De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Deze week vijf korte commentaren van onze redacteuren.
Commentaar
Machteloze woede
Het persbericht stemde al weinig hoopvol: “De Dag van de Verontwaardiging, een protest maar niet zoals je het gewend bent. Dit wordt de nieuwe manier van demonstreren!” Slecht gekozen titel, verkeerde pretenties, geen duidelijk doel, niks nieuws om tegen te protesteren, en een nogal conventioneel programma van pratende hoofden en artiesten tussendoor. Freek de Jonge op electrische gitaar en Def P die twintig jaar geleden "Wij zijn kwaad! Wij zijn kwaad!" rapte. Voeg daarbij een opkomst van een paar honderd man en koud mistig rotweer, en het wervelende volksprotest moest wel een totale deceptie worden.
En dat was het inderdaad, afgelopen zondag op de Dam. “We dachten eerst nog over een meditatieve stilte-actie, maar dat werd het toch niet” grapte de stakingsleider van de buschauffeurs. “Een petitie dan? Mwah. En toen werd het toch maar demonstreren.”
De schade van deze machteloze vertoning is meer dan een verspilde zondag. Wat het pijnlijk laat zien, is dat demonstreren op het moment niet heel veel zin heeft. Een demonstratie is effectief als je er politieke pressie mee kunt uitoefenen. In het huidige klimaat van politieke polarisatie, waarin een merkwaardige kongsi van ongeruste ouderen, opgefokte Sjonnies en Anita’s, gefrustreerde winkeliers, bange vinexwijkbewoners, autofielen, vastgoedpatsers en christenfundamentalisten een gedoogcoalitie van VVD-managers, CDA-slijmballen, pestkoppen en criminelen de vrije hand gegeven heeft, bestaat die onderhandelingsruimte niet. Wat overblijft is machteloze woede.
Geert Wilders kan weer prijsschieten op “linkse huilie huilies”, en het kabinet bezuinigt vrolijk door op zorg, milieu, kunst, onderwijs en wetenschap. Ondertussen worden rechters onder druk gezet, strafmaten opgehoogd, journalisten geïntimideerd, protesten met geweld uiteengeslagen, en verdwijnen asielzoekers na jaren in het limbo van de IND anoniem op een bajesboot. Nee, het is niet best gesteld met de democratie. Om dan tussen de SP-ballonnen verontwaardigd te gaan wezen helpt niet meer.
Door Floris Solleveld
Post Scriptum
Mijn generatie
Pieter Hilhorst heeft een paar twintigers gesproken en hij begreep ze niet. Hilhorst woonde een debat in de Rode Hoed bij, en verbaasde zich over wat hij noemt “de blijmoedige zelfoverschatting” van, vooruit dan maar, mijn generatie. “De twintiger heeft het idee dat z'n eigen leven wel maakbaar is, maar de wereld om hem heen niet.” zei hij ook. Dat roepen we toch al jaren over “de Nederlander”, ongeacht hoe oud die is, dacht ik toen.
Hilhorst schetst in de Volkskrant een herkenbaar beeld van mijn generatie. Sterker, ik herken mijzelf erin: ook ik wantrouw de tandeloze en soms verdwaasde Occupy-beweging, ook ik was na mijn studie werkeloos, ook ik ben afhankelijk van mijn ouders, ook ik ben inmiddels zzp'er in de marge en ook ik ben behoorlijk individualistisch ingesteld.
Tot zover de een-op-een-relatie tussen zijn beeld en mijn leven. Ik ben namelijk echt niet zo naïef om te denken dat wereldwijde economische ontwikkelingen mij niet raken. En ik lijd al helemaal niet aan “blijmoedige zelfoverschatting”. “Als de wereld vol onzekerheden zit, kun je maar beter zeker van jezelf zijn”, zo karakteriseert hij mijn generatie. Die mensen zullen er zeker zijn, maar ik vrees dat voor veel anderen geldt: als de wereld vol onzekerheden zit, doordat de verzorgingsstaat moedwillig wordt afgebroken bijvoorbeeld, dan ben je tot op zeker hoogte inderdaad op jezelf aangewezen. Dat is geen blijmoedige zelfoverschatting, dat is aan cynisme grenzend realisme. Een gevoel van urgentie dat geen ruimte krijgt door een nog sterker gevoel van machteloosheid.
