Het kon natuurlijk ook niet eeuwig doorgaan. Sommige dingen zijn te mooi om waar te zijn en komen onvermijdelijk op hun eind. Tegen beter weten in blijf je hopen op een wonder, een deus ex machina. Maar het leven is geen film. Het is een trieste conclusie: Berlijn, tot voor kort de meest enerverende stad in de wereld, is afgelopen zomer aan zijn neergang begonnen. De plannen voor de Mediaspree, de bouw van commerciële hoogbouw aan de oever van de rivier de Spree, zijn definitief doorgedrukt. Dit ondanks hevige protesten van de Berlijners die met slogans als "Mediaspree versenken!" en "Spreeufer für alle!" de gemeente trachtten te overtuigen. Maar zelfs een referendum waarbij een ruime meerderheid van 80% tegen de plannen stemde, kon het tij niet keren. Het betekent het begin van het einde voor een unieke verzamelplaats van initiatieven.
Een paar jaar geleden werd ik volslagen verliefd op de stad en ik was lang niet de enige. Vele generatiegenoten trokken na wildenthousiaste verhalen van vrienden naar de Duitse hoofdstad en kwamen net zo lyrisch terug. Vrijwel direct na aankomst werden ze gegrepen door de ongrijpbare sfeer die in Berlijn hing. De stad leek uitsluitend bevolkt te zijn door mensen onder de 35 en herbergde de beste cafés, parken en clubs ter wereld. Overal kon je ontbijten tot vier uur ’s middags. Bovendien was alles spotgoedkoop. De stad leek gemaakt voor de favoriete bezigheid van ‘generatie Y’: chillen.
Berghain/Panorama Bar, Berlijn (Foto: Rutger Lemm)
Ik aarzelde dan ook niet lang toen ik voor mijn studieverblijf in het buitenland een stad moest kiezen. Ik vond een mooi huis in mijn favoriete wijk Kreuzberg, voor een naar Amsterdamse maatstaven belachelijk lage huur. Vervolgens dompelde ik mezelf onder in het Berlijnse leven en maakte ik er een dagtaak van om de stad zo goed mogelijk te leren kennen. Ik bezocht de meest vage clubs, waar mensen elkaar met brede XTC-grijnzen op de schouders sloegen en verder dansten op de minimal die uit de boxen zijn verslavende kleine boem-tsjik geluidjes maakte. Ik ontdekte een sprookjesachtige tuin in een overwoekerd metrostation bij mij in de buurt, waar hippie’s van allerlei weggegooide spullen paadjes, poortjes en bizarre kunstwerken hadden gemaakt. We gingen naar de Teufelsberg, een ‘heuvel’ in de bossen rond Berlijn die bestond uit puin van naoorlogs Berlijn dat over een Nazi-school gestort was en waar nu een verlaten Amerikaans radiostation stond dat een prachtig uitzicht over de omgeving bood. Berlijn was vol avontuur, als je wat verder durfde te kijken dan de grauwe buitenkant. Na een paar maanden begon ik te begrijpen waar die typisch Berlijnse sfeer vandaan kwam.
Een sprookjesachtige tuin in een overwoekerd metrostation (Foto: Rutger Lemm)
Berlijn kende zijn eerste hoogtijdagen in de decennia voor de Tweede Wereldoorlog, toen de stad het centrum van de amusementsindustrie van de jonge Duitse natie was. Tijdens de oorlog zelf bleef de stad ondanks enkele bombardementen lang relatief onbeschadigd, tot de Russen in de eindfase binnentrokken en Berlijn het decor werd van grondgevechten. Na de dood van Hitler in april 1945 (in zijn Berlijnse schuilkelder) en de daaropvolgende capitulatie van Duitsland, werd de schade overzien. De helft van de woningen was zwaar beschadigd en een derde zelfs totaal verwoest en slechts 2,8 van de 4,3 miljoen inwoners keerden terug naar de stad. In de daaropvolgende Koude Oorlog die de verdeling van de stad in Oost en West tot gevolg had, verlieten nog meer mensen Berlijn. De huizen in de nabijheid van de Muur werden geconfisqueerd om militaire redenen en slecht onderhouden.
