◊Boekjes
AH-Verhalen gebundeld!
De verhalen van Anna van Leeuwen zijn naar aanleiding van onze Voordekunst-tentoonstelling in galerie Artpocalypse Collective gebundeld en vormgegeven door onze beeldredacteur Wouter van der Vegt. Deze beperkte uitgave is te koop voor slechts 12,50! Ben je fan van Anna's verhalen? Stuur een mailtje naar redactie@hardhoofd.com met je naam en adres en het zal spoedig jouw kant op komen!
Anna van Leeuwen schrijft dit seizoen weer elke maand een kort verhaal aan de hand van een oproep in de Albert Heijn. Doe je mee? Mail haar een duidelijke foto van een bijzondere oproep en wie weet verwerkt zij hem in een van haar verhalen.
Als iemand Riet vroeg wat haar zoon Diederik deed, zei ze: “Hij zit vast.” Ze koesterde de reacties. Men schrok en bood haar een kopje thee aan. Nooit vroeg iemand waarvoor of hoelang Diederik vastzat. Zij wist het ook niet. De eerste drie jaar na zijn afstuderen aan de kunstacademie, met een kort filmpje waarin hij een naakte medestudente met een dode zalm in haar gezicht sloeg, vertelde Riet dat Diederik kunstenaar was. Van de vragen die volgden raakte ze in de war. Wat maakt hij en waarom en kan hij ervan leven? Hij maakte niks en kon er niet van leven. Ze wist niet waarom.
En nadat Diederik haar had verteld dat het meisje dat hij met de vis in haar gezicht had geslagen inmiddels een solotentoonstelling had in een Deens museum en dat hij geen geld meer had om zijn atelier te betalen, besloot ze dat ze het niet hoefde te zeggen. Ze hoefde niemand te vertellen dat haar zoon kunstenaar was, dat hij een uitvreter was, die niks uitvrat. “Ik zit vast,” zei hij, “sinds <<<Untitled #71>>> is er niks meer uit mijn handen gekomen.”
Riet probeerde Diederik te helpen. Elke week ging ze naar hem toe. Ze kocht kwasten, verf en doeken voor hem bij de kunstenaarsbenodigdhedenwinkel. De man van de winkel was begripvol. “Wij verkopen slechts een klein deel van wat een kunstenaar nodig heeft,” legde hij uit, toen ze terugkwam om krijt en schetsboeken te kopen.
“Hoezo, er staat toch ‘kunstenaarsbenodigdheden’ op het raam?" vroeg Riet.
“Een kunstwerk wordt niet gemaakt van materiaal alleen...,” was zijn antwoord.
Riet haalde haar schouders op en rekende af. “Kunt u het voor me inpakken?”
Diederik had de doeken, de schetsboeken, de kwasten, de verf en het krijt netjes in een hoek van zijn atelier gezet, die hij liever ‘zijn studio’ noemde. Zijn videocamera stond op een statief voor de stapel. Hij filmde urenlang.
“Is dat een kunstwerk?”, vroeg zijn moeder.
“Nog niet,” zei hij.
“Moet je ze niet uitpakken?”
“Nee,” zei hij.
“Zal ik ze uitpakken?”, vroeg ze.
“Mag je doen, ik wil zo min mogelijk invloed op het materiaal uitoefenen, mezelf tegenhouden, als het ware.”
Riet ging meteen naar de wc en droogde haar tranen aan het wc-papier. Ze wist niet wat hem tegenhield.
Een week later stond de camera nog steeds op de stapel gericht. De verf was weg, meegenomen door een vriendin, die het nodig had voor een solotentoonstelling in Istanbul. “Zou jij niet eens ergens naartoe gaan?”, vroeg Riet voorzichtig.
“Wat had je in gedachten?”
Een psycholoog, wilde Riet zeggen, maar ze durfde niet.
Diederik doorbrak de stilte: “Voorlopig kan ik hier niet weg. Ik wil verrast worden... daar wacht ik op.”
“Op wat voor manier?”
“Iets wat niet is wat het lijkt, daar ben ik naar op zoek. Een illusie.”
Rond etenstijd ging Riet naar de Albert Heijn. Ze plaatste een oproep, een oproep tot een illusie.
De weken daarna zegde Diederik hun afspraken af. Hij was druk, zei hij. Hij was verrast, zei hij.
De komende jaren zal Riet zeggen dat haar zoon ‘iets met aardappelen’ doet. En als hij daarmee klaar is, zal ze iets nieuws voor hem bedenken, zodat hij nooit meer vast hoeft te zitten.