De IJslandse acts breken een voor een internationaal door. Hoe komt het dat de popmuziek van dit vreemde Scandinavische eiland zo ontzettend populair is? Komt het door het klimaat, de kleine gemeenschap, Björk? Of toch het eiland-syndroom? “Ook al wonen we ver weg van de bewoonde wereld, vergeet ons alsjeblieft niet.”
“We come from a place where we count the days... until nothing.” FM Belfast – Underwear
IJsland, een veilige haven voor Wikileaks, het land van trollen, elven, vulkanen, gletsjers, heetwaterbronnen, gedoe met geld en een vervelende aswolk. Het fascineert me, maar niet zozeer om bovenstaande redenen. Meer vanwege de explosie aan IJslandse bands die de oversteek maken naar het vasteland. IJslandse acts als Múm, Sigur Rós, GusGus, Mugison, Emiliana Torrini, Jóhann Jóhannson, Hjaltalín en Ólafur Arnalds timmeren internationaal gezien flink aan de weg. Een tendens die zich alleen maar voort lijkt te zetten met nieuwe artiesten als Benni Hemm Hemm, Seabear, Lay Low, FM Belfast, Pascal Pinon, Retro Stefson en Ólöf Arnalds. Alleen al op de afgelopen editie van Eurosonic stonden maar liefst zes IJslandse acts. In IJsland zelf is het jaarlijkse Iceland Airwaves uitgegroeid tot een gerenommeerd festival waar muziekliefhebbers vanuit de hele wereld naar afreizen. Een muzikale scene om met recht trots op te zijn. Maar wat maakt IJslandse popmuziek nu zo uniek en hoe is het mogelijk dat er hier zo’n vruchtbare en internationaal succesvolle muziekscene kan gedijen?
Donkere winters
Opvallend feit is dat een hoog percentage van de IJslandse bevolking zich op wat voor manier dan ook bezighoudt met muziek of andere kunstvormen. Zo wordt er gezegd dat elke IJslander in zijn leven gemiddeld één boek schrijft. Een verklaring voor deze hoge concentratie van creativiteit heeft deels te maken met het klimaat. Leven in een land waar het in de winter maar een paar uur per dag licht wordt, dwingt een mens tot activiteiten binnenshuis. In een fragment uit de documentaire Music From the Moon legt Emiliana Torrini uit dat opgroeien met muziek voor veel IJslandse kinderen als vanzelfsprekend geldt: “I think it is essential to have in this dark place: sort of stories, having fun and letting go, otherwise we would just be lost.”
Toch is alleen een hoge concentratie van creativiteit geen garantie voor internationaal succes. In de jaren tachtig, toen punk eindelijk overwaaide naar het eiland, werden er nieuwe deuren geopend voor IJslandse muziek. Het succes van The Sugarcubes en nog meer dat van wereldster Björk en later Sigur Rós, heeft geleid tot het besef en het zelfvertrouwen dat het mogelijk is om als IJslandse artiest internationaal door te breken. Zij creëerden een merk voor IJslandse muziek in de media en zetten een stroom in gang waarop vele IJslandse acts konden meevaren.
Eén grote familie
De kracht van de huidige muziekscene zit hem met name in de samenwerking van muzikanten. Want niet alleen kennis en contacten, maar ook instrumenten, studioruimte en zelfs bandleden worden gedeeld. Iedere IJslandse muzikant speelt gemiddeld in vijf verschillende bands. Er is sprake van een hechte gemeenschap, waarin men elkaar helpt en inspireert. De muziekdocumentaire Backyard geeft een goed beeld van de familiaire manier waarop muzikanten met elkaar omgaan. De compactheid van de scene zorgt ervoor dat mensen van verschillende disciplines elkaar makkelijk ontmoeten. Hierdoor ontstaat een organische mix van klassiek geschoolde muzikanten en autodidacten. Verschillende genres en stijlen versmelten, waarbij experiment niet geschuwd wordt.