Het is niet meer vanzelfsprekend dat iedere generatie het beter heeft dan de vorige, daar heb ik me al bij neergelegd. Maar dit alles betekent niet dat ik me wil afkeren van de samenleving, noch dat ik mijzelf dolgraag, vol “blijmoedige zelfoverschatting”, in een Darwiniaanse overlevingsstrijd wil werpen. Dat ik individualistische trekjes vertoon, betekent niet dat ik voorstander ben van een, excusez le paradoxe, compleet geïndividualiseerde maatschappij.
Tot slot: ik denk al helemaal niet dat mijn eigen leven wel en de samenleving niet maakbaar is. Ik vermoed dat ze het allebei een beetje zijn. Verder begrijpen Pieter Hilhorst en ik elkaar perfect.
Door Jan Postma
Commentaar
Tussen twee partijen
Afgelopen week ging Moneyball in première. De film vertelt het waargebeurde verhaal van Billy Beane, technisch directeur van honkbalclub de Oakland Athletics. Beane (gespeeld door een ingetogen Brad Pitt) is zelf mislukt als speler en probeert met de weinige middelen van de Athletics een kampioensteam te smeden; een onmogelijke taak. Hij besluit om het helemaal anders te doen en neemt de onbekende econoom Peter Brand (Jonah Hill) aan, die op puur statistische wijze Beane adviseert. Het nieuwe team van onderschatte spelers wordt met wantrouwen ontvangen door de technische staf, maar breekt uiteindelijk alle records.
Zou Johan Cruijff de film al gezien hebben? De boodschap van de film gaat tegen zijn volledige filosofie in. Volgens Cruijff moet een voetbalclub geleid worden door voetballers. Net zoals de verontwaardigde scouts in Moneyball beweert hij dat deze sport zaken met zich meebrengt die niemand begrijpt, onverklaarbare facetten die je alleen op basis van gevoel en ervaring kunt begrijpen.
Natuurlijk is honkbal als sport veel beter in statistieken te vatten dan het onvoorspelbare voetbal, maar ook hier lijken spelersaankopen vooral op basis van gevoel te worden gedaan. Cruijffs filosofie over de jeugdopleiding is gebaseerd op het idee dat topindividuen (zoals hijzelf ook was) het team beter maken. Dat is een absolute misvatting. Cruijff had nooit kunnen excelleren zonder het dienende werk van Johan Neeskens, net zoals Van Basten leunde op Gerald Vanenburg en Jan Wouters. Onzichtbaarheid is een doodzonde in het voetbal, waar fans meer macht hebben dan in welke sport dan ook. Je moet objectiever zijn dan dat.
Maar natuurlijk is een statistische blik alleen ook niet voldoende. Johan Cruijff is een lompe hork met veel verstand van voetbal, Steven ten Have een rustige bestuurder die niets van de ongeschreven wetten van ‘het wereldje’ begrijpt. Ajax heeft een Billy Beane nodig, iemand die tussen beide partijen in kan staan en die het midden kan vinden tussen de emotionele, opportunistische machowereld van het voetbal, en de zakelijke, op resultaat gerichte mentaliteit die deze miljoenensport inmiddels vereist.
Er is maar één man die Ajax kan redden: niet Guus Hiddink, maar Jan van Halst.
Door Rutger Lemm
De Hofstad
Who's copyright?
De huidige copyrightwetgeving moet op de schop, besloot Neelie Kroes deze week. De eurocommissaris was geschokt toen ze erachter kwam dat er zoveel artiesten maandelijks onder de duizend euro verdienen, minder dan het minimumloon. "Devastating", noemt ze deze situatie op haar blog, zowel voor de artiesten als voor Europa. Want, schrijft ze, "de creatieve sector is waar we goed in zijn in Europa – iets dat ons echt kan helpen groeien in de toekomst, economisch en cultureel."
