De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Wat als de roes straks is uitgewerkt? Mirko over het falen van de journalistiek in de nasleep van de aanslagen van vorige week.
Schreeuwende krantenkoppen, hijgerige journalisten bij verlaten Franse bossen, nieuwslezers zonder nieuws maar met angstaanjagende portretfoto's. Uit onkunde of sensatiezucht (ik weet eigenlijk niet wat verontrustender is) faciliteerden, of misschien wel regisseerden, onze media de afgelopen week een maatschappelijke ontregeling om die vervolgens verlekkerd weer in beeld te brengen. Het instant effect van sensationele en versimpelde informatie wint het steeds weer van een meer genuanceerde en inhoudelijke berichtgeving met een ongetwijfeld duurzamer duidend en troostend effect.
Misschien ben ik te streng wanneer ik mij opwind over de onuitstaanbare hypocrisie van de ongemakkelijk ingehaakte wereldleiders vooraan de mars in Parijs (nep trouwens, kijk maar)? Of wanneer ik het hoofd schud over de twintigduizend verdwaalde zielen op de Dam die zichzelf voor een avondje (en op facebook natuurlijk) klakkeloos naar een controversieel tijdschrift noemden waar ze nog nooit van hadden gehoord. Geef een geschokt volk een moment van rouw, zou je zeggen. Toch is dat te simpel. Afgeleid door sensatie en sentiment, worden immers niet de juiste vragen gesteld en komen we niet tot de kern van de zaak. En een plein vol Charlies lijkt misschien onschuldig, de sluipende maatschappelijke gevolgen die door deze aanslag verder worden aangezwengeld zijn dat zeker niet.
“VRIJHEID VAN MENINGSUITING!!!”, galmde het deze week van alle kanten. Niemand die zich af vraagt wat dat eigenlijk betekent. Hoe absoluut dat recht is of moet zijn, of het een doel op zich is, of eerder een beschavingsmiddel dat heroverwogen kan worden op het moment dat het het doel niet dient. Of er eigenlijk überhaupt wel sprake is van vrijheid van meningsuiting in een wereld waarin de toegang tot communicatiekanalen in grote mate samenhangt met je sociale klasse, religie, huidskleur of geslacht en sommige meningen veel vaker en harder klinken dan anderen. En het fascistoide gedachtegoed van de daders? Hoe verhoudt zich dat tot de opkomst van Europees extreem-rechts? En what about de arrogantie van de blanke pen, de vervreemde en gemarginaliseerde minderheden in de steden, de oorlogen in het Midden Oosten, de reikwijdte van satire?
Dit zijn de zaken waar het hier om gaat en die besproken moeten worden, welke mening je hierover ook bent toegedaan. Maar in de kranten en nieuwsbulletins wordt oorverdovend gezwegen. Slechts de directe bevrediging van het spektakel en we trappen er allemaal in. En als die roes straks is uitgewerkt, dan zitten we nog altijd met dezelfde vragen en zullen we zien dat we met zijn allen weer een stukje verder de barbarij in zijn gegleden. Een handvol burgerrechten armer, temidden van een ontevreden en gespleten samenleving met gewapend blauw om de zaak op orde te houden: we zullen elkaar knipperend aankijken en ons afvragen: hoe zijn we hier ooit terechtgekomen?!