De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Deze week zes korte commentaren, in woord en beeld, van onze redacteuren.
Illustratie: Joost de Haas
Ver weg
Supersilvio
Geen democratisch gekozen leider heeft de afgelopen zeventig jaar zo’n moreel dieptepunt bereikt als Silvio Berlusconi. Van Vladimir Poetin, die beslist meer misdaden op z’n geweten heeft, kun je nog zeggen dat zijn corruptie en hardhandigheid berekenbaar en weloverwogen zijn; George W. Bush was meer een in de realiteit verdwaalde sul die het misschien nog wel ergens goed bedoelde; Richard Nixon bracht tenminste nog de pingpong-diplomatie tot stand. Silvio zit op een ander niveau van slechtheid. Een schertsfiguur die iedereen schoffeerde, niet een beetje in het rond neukte maar complete harems bouwde, rechtszaken ontliep door amendementen die hem boven de wet stelden, en zelfs de regeringsleidster van wiens (financiële) steun hij afhankelijk was geworden aanduidde als een "onberijdbaar gat". En er mee weg kwam.
Dat is het fascinerende aan Berlusconi. Als regeringsleider was hij goed beschouwd niet meer dan een handige sjacheraar die nooit werkelijk iets oploste of aanpakte, maar in elk geval de illusie van 'hup Italië' wist te verkopen en handig coalities kon smeden. Maar als zelfverklaarde 'levensgenieter' is hij er beter dan wie dan ook in geslaagd om macht, geld en wijven te vergaren en schaamteloos zijn eigen mateloze gang te gaan. Hij is niet alleen de verkoper van glimmende beloften met gebleekte tanden en geïmplanteerd haar, maar ook het duiveltje dat fluistert: "Dit wil jij toch OOOOOK…" Juist die totale mateloosheid maakte hem, paradoxaal genoeg, de meest stabiele factor in de Italiaanse politiek gedurende twintig jaar.
En nu? Een derde herverkiezing zit er niet in. Hij zal wel niet worden gelyncht in een greppel of als Nero de stad achter zich in brand steken, maar nu hij zijn immuniteit kwijt is, volgt onvermijdelijk bijltjesdag. Zelfs met het vermaard ineffectieve en door hemzelf verder uitgeklede Italiaanse justitiële bestel doet Silvio er maar beter aan om snel dood te gaan. Het alternatief is de cel.
Door Floris Solleveld
Commentaar
Kunstroof
Afgelopen zaterdag stemde me even hoopvol als verbitterd over de toekomst van de kunsten. De twaalfde editie van de Amsterdamse Museumnacht was van tevoren wederom uitverkocht; ten minste 26.000 mensen bezochten in 6 uur tijd enkele van de 45 musea die open waren. De stad puilde uit van enthousiaste mensen, feestjes op straat en wachtrijen voor het Rijksmuseum en Van Gogh die deze keer eens niet alleen uit toeristen bestonden. Een bekende die naar eigen zeggen nooit een museum bezoekt, had er om middernacht al zes gezien en was laaiend enthousiast over de Oude Kerk. "Ik bedenk me nu wel twee keer voor ik een foto op Facebook zet" fluisterde een meisje achter me bij Erik Kessels' fenomenale installatie in het Foam. Verderop werden foto's fanatiek tot ansichtkaarten geknipt en geplakt.
Dat kunsthaat de overheersende emotie is in Nederland, zoals Bas Heijne eerder schreef in een veel geciteerd artikel, kon ik op zaterdagavond maar moeilijk geloven. De Museumnacht is het bewijs dat mensen geen kunsthaters zijn als ze op een open manier worden aangesproken, als een museum daar zijn best voor wil doen. Niet dat Heijne's zorgen onterecht zijn, maar die kunsthaat lijkt vooral bij politici te zitten die nodig willen scoren, bijgestaan door de media. Ook met kunstliefde kun je politiek bedrijven, zo bewees D66-kamerlid Boris van der Ham op dezelfde zaterdagavond. Voor de ingang van het met sluiting bedreigde Tropenmuseum deelde hij flyers uit om te laten zien dat zijn partij wél voorstander is van cultuur. Hoewel Van der Hams intenties waarschijnlijk goed zijn, is het kapen van een cultureel evenement met propaganda bijna net zo smakeloos als wat zijn populistische Kamergenoten propageren.
Door Roos Euwe
De Hofstad
Politieke interruptie
Afgelopen week deed staatssecretaris Veldhuijzen-Van Zanten (CDA, Zorg, dubbel paspoort) iets raars. Ze snoerde tijdens een Kamervergadering de voorzitter de mond.
Wat volgde was de gebruikelijke verontwaardiging. Ook ik liet me op Twitter niet onbetuigd: “hoe diep de rot zit bij het CDA”, schreef ik. Een tv-recensent schreef dat Van Zanten geluk had dat Rijk de Gooijer stierf, anders was het bewuste fragment veel vaker herhaald. Een ander riep de vuistslag van LPF'er Alblas in herinnering. Zelf dacht ik aan het befaamde kotsvingertje van Hans Hoogervorst.
