Ik kocht dus voor zes en een halve euro een hot & spicy 2-piece-meal met 7up. Ik propte de papieren zak waarin mijn diner zat in mijn rugzak, ondertussen om me heen spiedend of niemand mij zag, en snelwandelde schichtig als een hoerenloper het restaurant uit, naar mijn fiets.
Ok. Vooruit, ik hou van gefrituurde plofkip. Shoot me.
Op de zakken en ramen van KFC staat Colonel Sanders. Hij is de uitvinder van gefrituurde kip, een man die er uitziet als een personage van het in de jaren ‘80 zo populaire spel Wie is het? “Heeft hij een snor? Ja. Heeft hij een bril? Correct. Baard? Vlinderdas? Allebei juist. Maakt hij pluimvee ongelukkig? Hell yeah. Is het Colonel Harland Sanders, uit Henryville Indiana, die KFC oprichtte en in 1980 overleed aan de gevolgen van leukemie?” “Dat is ‘m!”
Het verpakkingsmateriaal is bedrukt met aankoopbevorderende kreten: “Flavour- crisp- tender- excite the senses”. Het doet me denken aan de gekoelde patisserie bij de Albert Heijn, die wordt verkocht in paarse dozen waarop de meest bizarre dingen staan om ze aan de vrouw te brengen: “wolkig heerlijk decadente roomtunnels chocoladedroom!”. Op de vieze koffie die je op stationkiosken kunt kopen staan dingen als “Warm! Wakker! Goedemorgen!” Het zijn reclames die niet langer aan je vertellen waarom je iets moet kopen, maar gewoon zo hard mogelijk aardige dingen in je gezicht roepen in de hoop dat je ze ter hand neemt. De volgende keer dat ik een man wil versieren zal ik hem niet proberen te imponeren met de combinatie moeilijke woorden/decolleté, maar gewoon heel hard: “Verleidelijk! Kaarslicht! Orale seks!” naar hem roepen.
Illustratie: Baukje Stamm
Nu, thuis, zijn de frietjes verworden tot een vettige aardappelbal. En de 7up is een beetje gaan lekken. Geeft niet. De kip (en daar gaat het tenslotte om!) is sappig, en hartig, en knapperig en heerlijk. Er zitten botjes en fijne draadjes kraakbeen en vet in, en het pittige paneerkruim bevat volgens de website maar liefst elf specerijen, in een geheime samenstelling.
Gefrituurde kip is echt een veilige keuze voor een dag met een kater, en ook op andere dagen is slechte gefrituurde kip nog steeds best wel goeie gefituurde kip. Maar (grote maar!) foodiegewijs is het natuurlijk het laagste van het laagste, fout op alle fronten en vooral, laten we eerlijk zijn, knaagvoer voor de onderklasse.
Ach. Uiteindelijk wordt het (net als lokale kroten, gevulde eieren en beenmerg) via ironische retro toch wel weer en vogue. In Brooklyn schijnen de ‘gourmet fried chicken’-tentjes overal op te duiken en hipsterchef David Chang spreekt openlijk zijn liefde voor de vette vogel uit. Ik beschouw me dus in goed gezelschap, en werk met lichtbeschaamde liefde een beetje mee aan z’n gentrification. Het wachten is op de non-plof-KFC.