De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Hard//talk is de seismograaf die de trillingen van de tand des tijds registreert. Wat heeft ons afgelopen week bezig gehouden? Wat bespraken we bij de koffieautomaat en waar lagen we wakker van? Deze week vier korte commentaren van onze redacteuren.
Machtige Media
All the news that's fit to print
En toen was er ophef. Waar winden we ons deze week over op? Sommige mensen over NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag. De krant had de voorpagina ingeruimd voor een artikel onder de weinig smakelijke kop “Hoe zal het brein van prins Friso zich houden?”
Het stuk was geschreven door een redacteur die dubbel pech had: niet alleen was ze in Lech, haar man had als neurochirurg ook nog eens toegang tot de behandelend arts. Je hebt één bron, wat doe je dan? Je schrijft een avontuurlijk verhaal. Toch?
Ik laat de ethische discussie hier even voor wat hij is. Het is zo voorspelbaar: een krant gaat net wel/net niet over een grens, anderen schreeuwen hypocriet moord en meer overtuigend brand, een hoofdredacteur verdedigt zich door alles op redelijke toon uit te leggen, zonder toe te geven dat nobele motieven niet altijd een rol spelen als je een krant persklaar probeert te krijgen. Zeker wanneer de oplagecijfers onder druk staan.
Het artikel zelf is vooral pijnlijk om te lezen. Niet omdat er al dan niet gespot wordt met fatsoenswetten, maar omdat de toon zo ontzettend angstig is. Gevoelsmatig gaat de helft van het stuk op aan het verdedigen van de keuze om het verhaal überhaupt op te schrijven. Als je iets doet wat niet bij je past, word je onzeker.
Uiteindelijk is het aan de journalistiek om te beoordelen wat wel of geen nieuws is: “News is whatever a good editor chooses to print.” Daar heeft de RVD weinig over te zeggen. In die zin heeft NRC Handelsblad het grootste gelijk van de wereld. Maar ik had toch liever gehad dat de krant zich nog altijd te goed had gevoeld voor het op deze manier brengen van dit soort nieuws. De hoofdredacteur is ook verantwoordelijk voor de vorm waarin het nieuws wordt gegoten.
Toevallig las ik de volgende dag in een oud stuk van Gore Vidal: “Today, half the population no longer reads newspapers: plainly, they are the clever half.” Laat de kwaliteitskranten iets van hun zelfvertrouwen en vooral eergevoel herwinnen. In Vidals Amerika zijn mensen die geen krant lezen verstandig, straks lezen verstandige mensen hier ook geen kranten meer.
Door Jan Postma
Nieuws in beeld
Commentaar
Met mij gaat het goed
"Met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht." Het Sociaal Cultureel Plan Bureau publiceerde een paar jaar geleden deze opmerkelijke uitkomst van een onderzoek naar het humeur in ons land. Grofweg kwam dat neer op: ‘Met mij, met mijn vrienden en familie gaat het allemaal prima. Wij hebben een baan en zijn netjes opgevoed. Maar de rest van het land – de rest is asociaal, grof en verkeert in crisis.’
Een onderzoek van Nibud en EenVandaag onder bijna tweeduizend jongeren tussen de 12 en 24 jaar bevestigt dit beeld. Nibud ondervroeg de jongeren naar hun financiële verwachtingen voor de toekomst. En ook hier zie je; jongeren maken zich wel eens zorgen over de crisis en toekomst van ons land, maar zijn soms bizar positief over hun eigen financiële vooruitzichten. Zo verwacht 40% van de jongeren tussen de 12 en 15 jaar oud dat ze op hun 35ste 5000 euro netto (!) per maand gaan verdienen. En ruim een kwart van de 21-plussers denkt meer dan 3000 euro netto te gaan verdienen als ze 35 zijn. Let wel, het modaal inkomen, wat de meesten van ons gaan verdienen, is maandelijks 2000 euro netto.
Er is dus slechts een handjevol mensen dat de crises in ons land en onze maatschappij betrekt op zijn eigen welzijn. En dat is opmerkelijk. Immers, je kunt er echt niet om heen: Nederland verkeert in een recessie. De (jeugd)werkloosheid stijgt. De huizenprijzen dalen. Starters kunnen geen hypotheek krijgen. En er gaan jaarlijks nog bijna 40.000 jongeren van school zonder diploma.
Wat is hier aan de hand? Leiden we en masse aan zelfoverschatting? Het is ‘hunnie’ die het overkomt en ik sta daar buiten? Of doet het ons gewoon niets? En negeren we bewust het probleem tot we er echt niet meer om heen kunnen? Ik weet eigenlijk niet wat ik erger vind.
Door Manon Korthals
Post Scriptum
Always the bridesmaid, never the bride
Nine Kooiman, kamerlid voor de SP, twitterde vrij dommig: "Heftig nieuws zeg van aftreden Cohen. Zo'n heftige loopbaan wens je niemand toe."
Het probleem van Job Cohen was nu juist het aura van rust dat hij immer uitstraalde, die iedere vorm van heftigheid of passie smoorde in een wollige deken van verontschuldigende lachjes en sussende gebaren. De man die jarenlang als een volleerde leeuwentemmer de Amsterdamse gemeentepolitiek onder controle hield, en het tegelijkertijd presteerde om één van de meest geliefde burgemeesters aller tijden te worden, is in twee jaar tijd “afgebladderd via de zijdeur afgegaan”, zoals de Volkskrant het passend verwoordde.
Het enthousiasme was groot toen Cohen in 2010 het stokje van Wouter Bos overnam als partijleider: de PvdA schoot als een komeet omhoog in de peilingen en het leed geen twijfel dat Cohen de nieuwe sociaal-democratische vader des vaderlands was. Zijn vaderlijke, bescheiden voorkomen en slungelige lijf riepen herinneringen op aan de geliefde Wim Kok, zelfs aan Willem Drees. Maar ook in die eerste, euforische periode leek de door de PvdA gepushte vergelijking met de Obama-hype (“YES WE COHEN”) al een beetje gekunsteld. Een man die zijn politieke strategie samenvat als “de boel bij elkaar houden” wordt nooit een Obama, hoe bewonderenswaardig hij zich ook heeft weten te weren in een ambtstermijn die één van de meest woelige in de Amsterdamse geschiedenis was.
Al snel kwamen er barstjes in Cohens imago als de redder van de PvdA. Hij stuntelde in tv-debatten, en tijdens de verplichte campagnetochtjes kwam hij over als iemand die het liefst zo snel mogelijk weer naar huis zou gaan. Barstjes werden barsten toen de PvdA met slechts tachtigduizend stemmen verschil verloor van de VVD, en Cohen er niet in slaagde om een nieuw Paars kabinet te realiseren. Het resultaat, een minderheidscoalitie van VVD en CDA met gedoogsteun van de PVV, zette Cohen buitenspel, in de oppositie. Tegenstand bieden, dwarsliggen, je bek opentrekken: het was niets voor hem. En hij kon het ook niet.
Na de bekendmaking van zijn aftreden werd Cohen zowel vanuit linkse als rechtse hoek geroemd. Het woord “integer” viel vaak, evenals “fatsoenlijk”. Maar voor integere, fatsoenlijke mensen is Den Haag veel te heftig.
Door Sanne Rispens