De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Gerard Bouman laat een slagveld achter bij de politie: de operatie is mislukt, de patiënt is dood en er ligt een rekening van een half miljard. Jules vindt dat leidinggevenden bij zichzelf te rade moeten gaan.
In het artikel over de mislukte nationale politie in de Volkskrant van afgelopen zaterdag wordt scheidend korpschef Gerard Bouman neergezet als een nietsontziende, rauzende machtswellusteling. Met rugdekking van toenmalig Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten, die zelf ook een ongelikte beer blijkt te zijn, richtte Bouman het hele project eigenhandig te gronde. De ex-AIVD-chef negeerde stelselmatig gevoeligheden, hield zich aan geen enkele afspraak met de politiebonden en was wars van iedere vorm van nuance. Aan het eind van de rit wilde niemand meer met hem praten, te meer omdat hij naar verluidt op een vergadering verscheen in politieuniform, compleet met pistool en pepperspray. Daarmee maakte hij aan iedereen duidelijk dat hij het alfamannetje was. Impliciet zei hij: als het moet schiet ik iemand in zijn knieschijf.
Het is nog altijd een leiderschapsstijl die tot de verbeelding spreekt: de sterke man die zich niet laat afremmen door bureaucratisch geneuzel en ellenlange vergaderingen. Iemand die de knoop doorhakt en zaken geregeld krijgt, desnoods met geweld. Bouman is niet de enige die op deze wijze te werk gaat. Voormalig NS-topman Jan ‘de slager’ Timmer had een vergelijkbare leiderschapsstijl. Over hem gaat het gerucht dat hij Tineke Netelenbos (toen Verkeersminister tijdens Kok II) tijdens een moeilijk lopende onderhandeling zijn doodshoofdbretels toonde. In de lagere echelons gaat het, als we de berichten mogen geloven, ook regelmatig mis. Bij meubelgigant Ikea regeren de lagere managers als kleine dictators over hun afdelingen. En zelfs bij de hoogst knuffelbare Efteling schijnt het managementteam te bestaan uit een groep moderne slavendrijvers.
In de praktijk heeft deze manier van leidinggeven zelden het gewenste effect. Bouman laat een slagveld achter: de operatie is mislukt, de patiënt is dood en er ligt een rekening van een half miljard. Ook in andere organisaties blijkt de stijl-Bouman uiteindelijk averechts te werken. Aan het eind van de rit wil niemand meer met de schreeuwlelijken om tafel en haakt personeel af door de verziekte sfeer op de werkvloer.
Een goed leider beschikt over een groot arsenaal aan stijlen en technieken: diplomatie, overwicht, empathie, kennis, et cetera. Bouman en Timmer kennen maar één stijl, en die vertoont overeenkomsten met de wijze waarop Dzjengis Khan zaken deed: zwaaiend met een kromzwaard.
Foto via Flickr