De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Politiek en sensatie gaan anno 2016 hand in hand. Die band gaat nog dieper dan het lijkt, aldus Jens Bezemer.
Journalisten krabden zich achter hun oren. Activisten gingen de straat op. En op social media deelden we dé verklarende analyse met onze vrienden. Die analyses waren er veel en ze waren bijzonder uiteenlopend. Met de verkiezing van Trump lijkt één ding in ieder geval zijn definitieve doorbraak te hebben gekregen: de nieuwe politieke stem in de eenentwintigste eeuw. Wanneer je kijkt wat een groot deel van het electoraat beweegt om te stemmen, lijkt daarin iets fundamenteel te veranderen. Een verandering die onze tijdgeest reflecteert.
Begin jaren ’90 was het de Duitse socioloog Gerhard Schulze die de term Erlebnisgesellschaft (of belevingsmaatschappij) introduceerde. Hij doelde hiermee op een culturele verandering, de overgang van een passieve naar een actieve goederenmaatschappij. De nieuwe consument, met al zijn nukken en grillen, kwam hierin centraal te staan. Massaal gingen we op zoek naar de ultieme productbeleving.
Schulze’s timing was geen toeval. De jaren ’80 waren voorbij. Het decennium waarin korte metten werden gemaakt met vormidealen die nog rondzweefden uit de jaren ’60. Wat overbleef was het bevrijde individu, die de beleving niet meer inzette voor een maatschappelijk streven, maar voor materiële behoeften. Vrijheid werd de vrijheid om te doen wat we willen en aan te schaffen wat we begeren.Vandaag de dag wordt de belevingsmaatschappij vooral begrepen als een businessmodel waarin producten worden beoordeeld op hun vermogen om de consument een memorabele ervaring te bezorgen. Maar de betekenis van de term gaat dieper dan de sensationele manier waarop we een nieuwe auto uitkiezen.
Het was dan ook een kwestie van tijd voordat de beleving haar intrede zou doen in het stemhokje. Politiek wordt voor velen een product dat we aanschaffen, een product waarbij we ons lekker willen voelen. Een product dat belooft onze slechte gevoelens weg te nemen. Volksvertegenwoordiging gaat, naast de tastbare aspecten voor de kiezer, zoals werkgelegenheid, sociale zekerheden en hypotheekrenteaftrek, in meerdere mate om een gevoel. Niet een gedeeld gevoel op basis van een vormideaal, maar een individueel gevoel.
In Nederland is de overvloed aan producten en keuzes soms overweldigend. Net zoals de duizend verschillende shampoos in de supermarkt, is er ook bij de Tweede Kamerverkiezingen voor ieder wat wils. De teller van het aantal partijen op de kieslijst staat al op veertien. De beleving die beloofd wordt centreert zich vaak rondom één thema, niet zelden is dat het angstige gevoel van de consument. En een partij of politicus die een snelle en directe oplossing heeft. Het is Trump, Brexit, Wilders en DENK. Het is: ‘Wij zijn net zo boos als jij. En we willen ervoor zorgen dat jij je weer lekker gaat voelen’. Het feit dat producten in de reclames of campagnetijd, er altijd beter uitzien dan na de aanschaf, deert ons niet. De kick in het stemhokje, daar draait het om. Over een paar maanden mogen we weer shoppen. Wat een beleving!