Er zijn twee belangrijke redenen waarom Berlijn zo populair is: de ruimte en de sfeer. Dat zijn twee zaken die direct voortkomen uit de twee grote trauma´s van de stad. Nog altijd is Berlijn niet opgebouwd, overal staan hijskranen en leegstaande onbewoonbare gebouwen. De stad is ook nog lang niet vol, waardoor Berlijn waarschijnlijk de enige Westerse hoofdstad is waar je binnen een week een niet al te dure woning kunt vinden. De lege fabrieken en andere panden werden de afgelopen jaren massaal gekraakt en gebruikt om clubs, galerieën en andere rare initiatieven te beginnen. Zo raakte ik ooit verzeild in een heel vaag café met toegang tot een labyrint waar ik anderhalf uur in heb rondgedwaald. De gemeente tolereert dit soort plekken omdat het zelf ook niet goed weet wat het met de ruimte aanmoet. Ze hebben er zelfs een naam voor in Berlijn: Zwisschennutzung, tussengebruik. Burgers mogen gemeentelijke grond gebruiken totdat duidelijk wordt wat ermee gaat gebeuren. Dus beginnen buurtbewoners een gemeenschappelijke tuin, zijn er ´s zomers op allerlei plekken openluchtbioscopen en zijn er altijd en overal feesten aan de gang. Het wordt allemaal gedoogd, regels over brandveiligheid bestaan er niet. Als tijdens een openluchtfeest in het Görlitzer Park de politie naar de DJ loopt, wordt de muziek een beetje zachter gezet en mag het feest gewoon doorgaan.
De Teufelsberg (foto: Rutger Lemm)
De sfeer komt voort uit dit gevoel van vrijheid, waardoor er voortdurend overal van alles gebeurt. Duitsland werd pas in 1871 verenigd, om vervolgens twee wereldoorlogen aan te stichten en weer verdeeld te worden tijdens de Koude Oorlog. Als je de oorlogsjaren en de periode van de Oost-West verdeling niet meetelt bestaat Duitsland pas eenentachtig jaar, nog niet eens een eeuw. Berlijn als geheel is pas net begonnen en dat voel je overal. Er heerst een sfeer die past bij een nieuw begin: de energie die hoort bij nieuwe mogelijkheden, nieuwe kansen. Hierdoor voelen toeristen en immigranten zich ook zo prettig en welkom. Het is alsof de stad ze uitnodigt om mee te werken aan de wederopbouw. Een stad waar de autoriteiten nog niet zoveel grip op het geheel hebben, een stad die dankzij de aanwezigheid van de beste kunstenaars en dj's voortdurend in beweging is. En misschien verdienen ze ook wel wat jaren van onbezorgd feesten, na al die oorlog.
Maar het gaat helemaal niet zo goed met Berlijn, hoe anders het ook lijkt. De stad is na de val van de muur in economisch verval geraakt en kent nog altijd een grote werkeloosheid. 'Arm, aber sexy' is dan ook de bekende slogan die burgemeester Klaus Wowereit voor zijn stad verzon. Berlijn heeft helemaal geen geld voor controles op brandveiligheid en andere vergunningen en zo heerst er noodgedwongen een grote tolerantie. De grote aantrekkingskracht geldt dan ook niet voor werkende Duitsers, maar voor studerende Duitsers en toeristen. De meeste Duitsers trekken naar Berlijn om daar hun opleiding te volgen en te genieten van alles wat de stad aan twintigers te bieden heeft. Maar zodra ze afgestudeerd zijn, trekken ze weer weg. Naar het voortvarende zuiden van Duitsland bijvoorbeeld. Werk, daarvoor moet je niet in Berlijn zijn.
Het is om die reden dat de gemeente nu heeft besloten om de Zwischennutzung aan te pakken en plannen als de Mediaspree ruim baan te geven, ondanks de hevige protesten van de Berlijners. De beleidsmakers kunnen niet anders. Het betekent dat de vele clubs, stadsstranden en openluchtbioscopen aan de oever van de Spree de deuren zullen moeten sluiten. Het zal niet lang duren voor ook andere panden gesloopt zullen worden of ruim baan moeten geven aan grote bedrijven. De stad zal aantrekkelijker worden voor starters die dan ook massaal de lege plekken zullen opvullen. De huren zullen stijgen en de gemeente zal meer controle over de stad proberen te krijgen, om de overlast voor de yuppen te beperken.
Er zal in Berlijn nog niet snel een discussie ontstaan over het staand drinken van een biertje op het terras. En Berlijn zal altijd een eigen karakter houden. Maar het is zoals een chagrijnige Berlijnse barman ooit tegen me zei: “Over tien jaar is Berlijn zoals elke andere Europese hoofdstad: duur en saai.” Ik schudde toen glimlachend mijn hoofd, maar nu moet ik met pijn in mijn hart toegeven dat hij gelijk krijgt.