Het is juist deze vrijheid van geest die IJslandse muziek zo interessant en eigenzinnig maakt. Een mooi voorbeeld van deze interdisciplinariteit is Ólafur Arnalds. In zijn klassieke composities experimenteert hij met electronica, terwijl hij daarnaast drumt in verschillende metalbands. Klassiek geschoold celliste Hildur Guðnadóttir brengt haar eigen experimentele werk uit onder de naam Lost in Hildurness en is tegelijkertijd actief in de popband Múm. Door een unieke samenwerking tussen artiesten uit verschillende genres en de zoektocht naar nieuwe kunstvormen, stimuleren ook IJslandse labels als Bedroom Community en Kitchen Motors deze cross-over.
Diversiteit
Opvallend is dat de aandacht van internationale media sterk neigt naar een bepaald soort IJslandse muziek. Deze folky, melancholische, bijna kinderlijke pop, gemaakt door de generatie bands die in navolging van Sigur Rós hun geluk beproefden, wordt ook wel eens aangeduid als 'Krútt' (ander woord voor 'schattig'). Het is niet zo gek dat juist deze vorm van muziek waardering krijgt bij het buitenlandse publiek. Het exotische en sprookjesachtige van IJsland wat muziekliefhebbers van buitenaf zo aanspreekt, wordt goed weerspiegeld in de dromerige muziek en het 'knusse' imago dat deze bands veelal uitstralen. Dit zie je terug in bandfoto's, album covers en videoclips, zoals bijvoorbeeld deze sprookjesachtige video van Múm:
Overigens zijn niet alle IJslandse muzikanten even gelukkig met deze benaming, want zeg nou zelf, schattig klinkt toch wel enigszins betuttelend. IJslandse muziek is dan ook zéker niet alleen 'Krútt'. Een belangrijk kenmerk van IJslandse popmuziek is juist de enorme diversiteit. Ook Metal (HAM, Reptile), Rap (Morí), Electronische muziek (FM Belfast, Apparat Organ Quartet, Ghostigital) en experimentele muziek (Jóhann Jóhansson, Ólafur Arnalds) zijn er goed vertegenwoordigd. Je kan dan ook moeilijk spreken van één specifieke IJslandse sound. De een noemt het Krútt, de ander melancholisch, Dirk Steenhaut noemt het in zijn artikel Planeet IJsland 'glaciaal, etherisch en ongrijpbaar'. Toch klinkt geen band hetzelfde. Non-conformisme en individualisme zijn in IJsland sterker dan het collectief. Niemand is bang om buitensporig of extravagant uit de hoek te komen en iedereen probeert zeer nadrukkelijk zijn eigen ding te doen. Er is namelijk maar één ding waar de meeste IJslanders een hekel aan hebben: ‘copy cats’.
Het eiland-syndroom
Benni Hemm Hemm vertelt in een ander fragment uit Music from the Moon dat IJslanders meestal niet denken voordat ze doen. Op deze manier bereiken ze soms dingen die anderen voor onmogelijk hielden. Ze denken over het algemeen zwart/wit: of we doen iets goed, of gewoonweg niet. IJslanders werken van nature hard, zijn niet bang om risico's te nemen en geloven feilloos in hun eigen kunnen. Eigenschappen die hun herkomst vinden in vroegere tijden, toen het volk moest overleven onder barre omstandigheden. Een belangrijk voorbeeld is Björk, die zich met de eigenzinnige IJslandse mentaliteit heeft gevormd tot wereldster.
Benni spreekt zelfs van een zogenoemd 'eiland-syndroom’. Een minderwaardigheidscomplex, dat gepaard gaat met een enorme geldingsdrang en de angst om over het hoofd gezien te worden. De explosie aan IJslandse bands en de drang naar internationale erkenning lijkt dit te bevestigen: “Ook al wonen we op een eiland, ver weg van de bewoonde wereld, vergeet ons alsjeblieft niet.” Een ongerustheid die nergens voor nodig lijkt te zijn. Want net zoals de natuur met haar aswolk ervoor zorgde dat we letterlijk en figuurlijk niet om IJsland heen konden, zo doet haar muziekscene precies hetzelfde.