijne dag en ik heb reuze veel gezweet die dag. ’s Avonds rond 9 uur passeerden we het eiland Minikoi.
Donderdag 26 februari 1948 - Vandaag in Sabang aangekomen, het leek net een sprookje. Een prachtige baai met hoog begroeide bergen. ’s Middags gepassagierd, alles bezocht en veel bananen en pinda’s gegeten. Het is zeer moeilijk om elkaar te verstaan en te begrijpen. Het regende ’s middags tamelijk hard. Maagpijn en diaree van de bananen. ’s Avonds een brief van huis, veel pinda’s gegeten.
Zaterdag 6 maart 1948 - Eindelijk na 5 weken zagen we het einde van de reis naderen, want ’s morgens lag de boot op de rede van Surabaya. Er kwam een loods op ons af en toen ging het tussen de vele wrakken en eilanden door in de richting van de haven. Tegen 1 uur begon de debarkatie en wij waren de eersten die voet aan vaste wal zetten. We werden regelrecht per ‘Lintworm Express’ naar de oude Genie kazerne gebracht. We mochten ’s avonds de poort niet uit.
Zondag 21 maart 1948 - Die dag ben ik de stad weer eens in geweest om de verschillende dingen te zien. Eerst naar de cinema geweest en daarna naar de kazerne terug. Toen Phlip Bom opgezocht maar die was uit. ’s Avonds met J. Genelaas naar de Marijke en Marinierskantine geweest om eens wat te drinken.
Hoewel het begin van meneer Boms diensttijd nog tamelijk rustig was, kwam daar snel verandering in toen hij ambulancechauffeur werd. Hij leerde het ware gezicht van de oorlog kennen en zag van dichtbij hoe sommigen de druk van de strijd niet aankonden, wat toen werd afgedaan als ‘tropenkolder’. Verder heeft meneer Bom heel wat ritjes van de gevaarlijke buitenposten naar het marinehospitaal in Surabaya moeten maken. Hoe tegenstrijdig het ook was, ook gewonde Indonesische strijders werden door hem opgepikt en afgeleverd bij hun eigen hulppost in de stad. In de nacht van 18 op 19 december 1948 landden de mariniers in de stromende regen op het strand Glondong om het gebied ten westen van Surabaya te zuiveren van Indonesische strijders. Dit was het begin van Operatie Zeemeeuw, ofwel de tweede politionele acties die in Indonesië herinnerd worden als ‘actie agresif’. Van Pagee meent dat deze zwarte bladzijde nog lang niet is verwerkt, ondanks het feit dat de politionele acties weer in het nieuws waren de afgelopen zomer. De ervaringen van de veteranen staan vaak lijnrecht tegenover het beeld dat de media, die vaak op een sensationele manier berichten over "vermeende oorlogsmisdaden", schetsen
Maar ook Van Pagee stuitte op verhalen die zondermeer het etiket ‘oorlogsmisdaad’ verdienen. Bovendien waren de politionele acties voor Nederland zelfs de grootste militaire operatie ooit. Met de getuigenissen van oude dorps- klas- en bataljonsgenoten van haar opa wil Van Pagee op een toegankelijke manier een beeld schetsen van deze Nederlandse, koloniale oorlog. Op dit moment werkt ze aan een boekpublicatie.
-
Van 4 november t/m 16 december is een selectie foto’s van de serie Kembang Kuning – Gele Bloem te zien bij de Kabinetten van de Vleeshal in Middelburg.