Ik wilde hier dus iets boos gaan schrijven over het failliet van het CDA. Dat zelfs een geloofwaardig 'verhaal' de partij niet gaat redden wanneer haar vertegenwoordigers zulk een gebrek aan beschaving aan de dag leggen. Iets over Henk Bleker en zijn tenenkrommende briefje aan Mauro misschien. Of over de compleet verziekte sfeer, waarin het gebrek aan respect tijdens de discussie tekenend is voor het rücksichtslose bezuinigingsbeleid van dit kabinet.
Maar mevrouw Van Zanten is nog maar kort lid van het CDA, te kort om volledig gecorrumpeerd te zijn door Maxime. Na wat twijfelen zag ik het helderder: het filmpje zegt eigenlijk weinig. Er is geen enkele context, alleen een paar seconden die zeker ophef zouden veroorzaken. For all I know heeft de voorzitter haar die hele middag zitten pesten.
Een faux-pas van iemand die zichtbaar onder druk staat, decorumverlies noemen ze het in de medische wetenschap wel eens. Al valt op haar functioneren best wat aan te merken, dit was de spreekwoordelijke kat in het nauw, niet meer. En zo gaat ook dit stukje niet over de inhoud. Want waar ging die vergadering eigenlijk over?
Door Jan Postma
Nieuws in beeld
Illustratie: Elise van Iterson
Commentaar
Schaduwwereld
Nadat ze op de knieën waren gedwongen door de politiek en waren neergesabeld door de publieke opinie, zou een vorm van nederigheid de grote banken en andere financials niet misstaan. Op zijn minst was er de hoop dat dit grootkapitaal zich aan de nieuw gestelde regels zou houden. Althans, voor even dan. Wel nu, think again.
De new kid on the block is ‘shadowbanking’ – bankieren buiten de nieuwe en strengere regels om. Het idee was nu juist dat door de nieuwe regels zoals afgesproken in het ‘Basel 3 akkoord’, we een stabieler financieel stelsel zouden krijgen. Om de risico’s te verkleinen moesten banken onder andere een hogere kapitaalbuffer aanhouden. Maar deze strengere eisen kosten natuurlijk geld en daar worden banken en andere financials niet blij van.
Schaduwbankieren biedt dan uitkomst. Het is een manier van kredietverlening die buiten het reguliere bankensysteem om gaat. Het is (kosten)efficiënter, sneller, maar kent ook meer risico’s. En let wel, er is geen toezicht, terwijl het wel degelijk een link heeft met het alledaagse bankieren – daar waar onze spaarcenten zitten.
En in deze schaduwwereld gaat het om heel wat meer geld dan bijvoorbeeld de schuld van individuele overheden. De Griekse schuld is peanuts in vergelijking met de opbrengst van het schaduwbankieren; er wordt geschat dat alleen al in de elf grootste economieën 51.000 miljard dollar (!) in deze niche rondgaat. Dat is goed voor 25 tot 30 procent van de gehele omzet in de financiële sector.
Het lijkt duidelijk, de risico’s van dit spel zijn enorm en zou wel eens aanzet kunnen geven tot een nieuwe bubbel. De wereldwijde Occupy-beweging heeft er wéér een reden bij om een extra tent op te zetten.
Door Manon Korthals
De filmclub
Groot geworden door klein te blijven
In het eigenzinnige Synedoche, New York start een door Philip Seymour Hoffman gespeelde toneelregisseur een grandioos project: hij wil het leven met brutale eerlijkheid vangen in een theaterstuk, en om dat te kunnen, bouwt hij een set die eerst een paar kamers, vervolgens een wijk en uiteindelijk een stad beslaat. Van een duidelijk onderscheid tussen werkelijkheid en fictie is op het einde geen sprake meer.
Dat de werkelijkheid zelfs de wildste fantasie kan overtreffen, wordt in dit geval bewezen door de vrijwel onbekende Russische regisseur Ilya Khrzhanovsky. Een prachtig artikel dat afgelopen week in GQ verscheen, beschrijft een uitgebreid bezoek aan zijn set, een volledige stad in Oekraïne die al vijf jaar draaiende wordt gehouden en die tot in details de Sovjet-sfeer uit de jaren vijftig ademt. Inclusief 210.000 figuranten en een machtswellustige dictator – in dit geval de regisseur ('Hoofd van het Instituut') zelf.
Wat Khrzhanovsky met zijn film wil bereiken is niet duidelijk, maar hoe ongeëvenaard zijn aanpak ook is, de eindeloze vertakkingen van het leven zullen nooit in hun geheel te vangen zijn in fictie. En grootse thema's, die kunnen ook worden aangesneden binnen een kleinschalige vertelling, zo bewijst de Franse regisseur Bruno Dumont nog maar eens. In het kalme maar confronterende Hors Satan – zijn nieuwste – gaat hij op zoek naar goed en kwaad buiten ('hors') het traditionele, religieuze kader.
De naamloze hoofdpersoon doodt emotieloos. Het geweld is eenvoudig en lelijk, net als de inwoners van het Noord-Franse dorpje waar het zich afspeelt. Van een seriemoordenaar of een incarnatie van het absolute kwaad is echter geen sprake. De hoofdpersoon is jenseits von Gut und Böse. Zonder religie ook geen simplistish goed en kwaad, lijkt Dumont te willen zeggen. Zonder grote set gelukkig wel een film over grote vragen, zo laat Hors Satan overtuigend zien.
Door Boy van Dijk