Op basis van bovenstaande uitspraak, vraag ik me af wat Kroes vindt van de cultural meltdown die haar partij op ons land heeft afgeroepen. Geschokt zijn we hier al lang niet meer, voor onze artiesten is bijklussen in de sushibar een vanzelfsprekendheid. Maar dat een regelgever op Brussels niveau zich hierom bekommert, is op zijn minst een hart onder de riem, vooral omdat ze ervoor pleit kunstenaars "back at the centre" te plaatsen van zowel auteursrechten als andere beleidsvoering.
Ondertussen werken bedrijven wereldwijd zich in het zweet om grip te krijgen op downloadpraktijken. Google lanceerde deze maand Google Music als alternatief op iTunes, Spotify nodigde de Amerikaanse pers uit om op 30 november bij een ‘grote onthulling’ aanwezig te zijn, en in de VS ging Ultraviolet de lucht in, een dienst waarmee je een film kan kopen om legaal te streamen en te delen met vrienden.
Niet al die nieuwe diensten zijn even vernieuwend of bevorderlijk voor de artiest. Ultraviolet, dat met 20 dollar per film duurder is dan een DVD en maar beperkt gedeeld kan worden, is eigenlijk oude wijn in nieuwe vaten. Illegaal downloaden blijft een aantrekkelijker optie. En van Spotify wordt geen artiest rijk: om hier 2900 euro te verdienen moet je zo’n miljoen keer beluisterd worden.
Het bestaande auteursrechtensysteem is al lang achterhaald. Kroes heeft een mooi momentum gevonden om de boel om te gooien, en zet daarbij de artiest centraal. Meno male che Neelie c'è.
Door Kelli van der Waals
Commentaar
Te bont
Je moet van goede huize komen wil je een vrolijke loodgieter met majestueuze snor succesvol afschilderen als een bloeddorstige dierendoder. Heet die loodgieter Mario en speelt hij de hoofdrol in onschuldige computerspelletjes, dan is het helemaal een hopeloze onderneming. Toch probeert PETA precies dat met een onlangs gelanceerde campagne. Het incidenteel dragen van een virtueel pakje van 'bont', schakelt de dierenrechtenorganisatie voor het gemak (en de kijkcijfers) gelijk aan moord. Mario kills Tanooki!
Niet alle boodschappen die de PETA uitdraagt, zijn al bij eerste aanblik ganz absurd. Honden aan een ketting in de Canadese vrieskou, op een vlakte waar de gure wind hard om hen heen slaat, zonder hondenhok om in te schuilen: ja, natuurlijk is dat dierenmishandeling. Ook zonder raar campagnesausje. Snel in de pen te klimmen dus, om de verantwoordelijke fokker een halt toe te roepen. Kunnen we daarna met een schoon geweten slapengaan.
Toch slaat de PETA de plank ook hier mis, maar in plaats van slechts het sausje, is het nu het gehele gerecht dat stinkt. De documentaire The last dogs of winter (Europese première op IDFA), toont namelijk een heel wat gecompliceerdere werkelijkheid. De betreffende honden zijn gebouwd op extreme kou en fokker Brian Ladoon (verweerde kop, golvend wit haar) houdt zijn exemplaren van het met uitsterven bedreigde ras kerngezond.
Hoe discutabel en smakeloos ook, met de campagne rond Super Mario schiet de PETA recht in de mediaroos. In het ventileren van hun verontwaardiging kan de blogosphere weinig anders dan ten minste zijdelings verwijzen naar de schattige, weerloze wasbeerhondjes die worden doodgeknuppeld voor hun vacht. Daarom valt van zo'n mediastunt misschien ook moreel gezien wel chocola te maken. Dat wordt echter anders wanneer je verzet inhoudelijk op losse schroeven staat en de tegenpartij een persoon is met ongekend veel liefde voor zijn dieren. Dan ben je geen strijder voor dierenrechten meer, dan ben je een marketeer die niet verder kijkt dan de eenvoudig te verkopen oppervlakte.
Door Boy van Dijk