De wereld staat in brand en dat mag niet onbeschreven blijven. Thatcher wordt niet zozeer als premier maar vooral als vrouw geëvalueerd.
In Brixton is het feest. “Rejoice: Thatcher is dead” is te lezen op spandoeken die onder luid gejuich omhoog worden gehouden. Ook elders in Groot-Britannië gaan mensen de straat op om de dood van voormalig premier Margaret Thatcher te vieren. Smaakvol? Nee, maar niet minder smaakvol dan tienduizenden mijnwerkers tot “the enemy within” verklaren, aanschurken tegen wrede dictators of het anti-apartheidsverzet wegzetten als terrorisme.
Dat Thatcher dertig jaar na haar bewind nog mensen de straat op krijgt, getuigt van de verregaande en voortdurende impact van de polariserende politica. Maar het bespreken van de donkere kant van haar erfenis, ook zonder feestelijke toeters en bellen, verloopt moeizaam. Conservatieven zijn er snel bij om elke vorm van kritiek als ongepast en schandelijk te betitelen. Het is echter niet alleen het selectief toegepaste 'over de doden niets dan goeds' principe dat een volwaardige discussie over Thatchers politieke nalatenschap in de weg staat. Menig necrologie en commentaar lijkt niet zozeer haar werk als premier, maar haar werk als vrouwelijke premier te beoordelen. Haar houding en beleid worden ofwel afgezet tegen het archetype van de zachte, fragiele vrouw en van daaruit als “moedig” bestempeld, ofwel verklaard vanuit ‘typisch’ vrouwelijk gedrag. Zo legt de Volkskrant haar bezuinigingsbeleid uit als “de ideologie van de huisvrouw”, terwijl Ruud Lubbers het “geweldig [vond] om te zien hoe ze een mannensamenleving als de Engelse haar wil kon opleggen”. Hoe geweldig dat voor de Engelse samenleving was, daarop werd door Lubbers niet gereflecteerd.
Dat ze de eerste (en vooralsnog enige) vrouw was die de hoogste politieke positie van het Verenigd Koninkrijk innam is, helaas, een noemenswaardig feit. Maar Thatchers nalatenschap zou beoordeeld moeten worden aan de hand van haar daden en de gevolgen daarvan, niet aan de hand van haar geslacht. Daar zou de zelfverklaarde feministenhater het ongetwijfeld mee eens zijn geweest.